Of de wooncrisis vooral een Randstedelijk probleem is? “Ik moet je teleurstellen”, zegt Hans Kröger van een woningcorporatie in West-Friesland. “De wachttijd is hier ongeveer 8 jaar. Als we een woning beschikbaar hebben, dan reageren daar al gauw achthonderd tot duizend mensen op.” Hij staat te popelen om snel huizen bij te bouwen, maar hij wordt gehinderd door regels, bezwarenprocedures én door de overheid.
Het is een grauwe, grijze en natte dag in februari, zo eentje die we wel vaker hebben gehad deze winter. En hoewel het hier volgens Hans bijna altijd waait, is de stormachtige wind vandaag wel erg onaangenaam. Het klinkt misschien wat cynisch, maar de omstandigheden passen bij een somber verhaal van een wat gefrustreerde, maar gedreven corporatiedirecteur.
We rijden door Wervershoof, één van de 17 dorpskernen van de gemeente Medemblik in het uitgestrekte West-Friesland. Hans Kröger is directeur van Woonstichting Het Grootslag. Hij wil ons graag wat plekken laten zien waar hij het liefst morgen nog wil beginnen met bouwen.
“Er is hier al een hele tijd niet meer gebouwd. De laatste nieuwbouw die we hebben gedaan is van 2014 dus het wordt wel weer eens tijd.” We stoppen bij een aantal vervallen tennisbanen aan de rand van het dorp. Van de kantine is niks meer te zien en op de banen woekert het onkruid. Op deze plek moeten zo’n dertig woningen komen. “Ja dit is een prachtige locatie met een heel mooi park en daarachter het IJsselmeer, dus je woont hier schitterend. En je bent dichtbij alle voorzieningen.”
Vertraging
Schop in de grond, zou je denken. Het liefst vandaag nog gezien de woningnood. Was het maar zo’n feest. “Alleen al voor alle procedures praat je tegenwoordig al over 2 jaar die je nodig hebt. Denk bijvoorbeeld aan de natuurwet. Dat wil zeggen dat wij moeten controleren of er bijvoorbeeld vleermuizen zijn. Alle dieren moeten wij gaan meten. Dan krijg je de bestemmingsplanwijziging. Omwonenden hebben inspraak. Als mensen zeggen: hé, ik wil dat niet. Ik heb nu dat mooie uitzicht. Dan begint er een hele lange procedure die tot aan de Hoge Raad kan duren.”
En dan is er ook nog het ‘capaciteitsprobleem’ bij gemeenten waardoor alles heel traag gaat. “We zien dat al de gemeenten in deze contreien te weinig personeel hebben om al die plannen goed te begeleiden. Daar worstelen we echt mee. Hier bij dit voormalige tennispark zit al de tweede of derde projectleider op en we zijn 2 jaar bezig. Ze komen overal vandaan om hier te helpen. Ja, en dat is zo jammer. Het feit dat ze deskundig zijn is goed, daar zijn we blij mee. Maar ze kennen de omgeving niet en het dorp niet. En dat is juist belangrijk.”
Weiland
We rijden door naar de tweede beoogde bouwlocatie, net buiten Werversdorp. Hans slaat plots een zijweggetje in. We staan voor een hek met daarachter een groot weiland. “ Zie je het voor je? 130 woningen kunnen we hier bouwen. 25 procent wordt sociale huur en de rest is koop. Bijna 10 jaar wachten we hier al op. Zeker als je weet hoeveel woningzoekenden er zijn, is dat een heel lange tijd.”
“Door de natuurwet (dit keer is het een otter, red.) en door een drukke weg hierachter wordt er door de overheid heel moeilijk gedaan om dit te ontwikkelen.” Hans hoopt nu dat het wellicht mogelijk is om hier tijdelijke woningen te mogen bouwen, omdat de milieuregels en andere wetgeving dan minder streng zijn.
Dat het frustrerend is voor een woningcorporatie mag duidelijk zijn. “Dat is het zeker, omdat wij gesprekken hebben met de woningzoekenden. Met jongeren, maar ook met ouderen. Je hebt gewoon geen goed verhaal meer. De woningnood van nu doet me herinneren aan de jaren tachtig. Toen lagen er mensen op luchtbedden bij ons in de kantoren. Dat hebben we nog net niet, maar het scheelt niet veel meer. Het is heel, heel ernstig. Het maakt je triest want je wil zo graag helpen.”
En hoe kijkt Kröger eigenlijk naar het probleem van gescheiden ouders met kinderen? Ook uit West-Friesland krijgen we namelijk berichten van moeders die noodgedwongen in een stacaravan op een vakantiepark verblijven omdat er geen huizen beschikbaar zijn. “Ik kan helaas niets voor ze betekenen. Ik vind dat verschrikkelijk. Laat dat duidelijk zijn. We horen ook verhalen van mensen die wonen in een schuur of bij een van de ouders thuis met kinderen. Ook geen gelukkige situatie. Kijk, op moment kunnen we niet zeggen: je bent over een half jaar aan de beurt. Ze hebben nu geen houvast. Dat is zo vervelend.”