In ons onderzoek naar de Plasticplaag leggen we bloot hoe het zit met het verwerken van wegwerpproducten als frietbakjes en koffiekopjes tot compost en nieuwe grondstoffen. Dit blijkt minder te gebeuren dan we denken en koffiekopjes zijn hierbij een heet hangijzer. Kantoren willen namelijk graag dat ze duurzaam verwerkt worden, maar het lukt nog niet goed. Als we doorvragen, blijken zelfs de bekers van de Rijksoverheid niet gerecycled te worden. ‘Hier balen we ontzettend van.’
De Rijksoverheid is een grootverbruiker als het op koffiebekers aankomt. Logisch dus dat zij in 2018 een onderzoek uitzetten om te kijken wat nou de milieuvriendelijkste manier is om die bekers te verwerken. Op zoek naar een betere oplossing voor onze eigen composteerbare koffiebekers (die niet gecomposteerd, maar verbrand blijken te worden) stuitten we op dit onderzoek van TNO en Wageningen University. 3 verwerkingsroutes namen de onderzoekers onder de loep om te kijken welke het milieuvriendelijkst was. We zijn benieuwd waar de keuze uiteindelijk op is gevallen en bellen met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RvO).
Wc-papier
Allereerst de vraag: hoeveel bekers gebruiken ze eigenlijk daar in het Haagse? Woordvoerder Tom Hoven laat ons weten dat onze rijksambtenaren ieder jaar zo’n 110 miljoen kartonnen bekers met plastic coating leeg klokken. Hoven: ‘85 miljoen zijn bekers van karton met PLA (bioplastic, red.) en 25 miljoen zijn van karton met PE (fossiel plastic, red.)’ Die laatste 25 miljoen zijn restanten van oude contracten, licht Hoven nader toe, en gaan de komende jaren ook over naar PLA-bekers.
De keuze is na het onderzoek dus gevallen op kartonnen bekers met een coating van PLA. Dat klinkt verantwoord. En wat gebeurt er met deze bekers nadat onze ambtenaren ze van de vergadertafel hebben geplukt en in de prullenbak hebben gedeponeerd? ‘Alle bekers met het PLA-laagje worden gerecycled naar toiletpapier en tissues bij WEPA in Swalmen,’ mailt Hoven.
WEPA: wij recyclen momenteel geen balen PLA-bekers
So far, so good. Dat klinkt als een oplossing die voor ons ook interessant kan zijn. Maar wacht even, hoorden wij eerder niet dat recyclen niet mogelijk was voor onze PLA-bekers? Waarom lukt het bij de koffiebekers van de ambtenaren dan wel? We vragen het aan accountmanager Brian Jansen van papierfabriek WEPA: verwerken ze die bekers van papier met PLA nou opeens wel? ‘De mogelijkheid is er,’ geeft Jansen aan. ‘We hebben wel een pilot gedraaid met de bekers van de Rijksoverheid. Maar op dit moment ontvangen we geen balen PLA.’ Dus die bekers van het Rijk komen nooit bij hun fabriek aan? Jansen dubbelcheckt het bij zijn Duitse moederbedrijf en komt weer op de lijn: ‘We zouden het wel kúnnen verwerken, hebben we gezegd na de pilot, maar dan alleen als we alle bekers van de overheid krijgen en in aparte PLA-balen, zodat we de PE-reststroom uit ons reguliere proces niet vervuilen. Maar we krijgen ze nu zeker niet als separate stroom, nee.’ Lees hier het volledige antwoord van WEPA.
Boos
Ondertussen komt de RvO weer op de draad. Woordvoerder Mathijs Tax wil ons nog even spreken over die bekers. ‘We hebben het intern gecheckt en we horen nu dat de bekers niet gerecycled zijn. Daar zitten we ontzettend van te balen natuurlijk.’ Alle PLA-bekers zijn de verbrandingsoven ingegaan, weet hij inmiddels. ‘Terwijl wij dachten dat het gerecycled zou worden.' En nu zijn jullie boos? 'Ja.’
Oei. Hier lijkt wat ruis op de lijn te zitten. Of er is iemand voor het lapje gehouden. Met wie heeft de RvO die afspraken eigenlijk gemaakt? Hoven:‘We hebben een contract met Renewi en daar gaan we het neerleggen.’ Hé, Renewi.. Die kenden we al van de verwerking van ons eigen koffiebekertje (dat niet gecomposteerd werd, maar verbrand). We bellen met woordvoerder Jorrian Dorlandt: hoe zit het met die ambtelijke bekertjes? Worden ze nou wel of niet gerecycled? Dit zijn vragen die Dorlandt niet kan beantwoorden via de telefoon. Het is absoluut noodzakelijk dat we met onze eigen ogen komen kijken. We krijgen een uitnodiging om langs te komen in Breda, bij Destra, de koffiebekerhub van Renewi Nederland. We pakken de trein en melden ons bij manager Arend Verhoeven en manager Ecosmart Willem Sterkenburg. Samen lopen we langs de balen en de snippers. Hier verwerkt Renewi al ons vertrouwelijke papier en halen ze apparaten uit elkaar die retour komen. Het ziet er allemaal prachtig en indrukwekkend uit. Ze doen hele mooie dingen daar in Breda, dat is duidelijk, maar: hoe zit het nou met die bekers? ‘Ik heb het even nagekeken,' zegt Verhoeven. 'En we hebben het afgelopen jaar in totaal 40 ton koffiebekers naar WEPA gestuurd. Het meeste PE-bekers.’ Wat? 40 ton? Hoeveel weegt een bekertje? Een paar gram? Dus dan hebben we het over enkele miljoenen bekers. Terwijl alleen de overheid er al 110 miljoen gebruikt. Dat is niet veel. ‘Nee.’
‘Nootjes? Dan is het voor ons klaar’
Hoe kan dat? Verhoeven pakt zijn laptop erbij. We zien foto’s van koffiebekers zoals Renewi die krijgt aangeleverd. ‘Kijk: nootjes, blikjes, klokhuizen, zakjes… vanalles zit ertussen. En dan is het voor ons klaar.’ Klaar? De vervuiling is zo groot, volgens Verhoeven, dat ze meer dan 90 procent van de koffiebekers die binnenkomen moeten afkeuren. Hoe kan dat nou? In het TNO-onderzoek stond juist dat 89 procent goed genoeg zou zijn voor recycling?
‘In de praktijk is dat dus anders. Dat hebben we ook richting de overheid aangegeven natuurlijk,’ zegt Sterkenburg, ‘maar misschien niet duidelijk genoeg.’ Hij steekt de hand in eigen boezem en wil vooral niet zwartepieten. Iedereen draagt verantwoordelijkheid, meent hij. ‘We hadden hier misschien nog meer op moeten aandringen, maar we hebben aangegeven dat de koffiebekers schoon moeten zijn en dat ze te vervuild waren. Ze kunnen niet zeggen: dat wisten we niet.’ Hij benadrukt dat ‘samenwerking in de keten’ cruciaal is als we circulair willen zijn. Sterkenburg: ‘Maar dat gaat nog niet altijd van een leien dakje.’
We vragen de RvO om een reactie: wisten ze nou wel of niet dat die bekers gewoon verbrand werden? Helaas zijn ze nog te veel in shock om te reageren. Tax mailt: ‘Voor ons is het nog zo vers dat we eerst moeten uitzoeken hoe het precies zit en hoe we nu verder gaan.’