Het aantal weidevogels in Nederland holt achteruit en dat is slecht nieuws voor de biodiversiteit. In Friesland, de provincie met de meeste Grutto’s, is de bescherming van de weidevogel een heet hangijzer. Zo ook ten zuiden van Leeuwarden, waar een weidevogelgebied moet wijken voor woningen. Kun je een weidevogel verhuizen?
Op onze pop-up redactie in Leeuwarden maakt de bescherming van weidevogels de tongen los. De beschermde vogels zoals de Grutto, in 2015 uitgeroepen tot nationale vogel, weten van oudsher de Friese weiden goed te vinden. Maar liefst tweederde van alle Grutto’s in de wereld broedt in deze provincie.
Productielandschap
Maar de kraamkamer van de weidevogel staat onder druk. Het aantal broedparen van de Grutto daalt al decennialang, van 120.000 in 1960 tot een kleine 30.000 nu. Dat komt omdat we het landschap veranderd hebben, vertelt weidevogelonderzoeker Jos Hooijmeijer tijdens de meet-up in Leeuwarden. “We hebben er een optimaal productielandschap van gemaakt”, zegt hij. Doordat de landbouw nu gericht is op grootschalige efficiëntie is er bijvoorbeeld veel minder kruidenrijk grasland waar de weidevogel floreert.
En als het slecht gaat met de Grutto, gaat het slecht met de biodiversiteit “en die is op het platteland superslecht.” Alleen Malta doet het qua verlies aan biodiversiteit in de Europese Unie nog slechter dan Nederland, vertelt Hooijmeijer. Dat rekent hij de boeren niet aan, want juist door het productielandschap zijn er niet alleen veel minder weidevogels dan vroeger, maar inmiddels ook veel minder boeren.
Ook de Algemene Rekenkamer concludeerde dat het landschap enorm veranderd is, en dat ondanks miljoenen euro’s aan investeringen om de grutto te redden het aantal weidevogels alleen maar achteruit holt. Zo is het aantal subsidies om de weidevogel te beschermen in Nederland sinds 2001 verachtvoudigd, maar is in diezelfde tijd het aantal grutto’s gehalveerd.
Weidevogelparadijs
En dus springen veel mensen in de bres voor de weidevogel. Ten zuiden van Leeuwarden ligt de Hounspolder, een klein poldertje waar al jarenlang tientallen weidevogels broeden. Met deze resultaten in dit kleine gebied is het een van de beste broedgebieden van Nederland.
Maar het weidevogelparadijsje wordt bedreigd door de bouw van een nieuwe wijk in Leeuwarden, zegt Rembrandt van Zanten, voorzitter van de molenstichting die de Hounspolder beheert. “Die wijk komt zo dicht op dit poldertje dat die weidevogels niet meer terugkeren.”
“Die wijk komt zo dicht op dit poldertje, dat die weidevogels niet meer terugkeren.”
Dat zit zo: De Hounspolder grenst al aan de stad, maar aan verschillende kanten ook aan het open veld. Nu wil de gemeente de wijk ‘De Hem’ van 400 woningen pal naast de polder bouwen. Dat de gemeente Leeuwarden een zelfgevraagd ecologisch advies aan de kant schuift, wekt veel onbegrip bij tegenstanders van het woningplan, zoals Friese natuurorganisaties en omwonenden. De natuuronderzoekers van Altenburg & Wymenga adviseren namelijk een bufferzone van 300 meter om de vogels in de Hounspolder te beschermen.
Zonder deze bufferzone van 300 meter zitten de vogels klem, zegt van Zanten. Wethouder Hein de Haan van Leeuwarden wijst op de grote woningnood in de stad en opteert voor een bufferzone van 75 tot 100 meter tussen wijk en polder. Hij ziet een grotere bufferzone niet zitten: “Als je 300 meter afstand zou moeten houden, is er geen haalbare woonwijk meer mogelijk. En die wijk hebben we nodig omdat mensen geen huis hebben.”
Compensatienatuur
Maar als weidevogels moeten wijken voor woningen, moeten ze een vervangend leefgebied krijgen. Dat begint met compensatie in geld. Initiatiefnemers, zoals de gemeente die nieuwe wijk wil bouwen, betalen een bedrag aan de provincie om het verloren gebied te compenseren, waarna de provincie een nieuwe thuisbasis voor de weidevogels zoekt. Dat kan door boeren te subsidiëren om hun land aantrekkelijker te maken voor weidevogels, door bijvoorbeeld een hoger waterpeil of later in het seizoen te maaien.
Toen het gebied ten zuiden van Leeuwarden in z’n geheel werd aangewezen als woningbouwgebied, betaalde de gemeente een bedrag aan de provincie Fryslân om vervangend leefgebied te vinden. Op papier zijn ook de weidevogels van de Hounspolder dan ook al gecompenseerd, zegt de Haan.
Ruim 200 hectare minder
Maar die compensatie is niet goed gegaan, zeggen de tegenstanders Milieudefensie Leeuwarden ploos uit of de maatregelen om de weidevogels te verhuizen werken. Hun conclusie: er is veel minder leefgebied teruggekomen dan er verdwenen is. Er zou 429 hectare worden gecompenseerd, maar uiteindelijk is er slechts 145 hectare aan weidevogelgebied teruggekomen. De provincie erkent dat niet al het weidevogelgebied is teruggekeerd maar komt met andere cijfers; volgens hen is er voor 280 hectare aan weidevogelgebied gecreëerd.
“Het kan inderdaad dat het gebied wat kleiner is”, zegt gedeputeerde Matthijs de Vries van de Provincie Fryslân. Maar ondanks dat de compensatiebedragen verhoogd zijn, zijn er eigenlijk ook te weinig financiële middelen om de weidevogel langjarig goed te beschermen, aldus de gedeputeerde in de radio-uitzending.
Niet duurzaam
Daar komt bij dat er helemaal niet in de gaten gehouden is of weidevogels daadwerkelijk zijn verhuisd naar de nieuwe gebieden, zegt Sietske Inberg van Milieudefensie Leeuwarden. De monitoring per compensatiegebied ontbreekt, “er is nu niet te controleren wat de compensatie voor de vogels heeft opgeleverd”, zegt Inberg. Ook de provincie Fryslân erkent dat in haar eigen evaluatie van het beleid: “Of het compensatiebeheer effectief is geweest kan onvoldoende worden beantwoord.”
En dan is compenserende natuur ook nog eens niet duurzaam, zegt Inberg. Want van het compensatiegeld kan een boer twaalf jaar lang een bedrag krijgen om z’n land aan te passen voor de weidevogel. “En wij weten helemaal niet of de boer daarna doorgaat met dat beleid als die daar geen subsidie meer voor krijgt”, zegt Inberg. Vanuit de provincie is er niet genoeg geld om dat beheer daarna nog te betalen, vertelt gedeputeerde de Vries. Hij zoekt andere subsidies maar “de langjarige vergoedingen voor de boer staan onder druk.”
Om de weidevogel te redden moeten we uiteindelijk naar een ander systeem toe, zegt Inberg: “Er moet beleid komen dat duurzame landbouw echt de keus wordt, dan is uiteindelijk de overlevingskans van de weidevogel ook veel groter.”
Bekijk hieronder onze eerdere uitzending over compensatienatuur: