Beelden van oorlog, natuurrampen en ongelukken: grote kans dat je tijdlijn op social media dagelijks gevuld is met negatief nieuws. Welke invloed hebben deze algoritmes op jou? En hoe ga je de angst die hierdoor kan ontstaan te lijf? Wij vroegen het angstexpert en psycholoog Bram Vervliet, die 6 vragen beantwoordt over oorlogsangst en uitlegt hoe je stopt met ‘doomscrollen’.

1. Hoe werkt angst?

“Ons angstsysteem heeft zich miljoenen jaren als verdedigingsmechanisme ontwikkeld, zodat wij - als gewilde prooien - contactmomenten met roofdieren kunnen overleven. Dat verdedigingssysteem kent drie stadia. Als het roofdier zich nog veraf bevindt, soms zelfs onzichtbaar, dan heb je meestal een gevoel van onbehagen. Je aandacht verspreidt zich naar verschillende plekken. Maar zodra je iets van het roofdier ziet, krijg je een soort tunnelvisie. Je hart gaat sneller kloppen en je maakt je klaar om te vechten of vluchten. Als laatste is er de paniekreactie, wanneer het roofdier daadwerkelijk aanvalt en alle kracht die je nog hebt naar je spieren trekt om het moment van leven of dood te overleven.”

“Onze hersenen zijn dus geprogrammeerd op hoe dicht bij een roofdier is. Maar in onze huidige wereld, waarin je soms filmpjes ziet van gevaarlijke situaties, lijkt het voor je hersenen alsof je daar in de buurt bent. Zo kun je sneller in die paniekmodus terechtkomen, ook al gebeurt iets in feite ver weg. Bovendien zijn mensen sociale dieren. Wij worden niet alleen bang als we zelf iets meemaken, zoals een auto-ongeluk, maar ook door enge verhalen van anderen. Denk aan spookverhalen die je hoort als kind, maar ook wanneer je ziet dat een ander wordt aangevallen. Daardoor kan er ook een gevoel van dreiging bij jezelf ontstaan.”

2. Wat gebeurt er als je online continu negatieve informatie voorbij ziet komen?

“Stel, ergens in een stad ontstaan rellen, doordat een demonstratie met politiegevechten gepaard gaat. Dan betekent het niet dat de hele stad plots onveilig is. Maar toch, als je alleen die gewelddadige filmpjes ziet, kun je het gevoel krijgen dat er gevaar dreigt. Dit komt ook omdat onze hersenen gebruikmaken van eenvoudige routes om snel conclusies te trekken. Je brein kan dan snel besluiten dat er onheil dreigt, zelfs als je begrijpt dat je maar een selectie van filmpjes ziet."

"Het kan moeilijk zijn om te stoppen met doomscrollen, zeker omdat angst de behoefte versterkt om informatie te vergaren, als onderdeel van ons verdedigingssysteem. Je hersenen willen weten wat er verder gaat gebeuren en meer informatie om controle te krijgen over de situatie. Dat doomscrollen dient dus ook een doel, al schiet dat soms zijn doel voorbij. Want je kunt in een loop terechtkomen natuurlijk, waarin je enkel nog met die dreiging geconfronteerd wordt. Het wordt problematisch als je je piekerknop niet meer kunt uitschakelen, ook al heb je je telefoon weggelegd.”

3. Hoe stop je met doomscrollen?

“De eerste stap is om je nieuwsconsumptie te verminderen en daar weer controle over te krijgen. Want we hebben geen vat op wat we op allerlei plekken in de wereld zien gebeuren – Oekraïne, Gaza, Oost-Congo. Bovendien overspoelt het nieuws ons. Vroeger was er ’s ochtends de krant en wist je: nu ga ik het nieuws tot mij nemen. Mensen kunnen nu een controleverlies ervaren doordat slecht nieuws maar eindeloos blijft binnenkomen.”

“Je kunt je push-notificaties bijvoorbeeld uitzetten, belangrijk nieuws bereikt je toch wel. Overweeg ook of je het nieuws wel via social media wil consumeren. Want daardoor krijg je tussen berichten van vrienden ook negatieve berichten te zien, dat wordt een mengelmoes. Probeer die informatiestromen uit elkaar te trekken, en beslis zelf wanneer je het nieuws checkt.”

De eerste stap is om je nieuwsconsumptie te verminderen.

Psycholoog Bram Vervliet

“Het kan ook helpen om met anderen te praten over je angst, het liefst met mensen die dit wat minder ervaren. Want we weten dat angst besmettelijk is, maar rust is dat ook. Overigens pleit ik er niet voor om elk negatief gevoel uit te gummen. Angst is niet slecht en het wijst ook op een betrokkenheid die je ervaart. Dat je het bijvoorbeeld vreselijk vindt in welke situaties mensen moeten leven, overleven of sterven. Dat gevoel is op zich oké, behalve als het doorschiet en je het gevoel hebt dat morgen de Russen voor de deur staan.”

4. Berichten over een noodpakket: creëren die angst of juist niet?

“Het kan twee kanten op. Een noodpakket kan meer angst creëren, omdat het ons met de neus op de feiten drukt dat er blijkbaar dreiging is en we daar individueel klaar voor moeten staan. Anderzijds kan het ook rust creëren als mensen het in huis halen, omdat ze het gevoel hebben: bij dreiging kan ik iets gemakkelijker 2 dagen overbruggen. Op die manier heeft ook de overheid meer de handen vrij om in te grijpen waar het echt nodig is.”

“Deze vraag leefde ook rondom de mondmaskers tijdens covid. Als psycholoog was mijn verwachting dat de introductie ervan juist angst zou creëren. Maar als ik er nu op terugkijk, bracht het rust en konden mensen weer doen wat ze normaal deden. Het leerde me dat er nooit één juist antwoord is. Een deel van de bevolking is sowieso angstig aangelegd, en kan bang worden door noodpakket-informatie en mondmaskers. Het andere deel trekt zich er weinig van aan en is niet bang of voorzichtig te krijgen. Hen moet je juist veel informatie geven om hun gedrag te veranderen.”

5. Welke verantwoordelijkheid hebben media?

“Dat is een belangrijke en moeilijke vraag. Media hebben de plicht om feiten tot bij de burgers te brengen, en die plicht is belangrijk. Tegelijkertijd is er een eindeloze stroom van negatieve zaken die gebeuren in de wereld. Er zijn immers 8 miljard mensen op de planeet, er is altijd wel ergens een bus- of vliegongeval. Hoewel die eigenlijk heel zeldzaam zijn, komen dit soort gebeurtenissen wel heel sterk in het nieuws.”

“Terwijl over goeie zaken bijna nooit wordt bericht, omdat die vaak niet spectaculair zijn. Als ik zeg: er zijn al 2 maanden geen mensen overvallen in onze stad. Dan is dat mooi nieuws, maar waarom zou ik dat na 2 maanden melden, en niet na 4 maanden of een jaar? Er is nooit een aanleiding om goed nieuws te brengen, terwijl negatieve gebeurtenissen meestal plots plaatsvinden en angst uitlokken.”

“De media mogen meer focussen op positief nieuws, want er gebeuren ook goede dingen in de wereld. De kindersterfte neemt af, extreme armoede neemt af, de scholingsgraad van meisjes neemt toe. Maar deze onderwerpen krijgen weinig aandacht, omdat het beetje bij beetje verbetert.”

6. Wat wil je zeggen tegen jongeren die bang zijn voor oorlog?

“Ik begrijp heel goed dat jongeren bang kunnen worden, als ze worden geconfronteerd met dreiging. Je hebt nog een heel leven voor de boeg, wat betekent een mogelijke oorlog voor jou? Zal je zelf moeten vechten? Ik vind het belangrijk om te benadrukken dat we in Europa een sterke overheid hebben en dat wij toch op één van de veiligste en rijkste plekken van de wereld wonen.”

“Vertrouwen is het beste tegengif tegen angst. Meer nog dan hoop. Hoop is goed, en betekent dat je de verwachting hebt dat iets de goede kant op kan gaan. Maar vertrouwen biedt de zekerheid dat we een dreiging aankunnen in het hier en nu. Als individuele burger kunnen we ons soms verloren voelen. Daarom is de kracht van onze samenleving als geheel belangrijk. Als jongere mag je erop leren vertrouwen dat de instituten die we als samenleving hebben opgebouwd veel van deze dreigingen heel goed aankunnen.”

Bram Vervliet is hoogleraar aan de KU Leuven en schreef het boek 'Waarom we bang zijn'. Bekijk hieronder ook de video met het interview:

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang iedere week onze beste verhalen in je mailbox.

Makers

Online redacteur
Online content strateeg
Online content specialist

Samen komen we verder

Ons onderzoek begint bij jou. Heb jij een tip of ervaring die je met ons wil delen? Laat het ons weten!

Heb jij een tip of ervaring die je met ons wil delen? Laat het ons weten!

Documentatie uploaden
CAPTCHA
Deze vraag is om te controleren dat u een mens bent, om geautomatiseerde invoer (spam) te voorkomen.

Bedankt, je tip is verstuurd

Wat gebeurt er nu met mijn tip?

Bedankt dat je de tijd hebt genomen om het tipformulier in te vullen. Je tip is verstuurd naar de redacteur van het onderzoek. Wij publiceren niets met naam en toenaam zonder contact met je op te nemen. Soms krijgen we zoveel tips binnen dat het ons helaas niet lukt om iedereen een persoonlijke reactie te sturen. We vragen je begrip hiervoor. 

Benieuwd naar de impact van eerdere tips?

Van kamervragen tot petities en maatschappelijk debat: samen met jou pakken we systemisch falen en onrecht aan. Benieuwd naar de impact van eerdere onderzoeken en ingezonden tips? Bekijk dan nu ons track record.