RIVM: ‘Zorgelijk dat we niet weten hoeveel (micro)plastics er in de bodem zitten’
Microplastics zijn overal: in de lucht, in het water en in de bodem. Over de mogelijke risico’s is nog weinig bekend. Toch is het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) er niet helemaal gerust op: “Voorkom dat er nog meer plastics in het milieu terechtkomen.”
Stukken afgebrokkelde pvc-buis, zwarte tie wraps, slierten montagekit: wie goed kijkt, vindt op sommige Nederlandse wandelpaden aardig wat bouwafval. Soms zijn de paden verhard met menggranulaat. Dat is bouwpuin waar maximaal 1 procent vervuiling in mag zitten, waaronder plastics. Om meer te weten te komen over de impact van plastics op onze gezondheid en de leefomgeving, spreken we met het RIVM voor ons lopend onderzoek Giftige grond.
Mogelijke risico’s
Plastic hoort niet thuis in de natuur, en dat kan negatieve gevolgen hebben. Vogels en andere dieren kunnen het plastic voor voedsel aanzien, het gebruiken om er een nest van te maken of er zelfs verstrikt in raken.
Grotere plastic stukken kunnen afbreken tot kleinere deeltjes: microplastics. Dat zijn kunststofdeeltjes van maximaal 5 millimeter groot. Er bestaan nog kleinere deeltjes, die we nanoplastics noemen. Via de bodem kunnen deze minuscule plasticdeeltjes in het grondwater terechtkomen.
Over hoe schadelijk plasticdeeltjes zijn voor de flora en fauna, of onze volksgezondheid, daar buigen wetenschappers momenteel hun hoofd over. “We weten dat plastic effect kan hebben op de omgeving: het breekt wel af, maar het gaat nooit meer uit zichzelf weg”, zegt onderzoeker bij het RIVM Susanne Waaijers-van der Loop. Ze bracht op verzoek van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat de wetenschappelijke literatuur daarover in kaart met een publicatie die eerder dit jaar verscheen. “We weten alleen nog niet wat de mogelijke risico’s van plastics zijn.”
Voortplanting
Toch is Waaijers-van der Loop er allerminst gerust op. Er zijn namelijk aanwijzingen dat microplastics schade kunnen aanrichten. “Bij watervlooien zien we bijvoorbeeld dat hun leven verstoord kan raken. Bij sommige vogels kan het metabolisme (de stofwisseling, red.) verstoord raken wanneer hun maag vol zit met plastic. Dat kan van invloed zijn op de voortplanting wat een negatief effect kan hebben op de populaties.”
Nederland doet nu geen metingen naar microplastics in de bodem.
Maar het is lastig om er algemene conclusies aan te verbinden, dat geldt ook voor de uitkomsten van veel verricht laboratoriumonderzoek naar plastics. De gecreëerde omstandigheden in een laboratorium zijn meestal niet een-op-een vergelijkbaar met de dagelijkse realiteit.
Ook is het belangrijk om de kritische grens te bepalen: hoeveel plastic is nou schadelijk voor mens of dier? Dat zal per situatie verschillen. Daarbij komt dat elk type plastic gemaakt is van andere chemicaliën die hun eigen giftige stoffen kennen. Dat alles bij elkaar, maakt het er niet gemakkelijk op om de mogelijke risico’s in kaart te brengen.
Over hoe het gesteld is met plastics in de bodem: daar is sowieso bijna geen onderzoek naar gedaan in Nederland, concludeert Waaijers-van der Loop: “Ik vind dat echt zorgelijk. Nederland doet nu geen metingen naar microplastics in de bodem. We weten daarom niet hoeveel er in de bodem zit. Dit komt vooral omdat er geen betrouwbare technieken zijn om dat te analyseren. Daar moeten we gauw aan gaan werken.”
Steeds meer plastic afval
Ondertussen groeit de plasticafvalberg steeds verder. De voorspelling is dat we de komende jaren wereldwijd miljoenen tonnen plasticafval blijven produceren. Maar het RIVM vindt het niet wenselijk dat er nog meer plasticafval in de natuur belandt.
“Ook al zijn de mogelijke risico’s van plastic op onze gezondheid onbekend, er komt steeds meer plasticafval bij en dus moet je voorkomen dat er nog meer plastics in het milieu terechtkomen”, zegt Waaijers-van der Loop. “Want zo kunnen plastics zich verder verspreiden en versnipperen. De omgeving vervuilen met plastic is echt geen goed idee.”