Hoewel het niet systematisch gebeurde, hebben de toenmalige gemeenten Zutphen en Warnsveld met hun uitvoerende diensten (zoals de politie) de Duitse bezetter ondersteund bij de onteigeningen van Joods vastgoed. Dit blijkt uit onderzoek van de Radboud Universiteit in opdracht van de gemeente Zutphen. Tegelijkertijd werd er ook geconcludeerd dat de gemeenten zelf geen woningen hebben aangekocht.
Onderzoekers van de Radboud Universiteit Nijmegen, concluderen verder dat er geen enkele aanwijzing is dat de gemeenten Zutphen en Warnsveld onteigend Joods vastgoed zelf hebben gekocht, "of zelfs maar overwogen zouden hebben om tot een dergelijke aankoop over te gaan", luidt het rapport. Daarnaast blijkt dat de onteigende woningen, na de oorlog zijn teruggegeven aan de oorspronkelijke eigenaren of nabestaanden ervan.
In de Tweede Wereldoorlog werden in Zutphen ruim 120 Joodse woningen geroofd en doorverkocht. In totaal vonden er in Zutphen en Warnsveld 95 transacties plaats. Dat blijkt uit een inventarisatie uit de Verkaufsbücher. Hoewel Zutphen nog geen 50 duizend inwoners telt, staat het op de 12e plek in de lijst van gemeenten met transacties in de Verkaufsbücher. Pointer doet al twee jaar onderzoek naar deze transacties. In november 2021 liet Zutphen weten onafhankelijk onderzoek te laten doen naar het reilen en zeilen van de gemeente. De Radboud Universiteit Nijmegen mocht het onderzoek uitvoeren. De resultaten daarvan werden dinsdagavond gepresenteerd.
Het onderzoek van de Radboud Universiteit richtte zich op twee hoofdvragen. Allereerst heeft men geprobeerd antwoord te geven op de vraag of de gemeente Zutphen en/of Warnsveld (dat in de Tweede Wereldoorlog nog een zelfstandigste gemeente was, maar sinds 2005 onder Zutphen valt) zelf Joods vastgoed heeft gekocht. De tweede hoofdvraag ging over het rechtsherstel na de bevrijding. Hebben ook gemeenten Zutphen en Warnsveld naheffingen en eventuele boetes opgelegd aan Joodse huiseigenaren of hun nabestaanden, met name voor straatbelasting?
Conclusies
Op basis van antwoorden op de tweede hoofdvraag heeft de onderzoeksgroep ook een aantal conclusies getrokken over het rechtsherstel. “Een ruime steekproef voor Zutphen en Warnsveld bevestigt het landelijke beeld dat rechtsherstel door teruggaaf van het onteigende vastgoed in vrijwel alle gevallen heeft plaatsgevonden”. Wel duurde het lang voordat het rechtsherstel plaats had gevonden en deden de gemeenten nauwelijks moeite om zicht te krijgen op het lot van de Joodse inwoners.
Salamon Hanouwer was één van de Joodse inwoners uit Zutphens wier huizen werden afgepakt. Uit de Verkaufsbücher blijkt dat in ieder geval zes woningen van Hanouwer zijn afgepakt en vervolgens zijn doorverkocht aan verschillende kopers. Hanouwer werd al vroeg in de oorlog vastgezet in Kamp Westerbork. Vervolgens werd hij op 27 november 1942 vermoord in het concentratiekamp Auschwitz. Salomon Hanouwer werd 65 jaar oud.
Gemeentebelastingen
Uit het onderzoek blijkt dat verschillende gemeentebelastingen, en met name de straatbelasting, tijdens de bezettingsjaren consequent werden geheven. Wanneer panden langer dan twaalf maanden leeg hadden gestaan, werd er geen straatbelasting geheven. De twee gemeenten maakten niet of nauwelijks uitzonderingen bij de heffing van gemeentebelastingen. "Niet op individuele basis, maar ook een kwijtschelding vanwege de oorlogsomstandigheden – in het algemeen of vanwege het bijzondere Joodse slachtofferschap – werd niet overwogen". Tot slot concludeert de onderzoeksgroep dat het onaannemelijk is dat de gemeenten Zutphen en Warnsveld zelf na de bevrijding actief aan de slag zijn gegaan om achterstallige belastingen te innen.
Burgemeester Annemieke Vermeulen reageerde eerder al op de uitkomsten van het onderzoek: "Het rapport geeft veel duidelijkheid over de rol van de gemeente Zutphen rondom het vastgoed van onze Joodse inwoners tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. Uit het onderzoek blijkt niet dat het gemeentebestuur destijds een actieve rol heeft gespeeld in het kopen van onteigende woningen van onze Joodse inwoners of hun nabestaanden. Tegelijk is er ook geen handreiking gedaan vanuit de gemeente als erkenning van de verschrikkingen die hebben plaatsgevonden."