Gemeenten kwamen in 2019 1,6 tot 1,8 miljard euro tekort voor Jeugdzorg. Ieder jaar worden gemeenteraden opnieuw geconfronteerd met forse overschrijdingen van het budget. Die tekorten staan in schril contrast met jeugdzorginstellingen en zorgboerderijen waar veel winst wordt gemaakt, vindt zorgdata-analist Mark Merkus.
Merkus heeft met zijn bedrijf Datimo een systeem ontwikkeld om gemeenten te helpen met het vinden van zorginstellingen die opmerkelijk veel geld overhouden. Hij wil deze tool graag aan gemeenten verkopen. “Maar”, zo zegt hij, “ik heb ook een intrinsieke motivatie. Ondanks dat gemeenten het systeem nog niet lijken te willen inzetten, blijf ik doorgaan. Want ik vind het gek dat we zoveel geld tekort komen in de zorg, terwijl er ook instellingen zijn die hoge winst boeken.”
Als je aan het eind van het jaar van drie miljoen euro zorggeld een miljoen overhoudt, moet je wel kunnen laten zien dat je echt alles hebt gedaan voor de cliënten
Een miljoen euro winst: hoe kan dat?
Pointer onderzoekt al enkele jaren samen met journalistiek platform Follow the Money zorginstellingen op kwaliteit van zorg en winstgevendheid. En ondanks alle goede bedoelingen om winsten in de zorg te beperken, blijkt ieder jaar weer dat er veel zorgbedrijven zijn die tientallen procenten winst maken. Op zich is daar niet per se iets mis mee, maar de vraag is wel: hoe kan dat? “Als je aan het eind van het jaar van drie miljoen euro zorggeld een miljoen overhoudt, moet je wel kunnen laten zien dat je echt alles hebt gedaan voor de cliënten wat kon en niets anders meer kon dan het geld overhouden”, aldus Merkus.
Omdat er een enorm tekort is op het budget voor Jeugdzorg, is het voor de hand liggend dat er streng wordt gecontroleerd op wat er met zorggeld gebeurt. Maar navraag bij gemeenteraadsleden en gemeenten leert dat dat niet altijd het geval is. Een gemeente laat bijvoorbeeld weten sinds vorig jaar strenger te zijn gaan kijken naar de verhouding winst, omzet en beloning van bestuurders. Desondanks heeft het nog een raamovereenkomst met een zorgboerderij waar vennoten ruim tweehonderdduizend euro per jaar bijschrijven. Een beloning waar de gemeente verder niets van wist.
Winsten naar vastgoed
Om de gemeentelijke budgetten onder controle te krijgen, pleit Merkus ervoor om de selectie van zorgaanbieders anders aan te pakken. Dit om te voorkomen dat zorggeld wegvloeit via winst, naar overmatige vergoedingen van (privé)vastgoed of elders. In plaats van het zoeken naar fraudeurs, wat hij als “ingewikkeld en kansarm” bestempelt, wil hij de selectie zo maken dat partijen met een “zeer opmerkelijke bedrijfsvoering” of “onwenselijke resultaten” buiten de boot vallen.
Zorginstellingen krijgen via aanbestedingen een contract met de gemeente voor Jeugdzorg. “Je zou over een periode van 5 jaar die aanbestedingen anders moeten gaan inrichten. Bij de voorwaarden waar zorginstellingen aan moeten voldoen, kun je hardere eisen stellen over hoeveel geld er over mag blijven en besteed dient te worden aan het personeel. Maar bijvoorbeeld ook over hoeveel geld mag worden besteed aan vastgoed dat van de eigenaar is van de zorginstelling”, aldus Merkus.
Winstuitkering
In ons onderzoek naar zorginstellingen komen we veel zorgboerderijen tegen waar forse bedragen overblijven aan het eind van het jaar. Betalingen in de vorm van salaris of een dividenduitkering aan de eigena(a)r(en) van boven de honderdvijftigduizend euro per jaar zijn geen uitzondering.
Of sprake is van fraude is in de meeste gevallen niet vast te stellen, volgens Merkus. De financiën kunnen verdacht lijken, maar of er echt iets misgaat in de praktijk is de vraag. Wat wel duidelijk is, is dat van het tarief dat voor zorg wordt betaald, soms 25 tot 50 procent overblijft aan het einde van het jaar, hoewel het salaris van de eigena(a)r(en) daar soms nog van af moeten.
Uit diverse tips die wij binnenkrijgen, ontstaat het beeld dat op sommige zorgboerderijen niet altijd optimale zorg wordt geleverd, terwijl er wel veel geld overblijft. Ook lijkt het erop dat meerdere zorgboerderijen naast zorg, intensief bezig zijn met paarden. Paardrijlessen, het fokken van paarden en het fungeren als zorgstal zijn onderdeel van het bedrijfsmodel. Niet onlogisch, de paarden zijn nodig voor de therapie en werkzaamheden in de stal worden vaak ingezet voor de dagbesteding van cliënten. Maar wat daarbij opvalt is dat bij sommige zorgboerderijen alle kosten voor de paarden, of dat nu is voor de therapie of voor privégebruik in de vorm van wedstrijdrijden of het fokken en de handel, op kosten van de boerderij komen. Dit zonder dat gemeenten daarvan op de hoogte zijn.
Kan en mag dat zomaar?