Bioloog: ‘Wandelpaden in de natuur moet je niet aanleggen met plastic afval’
Wandelpaden in het bos, de duinen of langs rivieren zijn soms verstevigd met een ondergrond van menggranulaat: hergebruikt bouwafval waar maximaal 1 procent vervuiling in mag zitten, waaronder plastic. Maar bioloog Auke-Florian Hiemstra van nationaal onderzoekscentrum voor biodiversiteit Naturalis vindt dat niet wenselijk voor de vogels en de natuur.
Bioloog Auke-Florian Hiemstra van Naturalis Biodiversity Centre doet onderzoek naar de impact van plastic op vogels en de natuur. Zo onderzoekt hij momenteel de veel geziene meerkoet waarvan er een opgezette versie op zijn werktafel pronkt. De meerkoet gebruikt vaak bouwafval in zijn nest. Van stukken piepschuim die van de bouwplaats waaien tot plastic stukken spanbanden waarmee stenen en tegels bij elkaar worden gehouden. “
"Vogels zien plastic aan voor voedsel of ze gebruiken het om nesten mee te bouwen. Plastic draden, stroken of ringen, daar kunnen ze gemakkelijk in verstrikken”, legt Hiemstra uit. “In coronatijd vonden we vooral handschoenen, elastieken en mondkapjes terug in de nesten. Die horen daar natuurlijk niet.”
Vervuiling
We spreken Hiemstra voor ons onderzoek naar het gebruik van bouwafval voor het aanleggen van wandelpaden in de natuur. Dit bouwafval, ook wel menggranulaat genoemd, mag maximaal 1 procent vervuild zijn met schroeven, elektriciteitsdraden maar ook plastic bouwafval. De afgelopen weken kwamen we meerdere wandelpaden tegen die verstevigd zijn met dit menggranulaat - waarin ook plastics zitten - in het land.
Explosieve groei
Plastic is niet meer weg te denken uit de maatschappij. Van wegwerpbekers tot synthetische kleding, van pvc-buizen tot speelgoed: plastics zijn er voor allerlei toepassingen en in allerlei soorten en maten. Produceerden fabrikanten wereldwijd in 1950 ‘slechts’ 2 miljoen ton plastic, in 2019 was dat maar liefst 36 miljoen ton, volgens de cijfers van de industrie. Er is een explosieve groei van plastic spullen en materialen na de Tweede Wereldoorlog. Hiemstra: “Al het plastic ter wereld weegt bij elkaar meer dan alle dieren bij elkaar ter wereld.”
Plastic hoort niet in de natuur
Daarmee groeide ook de berg aan plastic afval. En niet alleen op de vuilnisbelt. “Plastic is echt overal, zowel diep op de bodem van de oceaan als op de hoogste bergtoppen vinden we plastic terug”, zegt Hiemstra die zelf in een onderzeeër het plastic op de diepzeebodem zag liggen. “Vroeger vonden we het spul fantastisch omdat het eeuwig meegaat. Nu vervloeken we het juist omdat het niet afbreekt.”
Plastic kan afbrokkelen tot microscopisch kleine deeltjes die we microplastics noemen, kunststofdeeltjes tot 5 millimeter. En uiteindelijk zelfs tot nog kleinere nanoplastics die nog veel kleiner zijn. Onderzoekers wereldwijd bestuderen wat de impact hiervan is op de natuur en de volksgezondheid.
Er zijn microplastics gevonden op gewassen, in vissen en schelpdieren, in de bodem en ook in foetussen. Dat ze een rol spelen in ons leven, is dus duidelijk. Maar wat de impact van deze plastics precies is, is nog onduidelijk.
Plastic hoort hoe dan ook niet thuis in de natuur, ook niet in de stadsjungle, vindt Hiemstra. Hij peddelt daarom wekelijks met zijn kano door de Leidse grachten om samen met vrijwilligers het zwerfafval eruit te vissen. En dat we plastics terugvinden in de natuur omdat het verwerkt is in de wandelpaden, vindt Hiemstra krankzinnig. “Plastic hoort niet in de natuur, als je de kans krijgt om wandelpaden aan te leggen moet je dat zeker niet met plastic afval erin doen."