“Projecten die steeds groter worden, kosten die flink tegenvallen en inwoners die denken: is dit nou wel nodig? Dat kom je in heel Nederland tegen”, stelt Maarten Allers, directeur van het Centrum voor Onderzoek Lagere Overheden (COELO) van de Rijksuniversiteit Groningen. Maar dat gevoel leeft des te sterker in fusiegemeenten. 

Wanneer een project bijvoorbeeld niet de hele gemeente aangaat maar slechts voor een van de kernen van belang is, zullen mensen hier extra kritisch over zijn, aldus Allers. “Over het algemeen voelen burgers zich met een fusiegemeente minder verbonden. Dat leidt tot meer weerstand en maakt besturen moeilijker.”

Hij reageert hiermee op verschillende reacties die we binnenkregen op ons onderzoek Prestigieuze Miljoenenprojecten, onder meer uit fusiegemeente Het Hogeland in de provincie Groningen. In het dorpje Winsum dat onder deze gemeente valt, zorgt bouwproject de Tirrel voor commotie. In deze nieuwbouw moeten straks twee scholen, een zorginstelling, sport en cultuur samenkomen. Maar waar de eerste steen nog moet worden gelegd, komen de bouwkosten nu al negen miljoen euro hoger uit dan de eerder begrote 23 miljoen. Bewoners uit andere dorpen binnen Het Hogeland wijzen erop dat zij kampen met verdwijnende voorzieningen, terwijl ze wel meebetalen aan de oplopende kosten van het toekomstige Winsumse paradepaardje.

Uitgelicht

“Negen miljoen extra? Dat is niet meer uit te leggen aan de burgers”

“Negen miljoen extra? Dat is niet meer uit te leggen aan de burgers”

Bovendien vermoeden ze dat hun eigen plannen voor bijvoorbeeld een nieuwe sportaccommodatie naar de prullenbak worden verwezen vanwege de grote financiële tegenvaller in Winsum.

Maarten Allers, directeur COELO

Allers noemt zulke reacties logisch. “Als een gemeente heel veel kernen heeft en jij woont in een andere kern, dan ben je kritischer. Zeker als je zo’n 30 kilometer verderop woont en jouw kinderen daar toch niet naar school gaan. Door gemeentelijke herindeling wonen inwoners van dezelfde gemeente verder van elkaar af. Maar je hebt wel één financiële pot met zijn allen. Iedereen is bovendien extra alert door zo’n fusie.”

Fusie levert financieel niks op

In Nederland is het aantal gemeenten de laatste decennia stevig gedaald, van 913 in 1970 naar 633 in 1995 en 352 anno 2021. De vraag dringt zich op of fuseren met andere gemeenten uiteindelijk wél financieel voordeel oplevert. Is dat immers niet een van de uitgangspunten?

Allers spreekt duidelijke taal. “Het is goed onderzocht: gemeentelijke herindeling levert financieel niks op. Het levert complexiteit op als je fuseert. Zeker de eerste jaren, maar ook later: hoe groter een gemeente, hoe meer overleg, hoe meer ambtenaren enzovoorts. De burgemeester verdient meer en ambtenaren gaan meer verdienen. De gemeente wil beter gekwalificeerde mensen nu ze groter zijn.”

Lagere opkomst verkiezingen

Allers benoemt op basis van onderzoek meer nadelen. “Je ziet dat mensen blijvend minder komen stemmen. Dat is een signaal dat mensen de gemeenschap niet meer zien die ze kenden. Ze identificeren zich niet met die grotere gemeente, voelen er geen band mee. Dus staan inwoners steeds losser van het bestuur. Dat leidt tot meer weerstand, bijvoorbeeld bij zo’n project als in Het Hogeland.”

Toch kan er volgens de COELO-directeur ook wat te winnen zijn bij fusie. “Stel, je hebt maar dertig ambtenaren waarvan er één iemand verstand heeft van jeugdzorg. Als die ziek wordt, heb je niemand meer. Dat kan een probleem zijn, vooral omdat gemeenten de laatste 10 jaar heel veel ingewikkelde nieuwe taken hebben gekregen. Tegenwoordig hebben gemeenten voor alles specialisten nodig. Je moet zoveel van een gebied als jeugdzorg weten dat het heel moeilijk is om in te vallen voor een collega. Dan kan het handig zijn dat je als gemeente groter bent en twee of drie mensen hebt die hierover veel weten.”

Slagkracht vergroten

Het vergroten van de eigen slagkracht kan ook een reden zijn om te fuseren. “Juist vanwege die nieuwe taken wordt er heel veel samengewerkt binnen talloze samenwerkingsverbanden. Een gemeente heeft te maken met scholen die gefuseerd zijn in koepels, zorginstellingen die tot grote zorgorganisaties zijn gefuseerd, woningcorporaties waar hetzelfde speelt. Dan is het gevoel vaak dat je als gemeente niet genoeg gehoord wordt als jij een kleine partner bent. Andere gemeenten worden intussen ook groter. Als jij de enige bent die niet fuseert, wil misschien niemand meer met je praten en gaan al die groten de zaken samen regelen.” Allers vindt dat een zorgelijke ontwikkeling. “Je krijgt een soort zelfversterkend proces wat geen enkel doel meer dient, maar wat zichzelf bezighoudt. Iets opleveren doet het niet.”

Taken naar provincie

Maar als fuseren in de regel geen voordeel oplevert, wat zou dan de les moeten zijn voor de toekomst? Volgens Maarten Allers moet vooral de dynamiek van voortdurende schaalvergroting worden doorbroken. “Dat zou kunnen door de sociale taken waarmee gemeenten overvraagd worden aan de provincies over te dragen. Zo kunnen gemeenten zich richten op de echt lokale dingen en hoef je niet meer op te schalen. Dan heb je het opgelost.”

Help ons verder in dit onderzoek!

Woon je ook in een fusiegemeente of is er een gemeentelijke herindeling op handen? Herken je dit verhaal en wil je jouw voorbeeld delen? Wij horen graag van je!