Duizenden oplichters zijn actief in de wereld van WhatsApp-fraude. De opsporing van deze criminelen is complex, vertelt de politie. “We hebben een enorme hoeveelheid informatie en onderzoek nodig om erachter te komen wie een persoon echt is.”  

Waar de criminaliteit op straat al geruime tijd afneemt, neemt de criminaliteit online toe. Voor de politie vergt dit een nieuwe manier van werken. Yoanne Spoormans werkt bij het cybercrimeteam van de politie Oost-Nederland en is gespecialiseerd in WhatsApp-fraude. Haar team is in het afgelopen half jaar druk bezig geweest met het vinden van een goede werkwijze om de honderden aangiftes die de politie wekelijks binnenkrijgt over WhatsApp-fraude te kunnen bijbenen. Spoormans hoopt dat dit vanaf januari zijn vruchten gaat afwerpen, en dat ze veel meer verdachten daadwerkelijk kunnen oppakken. Maar erachter komen wie er schuilgaat achter een WhatsApp-oplichter is nog niet zo makkelijk.

Twee paden

Spoormans legt uit dat ze bij een individuele aangifte eigenlijk maar twee paden hebben die ze kunnen bewandelen om erachter te komen wie er achter de fraude zit: “De enige opsporingsindicaties die wij hebben zijn het bankrekeningnummer waar het geld naar is overgemaakt en het telefoonnummer dat gebruikt is. Het bankrekeningnummer leidt ons vrij eenvoudig naar degene die een rekening ter beschikking heeft gesteld, maar dat is niet de crimineel die er met het geld vandoor gaat. Die weten natuurlijk dat ze zo gepakt worden. En je kan ook het telefoonnummer nagaan, maar dan heb je eigenlijk altijd te maken met anonieme simkaartjes die snel worden gewisseld. Dus op het moment dat een slachtoffer bij ons aangifte doet, is dat telefoonnummer al niet meer in gebruik en heeft de oplichter misschien ook al een nieuwe telefoon.”

Els maakte 9000 euro over naar oplichters

9000 euro overgemaakt naar Whatsapp-oplichter: “Ik vind mezelf ontzettend stom”

Twee dagen lang maakte Els geld over naar oplichters: “Ik schrok enorm. Ik ben een weldenkend mens. Achteraf begrijp ik niet waarom ik het gedaan heb.”

“We hebben een enorme hoeveelheid informatie en onderzoek nodig om erachter te komen wie een persoon echt is. En dan heb je maar zicht op één iemand van de duizenden. Dus we steken dan eigenlijk liever al het geld en de capaciteit die we hebben in een veel efficiënter en effectievere aanpak.” Het cybercrimeteam probeert zich daarom te richten op mensen die wel te herleiden zijn, om via hen het criminele netwerk te onthullen. Vaak zijn dat de geldezels: mensen die zich door online oplichters laten verleiden om hun bankrekening ter beschikking te stellen voor het buitgemaakte geld. Daarnaast probeert de politie het criminele proces te verstoren door bijvoorbeeld barrières op te werpen in samenwerking met WhatsApp en de telecomwereld, én zich in te zetten om het gebruik van anonieme simkaarten te verminderen. Dit om te voorkomen dat mensen opgelicht worden.

Infiltreren

Maar zijn er geen makkelijkere manieren om te achterhalen wie er achter deze fraude zit? In ons eigen onderzoek valt op hoe groot het netwerk van online oplichters is, en hoe georganiseerd ze te werk gaan. Maar wat ons ook opvalt, is hoe open er gecommuniceerd wordt. In groepen op bijvoorbeeld Telegram handelen duizenden mensen openbaar met elkaar onder alter ego’s in online fraude. Is dit niet de plek voor de politie om criminelen achter de online fraude op te sporen?

We starten een onderzoek naar online oplichting

Zo gaan online oplichters te werk

Online oplichters gaan efficiënt en georganiseerd te werk. Onderling handelen ze in persoonsgegevens en software en zoeken ze mensen om buitgemaakt geld voor hen te pinnen.

“Het lastige met een app als Telegram is dat het gevestigd is in Rusland. Op moment dat wij daar vanuit Nederland onderzoek naar willen doen, dan kost dat enorm veel tijd, enorm veel geld en enorm veel middelen. En we weten ook uit ervaring dat dat toch ook best weinig oplevert.” 

Regelgeving

Ook het inzetten van geavanceerde opsporingsmethodes zoals infiltreren en hacken is lastig voor de politie. Zij mogen zich niet zomaar voordoen als iemand anders om mensen op te sporen, en onderzoek doen door te hacken mag ook niet zomaar. Bart Custers is hoogleraar Law en Data Science aan de Universiteit Leiden. Hij vertelt ons dat Nederlandse opsporingsinstanties vergeleken met andere landen best ver mogen gaan om gegevens te achterhalen van verdachten. Maar hoe ver de politie mag gaan, hangt af van het vergrijp. “Er is een bevoegdheid voor de politie om bijvoorbeeld te hacken in de systemen van de criminelen, maar onder voorwaarden. Er moet sprake zijn van een verdenking van een zeer ernstig feit. En dan moet er toestemming zijn van de rechter.”

Spoormans legt uit dat ze voor WhatsApp-fraude soms dus niet zo ver mogen gaan als de politie zou willen. “We zouden natuurlijk ook wel willen infiltreren in een telefoon en daar een foto maken van iemand die aan het oplichten is. Maar dat wordt gezien als een enorme schending van de privacy in de wet. Daardoor is het alleen maar mogelijk in extreme gevallen. Als het gaat om kinderontvoeringen of situaties van leven en dood bijvoorbeeld.”

Kip of ei

Custers benadrukt dat deze regelgeving ook een zwakke plek kan zijn in dit soort onderzoeken, omdat de omvang van de misdaden vaak pas zichtbaar wordt als de politie kan infiltreren. “Het is wel een beetje een kip- of ei-verhaal. Als je meer politiebevoegdheden inzet dan kan je ook meer informatie inwinnen en zien wat er allemaal speelt. En dan zie je misschien dat het wel ernstiger is. Maar ja, je mag die pas bevoegdheid inzetten als je weet dat het heel ernstig is. En dat weet je aan de voorkant niet.”

Dit leidt dan soms ook tot frustraties bij de politie, erkent Spoormans. “Het is natuurlijk goed dat onze bevoegdheden ook aan regels zijn verbonden. Dat we niet zomaar overal in kunnen hacken, dat we niet zomaar kunnen observeren en infiltreren op forums en mensen in de gaten kunnen houden. Dus het is heel goed dat daar regels voor zijn om ook de burgers tegen de overheid te beschermen. Maar wij werken ook heel hard om zo veel mogelijk slachtoffers genoegdoening te geven voor de criminaliteit die tegen hen gepleegd is. Wij merken dat we daar best wel slagen in maken en ook succes in boeken. Alleen we merken ook dat we eigenlijk veel meer zouden kunnen doen als al die mogelijkheden er wel zouden zijn.”

Uitzending

Aanstaande maandag 1 februari is onze uitzending over WhatsApp-fraude. Kijk om 22.20 uur naar NPO2.

Nieuwsbrief

Wil je ons onderzoek volgen? Meld je aan voor onze nieuwsbrief, dan houden wij je op de hoogte!

Makers