‘Wonderlijk,’ noemt wethouder Sebastian Dinjens van Velsen het dat een burger de provincie Noord-Holland erop moest wijzen dat staalbedrijf Tata Steel niet volgens vergunning werkte. ‘Het is eigenlijk bizar, je zou als overheden willen dat je het helemaal in de smiezen hebt. Maar ook overheden moeten scherp gehouden worden en gelukkig hebben we dan mondige burgers die zeggen: ‘Let eens op’,’ aldus Dinjens.
De wethouder die in de IJmond ook het platform Milieu&Gezondheid leidt, vindt dat de gemeenten en provincie ook naar hun eigen rol moeten kijken. ‘We hebben misschien wel iets te veel gedacht dat het wel goed zou komen.’ Volgens hem is er na de grafietuitstoot veel gebeurd en wordt er nu door de provincie strakker gehandhaafd. ‘Maar als we kijken naar een jaar geleden, dan moeten we als overheid ook de hand in eigen boezem steken.’ Hij stelt vast dat het vertrouwen in de directie van de staalfabriek een tijdje te hoog is geweest. ‘We vertrouwen ze wel, maar blind vertrouwen dat is gewoon niet goed genoeg. We moeten ook zeker weten dat de gezondheid van onze burgers gewaarborgd is.’
33 dwangsommen
Dinjens wijst op de haat-liefdeverhouding met het staalbedrijf: ‘We willen dat beide naast elkaar kunnen bestaan. Dat we hier lekker kunnen wonen én kunnen werken bij een staalfabriek. Het bedrijf is heel erg geworteld hier, dat is de ene kant. De andere kant is dat de uitstoot door de jaren heen wel verbeterd is, maar er nog steeds is. Als je dan kijkt naar wat de politiek kan doen, dan heb je niet ingrijpen aan de ene kant en de tent sluiten aan de andere kant. En ergens daar tussenin moeten we zitten.’
Inmiddels heeft de provincie Noord-Holland 33 dwangsommen opgelegd voor de grafietoverlast die ontstaat op het terrein van Tata Steel. Sinds januari zijn de kosten die verbonden zijn aan die overtredingen opgelopen van 5.000 naar 25.000 euro per keer. Het bedrijf heeft inmiddels de productie teruggeschroefd en probeert met andere methoden de vergunning na te leven. Maar zonder overkapping zal er toch met enige regelmaat stof in de omliggende dorpen terechtkomen. Moeten er geen hardere maatregelen genomen worden? Want ondanks de dwangsommen lijkt de staalfabriek de overlast nu nog niet volledig te kunnen beheersen.
Kwalijke zaak
Ook Dinjens constateert dat de overlast nog niet weg is en dat de dwangsommen bij de staalverwerker blijven binnenkomen. ‘Dat vind ik ook een kwalijke zaak en wat mij betreft gaan we door met het opschalen tot er wel actie wordt ondernomen. Ik denk dat men voor een deel de overlast wel accepteert, dat doen we hier al decennia. Tot op zekere hoogte, maar dit gaat te ver.’
Hij vraagt zich af of andere erts een oplossing kan zijn om de overlast tegen te gaan. Dinjens: ‘Of terug naar het oude productieproces. Want hoezo kon het in het oude productieproces wel, toen viel de overlast mee. Er was wel stankoverlast, maar als je aan een gemiddelde persoon vraagt: heb je liever stank of grafiet in je tuin, dan denk ik dat de keuze makkelijk is.’
Lastige positie gemeente
Staalbedrijf Tata Steel wordt omgeven door verschillende gemeenten, die zich verenigen in de IJmond. Het bedrijf staat op grondgebied van de gemeente Velsen en de recente grafietoverlast zorgde vooral voor veel ophef in buurgemeente Wijk aan Zee (onderdeel van Beverwijk). Maar ook in de andere gemeenten ervaren bewoners overlast. Eerder in het onderzoek Lokaal Bestuur spraken we met burgemeester Martijn Smit over de onrust in zijn dorp:
Gemeenten zitten in een lastige positie. De provincie is namelijk verantwoordelijk voor de vergunningen die aan het staalbedrijf worden afgegeven, en daarmee ook voor de handhaving daarvan. Dinjens zegt dat het voor hem niet echt inzichtelijk is of het staalbedrijf voldoende doet om de overlast te voorkomen. ‘Dat vind ik op zich al zorgelijk. Doen ze nou wat er moet of gaan ze daar ook verder in dan dat? Ik kan dat niet goed doorzien en dat vind ik jammer.’
Gezondheidsonderzoek herhalen
De grafietregens zorgen ervoor dat ook andere zorgen bovenkomen. Want wat stoot de fabriek verder allemaal nog meer uit? Controleert de overheid wel genoeg? En wat heeft dat allemaal voor effect op de gezondheid? Het Noord-Hollands Dagblad meldde vorige week dat 16 procent van de inwoners van de IJmond zegt te willen verhuizen naar een schonere regio. En 64 procent heeft er weinig tot zeer weinig vertrouwen in dat de overheid voortvarend te werk gaat om de problemen op te lossen.
Huisarts Luc Verkouteren maakt zich ook zorgen over de gezondheid van de inwoners van de regio, zo meldden we al eerder. Hij pleit daarom voor een herhaling van een onderzoek uit 2009 van het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en MIlieu). Daaruit bleek toen dat er in de bepaalde gebieden in de IJmond 22 procent meer longkanker voorkomt. De onderzoekers kunnen destijds geen stellige conclusies trekken over de oorzaken van de verhoging. Verkouteren vindt dat dat nu opnieuw onderzocht moet worden.
Onderste steen boven
Ook Dinjens vindt dat er gekeken moet worden naar de gezondheid in zijn regio. ‘Dat het aantal gevallen van longkanker in deze regio 22 procent hoger ligt dan in andere regio’s dat geeft te denken. Dat het leven onder de wolk van een staalbedrijf en onder alle andere industrie hier niet gezond is, dat weten we. Dat hoeven we niet te herhalen. Waar het om gaat is: Waar komt dat door? Welke bedrijfsprocessen en welke bedrijven veroorzaken dat precies? Als we dat weten dan kunnen we gaan ingrijpen.’
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de gezondheid van hun inwoners. En dat is precies waar een deel van de bevolking in de IJmond zich nu zorgen over maakt. Dinjens vervolgt: ‘Waar ik voor in wil staan, dat is ook mijn verantwoordelijkheid, is dat mensen hier gezond kunnen leven. En daar komen nu ook een beetje vraagtekens bij. Kan dat wel? Dan moeten we echt de onderste steen boven halen en dan moeten we keihard gaan werken om die vraag goed te beantwoorden.’