Afvalverwerker Vos Demontage in Wijchen reageert geschokt op beelden van honderden vaten gevaarlijk blusschuim die zich de afgelopen jaren hebben opgestapeld op een bedrijventerrein in Doetinchem.
Vos heeft zich gespecialiseerd in de verwerking van afgekeurde handbrandblussers. Maar waar het inmiddels failliete Rutgers Milieu 1.300 vaten blusschuim achterliet in Doetinchem, staan er bij Vos nooit meer dan vijf. Voor ons onderzoek naar Giftige Grond, een samenwerking tussen De Monitor en Follow the Money, vragen wij ons af: wat doet Vos anders?
Piet Vos had nog nooit een brandblusser in zijn handen gehad toen hij in 2006 op het idee gebracht werd om ze te gaan inzamelen. Hij had al een afvalbedrijf in elektromotoren en metaal, maar kreeg te horen dat er een enorme markt in opkomst was. Nu, veertien jaar later, zijn afgedankte brandblussers zijn core business. Samen met zijn zoon Wesley verwerkt hij er meer dan 100.000 per jaar.
PFAS
Na de cafébrand in Volendam, waarbij in 2001 veertien mensen om het leven kwamen, is het toezicht op handbrandblussers aangescherpt, vertelt Piet ons. Daardoor ontstond er een continue afvalstroom in afgekeurde brandblussers. “Mensen zaten ermee. Ze wisten niet waar ze met hun brandblussers heen moesten”, zegt hij. Omdat de meeste handbrandblussers bestaan uit een mix van water en chemicaliën, moeten ze verwerkt worden als ‘klein chemisch afval’. Het brandblusschuim bevat namelijk PFAS: stoffen die nauwelijks af te breken zijn en schade aanrichten als ze in het milieu of ons lichaam terechtkomen.
Als particulier breng je je brandblusser gewoon naar de milieustraat. Maar op andere plekken worden oude blussers meestal vervangen door het bedrijf dat de jaarlijkse controles uitvoert. Heeft de blusser zijn beste tijd gehad? Dan neemt de controleur hem mee om hem vervolgens door te geven aan een van de twee bedrijven die handbrandblussers demonteert.
Vacuümverdamper
Elke ochtend rijdt Piet met zijn vrachtwagen door het land om de afgekeurde brandblussers tegen betaling op te halen. Zoon Wesley, inmiddels mede-eigenaar van het familiebedrijf, blijft op de vloer in Wijchen. Daar wordt bij binnenkomst onderscheid gemaakt tussen schuimblussers en poederblussers. Na het legen belandt het poeder in grote plastic zakken die precies zo worden afgevoerd. Het blusschuim daarentegen doorloopt een heel zuiveringsproces. Eerst wordt elke schuimblusser met de hand leeggespoten in een grote plastic bak. Is de bak vol en het schuim weer gezakt (in elke bak past duizend liter vloeistof), dan wordt hij aangesloten op een vacuümverdamper.
Ik ga niet van hun probleem mijn probleem maken
“Deze machine hebben we in 2009 gekocht. Op een gegeven moment werd het afvoeren van al dat blusschuim zo duur dat we dachten: dat moet goedkoper kunnen”, vertelt Piet ons. De vacuümverdamper scheidt het water (ongeveer 90% van de inhoud) van de schuimvormende middelen die PFAS bevatten. Zo houden Piet en Wesley maar een klein percentage chemisch afval over waarvoor betaald moet worden als het opgehaald wordt door een grote afvalverwerker. Het overige bluswater wordt gewoon weer geloosd in het riool.
In rep en roer
Het familiebedrijf in Wijchen is de enige plek in Nederland die brandblusschuim op deze manier kan en mag verwerken. Kunnen zij misschien helpen bij het opruimen van de 1,3 miljoen liter blusschuim dat zich de afgelopen jaren heeft opgestapeld in Doetinchem?
Als we hen een video laten zien van de 1.300 vaten blusschuim reageren ze geschokt. Zoveel blusschuim bij elkaar hebben ze nog nooit gezien. “Wij zijn al in rep en roer als er vijf van die vaten staan”, vertelt Piet. “Laatst is de machine er een week uit geweest voor groot onderhoud, en dan zijn we eigenlijk al lichtelijk in paniek. Want dan ga je achter de feiten aanlopen.”
Piet en Wesley zien zichzelf dan ook niet als oplossing voor het probleem dat in Doetinchem is ontstaan. “De vacuümverdamper doet maar een kleine 1.600 liter per 24 uur. We hebben zelf ook heel veel, dus dat kost ons minimaal drie jaar. Dan moeten wij het ook opslaan, dus dan krijg je van hetzelfde laken een pak. Ik ga niet van hun probleem mijn probleem maken.”