Het borrelt en bruist bij een groep jeugdbeschermers als zich in 2018 een veelbelovende nieuwe kans voordoet. Bij jeugdbeschermingsinstelling Briedis zou alles anders gaan. Zo zou er veel meer tijd zijn voor de begeleiding van gezinnen, een veelgehoorde klacht in de wereld van de jeugdbescherming.  Ook de Zeeuwse gemeenten zijn enthousiast. Maar na een paar jaar spat die droom uit elkaar en gaat Briedis failliet. Een reconstructie van Pointer en Follow The Money.

Sinds de decentralisatie van 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van de jeugdwet. Gemeenten kopen diensten in bij de jeugdbescherming die deze taak moet uitvoeren. Briedis is één van de nieuwkomers in deze markt.

Het is mei 2020 als medewerkers van de jeugdbeschermingsorganisatie Briedis in hun heiweekend verrast worden met het nieuws dat de organisatie een schuld heeft van 8 ton. De jeugdbeschermers staan perplex. De maanden daarvoor zijn er al alarmerende berichten binnengedruppeld over de financiële situatie bij Briedis. Zo is het salaris van medewerkers nog niet volledig uitbetaald. Toch slaat het nieuws in als een bom. Alleen de bestuurder lijkt op de hoogte van de financiële situatie. En dat is vreemd vinden de medewerkers, want zij zijn mede-eigenaar van Briedis. Hoe heeft dit kunnen gebeuren?

Luister naar onze uitzending van 20 juni (27 minuten):

Jeugdbeschermingsdrama in Zeeland en Brabant

Nieuwe werkwijze

Het brein achter Briedis is bestuurder Corina Schenk. Nieuwkomer Briedis gaat het helemaal anders doen. Zo worden de jeugdbeschermers mede-eigenaar van de coöperatie Briedis en zijn ze medeverantwoordelijk voor de nieuwe werkwijze. De jeugdbeschermers krijgen ook veel meer tijd om gezinnen te begeleiden dan gebruikelijk, een veelgehoorde klacht vanuit het veld. Het verhaal van Schenk slaat aan en in januari 2018 sluiten de eerste zzp'ers zich aan. Er wordt gezamenlijk gepuzzeld aan de nieuwe organisatievorm van Briedis. Daar gaan veel weekenden en onbetaalde overuren in zitten, maar omdat de medewerkers geloven in de nieuwe werkwijze vinden ze dat in eerste instantie geen probleem.

Al snel blijkt dat het er financieel veel minder rooskleurig uitziet dan gedacht. Bestuurder Schenk doet pogingen om bij bancaire instellingen een opstartkapitaal te krijgen, maar die zien dat niet zitten. Wel krijgt Briedis in september 2018 een certificaat, dat sinds de invoering van de jeugdwet noodzakelijk is om jeugdbescherming te mogen bieden. De kosten van dat certificaat – 4000 euro – zijn voor Briedis.

We zochten echt een organisatie die de problemen bij Intervence kon opvangen

Wethouder Jack Werkman

Wachtlijsten

De medewerkers van Briedis investeren een bedrag van ieder 2000 euro in Briedis en daarmee worden ze lid van de coöperatie. Bestuurder Schenk investeert ruim een ton. Ook de Zeeuwse gemeenten maken geld vrij voor de jeugdbeschermingsinstelling. In 2019 verstrekken zij een tijdelijk voorschot van 165.000 euro, zodat Briedis de wachtlijsten bij die andere jeugdbeschermingsorganisatie – Intervence – weg kan werken.

“We zochten echt een organisatie die de problemen bij Intervence – hoog ziekteverzuim en groot verloop van mensen – kon opvangen”, zegt wethouder Jack Werkman van de gemeente Sluis, voorzitter van de bestuurscommissie inkoop jeugdhulp Zeeland. “Briedis was net begonnen en stond klaar om een aantal maatregelen over te nemen. Ze kwamen met een vernieuwend concept in de markt. Minder regels en meer op de zorg gericht. Dat sprak ons aan. We wilden dat een kans geven.”

Illustratie over jeugdzorg

Gezinsvoogden jeugdbescherming voelen zich in het nauw gedreven

Sinds de decentralisatie zijn duizenden medewerkers bij de jeugdbescherming vertrokken.

Veel reistijd

Ook de jeugdbeschermers van Briedis geloven in dat nieuwe concept. Er wordt veel meer tijd besteed aan gezinnen als dat nodig is. “Aanvankelijk maakten we veel tijd voor de gezinnen", zegt een oud-medewerker. “Daarmee wilden we echt het verschil maken. Zo gingen we soms een hele zaterdagmiddag naar een vakantiepark, om ouders met een uit huis geplaatst kind een mooie middag te bezorgen. Dan hoefden ze niet in een saai kantoor te zitten om hun kind te zien.”

Dat de jeugdbeschermers soms moeten wachten op betaling nemen ze op de koop toe. Ze hebben dan nog het idee dat het wel goed komt. Maar op een gegeven moment beginnen zaken te knellen, zoals de reistijd die medewerkers kwijt zijn. Naast Zeeland wordt Briedis ook in andere regio’s actief, zoals in de Gooi- en Vechtstreek, Brabant en Den Haag. “Tweederde van de tijd zat ik op de snelweg. Als we naar Zeeland moesten dan moest ik regelmatig via België rijden. We hadden geen werkplek en werkten alleen vanuit huis of langs de snelweg”, zegt een medewerker.

Realiteit

Maar ook in het concept van Briedis – meer tijd voor gezinnen – komen al snel scheurtjes, omdat er een blijvend tekort is aan geld. Waar er eerst twee jeugdbeschermers staan op één gezin, verandert dat al snel naar één jeugdbeschermer. Gezinnen die we spreken klagen over de inzet van de jeugdbeschermers van Briedis. “Ze kwamen afspraken niet na, zegden huisbezoeken af, volgden beschikkingen niet op van de rechter, vertraagden zorg voor de kinderen en deden uitspraken over de kinderen die ze al lang niet meer hadden gezien of gesproken.”

Ook de jeugdbeschermers bij Briedis worden onrustig. Eind 2019 beginnen ze zich te roeren als hun facturen nog maar gedeeltelijk worden betaald. Als ze Schenk om inzage in de financiële cijfers vragen, krijgen ze de ene na de andere Excelsheet met telkens andere cijfers. Waar het geld dat er wel binnenkomt uiteindelijk gebleven is? “Dat was nodig voor systemen en er zijn externen ingehuurd die geholpen hebben bij de organisatie”, zegt een jeugdbeschermer.

Jeugdzorg in het rood

Jeugdzorg in het rood: wie is het kind van de rekening?

Maar liefst acht op de tien gemeenten koerst dit jaar af op rode cijfers in de jeugdzorgbegroting. Hoe komt dat en wie betaalt daarvoor uiteindelijk de prijs?

Financieel

Briedis blijft maar verlies draaien. Medewerkers werken in de avonden en weekenden door, maar krijgen nog steeds niet volledig betaald. Terwijl ze veel tijd kwijt zijn aan de hulpverlening aan gezinnen hebben ze het gevoel de greep op het organisatorische gedeelte te verliezen. Het idee van de coöperatie verdwijnt naar de achtergrond. “Aanvankelijk was het idee dat we gezamenlijk zouden beslissen, maar uiteindelijk kreeg de bestuurder die bevoegdheid. Het verbaast me nog steeds dat dit heeft kunnen gebeuren. We wilden een coöperatie en alsnog beslist nu de bestuurder.”

Sommige medewerkers besluiten Briedis te verlaten, wat ze pijnlijk noemen voor de gezinnen die ze achter moeten laten. In de tussentijd worden er nog steeds gezinnen bij Briedis aangemeld en wordt er nieuw personeel geworven. “Alles werd opgehemeld voor de nieuwe medewerkers. ‘Je wordt rijk en we worden groot’, dat was het verhaal. Ondertussen konden wij niet alle zaken aan. Mensen gingen eraan ten onder.”

Hoop

Toch gloort er een sprankje hoop voor Briedis als de andere Zeeuwse jeugdbeschermingsinstelling – Intervence – kopje onder dreigt te gaan. Dat gebeurt in december vorig jaar. De Zeeuwse gemeenten trekken de stekker uit Intervence, omdat de instelling te duur en te weinig efficiënt zou zijn. De gezinnen van Intervence moeten bij de andere organisaties - het Leger des Heils, de William Schrikker Stichting én Briedis - worden ondergebracht. De gemeenten tekenen een intentieovereenkomst met de drie organisaties om het overnameplan verder uit te werken.

Maar zover komt het niet. Intervence tekent protest aan bij het ministerie, omdat gezinnen bij de overname de vertrouwensband met hun gezinsmanager verliezen. Ze krijgen bij een overname met een nieuwe jeugdbeschermer te maken. Het protest van Intervence heeft succes. Het ministerie van Justitie en Veiligheid en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd halen een streep door de plannen. Half februari laat de inspectie weten dat ze er geen vertrouwen in heeft dat Briedis in korte tijd de toestroom van gezinnen aankan.

Bij een meerderheid van de Jeugdzorg-zaken speelt een complexe scheiding een rol / Getty Images

Effect van hulpverlening bij vechtscheidingen niet aangetoond

Kort door de bocht

Schenk zegt in een reactie het niet met de visie van de inspectie eens te zijn. “Het is begrijpelijk dat ze zich zorgen maakten, maar ze gingen kort door de bocht. Wij hebben geen antwoorden kunnen geven op vragen die ze hadden naar aanleiding van het concept. Ik heb ze daar ook een brief met verweer op geschreven, maar ik kreeg een nietszeggend antwoord terug. Het leek van tevoren al vast te staan wat het oordeel van de inspectie zou zijn.’

Vanwege het negatieve rapport van de inspectie komt Briedis onder een vergrootglas te liggen. Er stromen uit andere regio’s nog steeds gezinnen toe, maar tegelijkertijd kampt Briedis met een tekort aan personeel. De jeugdinstelling blijkt die werkdruk niet aan te kunnen. Er zijn teveel kinderen voor te weinig jeugdbeschermers. In april raakt Briedis het certificaat kwijt en krijgt zij de opdracht om binnen een half jaar alle lopende dossiers aan een andere instelling over te dragen.

Failliet

En daarmee komt er een einde aan de droom van Schenk en de jeugdbeschermers van Briedis. De instelling die het graag beter en anders wilde doen. Met meer tijd voor het begeleiden van gezinnen. Schenk vindt het jammer dat Briedis geen tweede kans heeft gekregen. “Ik zal de laatste zijn om te zeggen dat het bij de laatste audit op orde was door alle omstandigheden waar we op dat moment mee te maken hadden. Mij was verteld dat er nog mogelijke verlengingen zouden komen, zodat we na drie maanden zouden kunnen laten zien dat het weer op orde zou zijn. Ik vind dat we dat verdiend hadden.”

Op 1 juni valt definitief het doek voor Briedis en wordt de organisatie failliet verklaard. En dat betekent dat er nog een aantal schuldeisers aan de poort staan. Zo zijn er de jeugdbeschermers die vertrokken zijn. Zij hebben een afbetalingsregeling getroffen om het achterstallig salaris terug te krijgen. Dat bedrag verschilt van 7.000 tot wel 40.000 euro per werknemer.

Schadevergoeding

Bestuurder Corina Schenk is van plan om een schadevergoeding in te dienen, die op kan lopen tot 1,4 miljoen euro. “Niet dat ik dollartekens in mijn ogen zie, maar er hebben een heleboel mensen zich belangeloos ingezet om ons vooruit te helpen en ik wil dat zij gewoon betaald worden voor hun diensten. Dat geldt ook voor de jeugdbeschermers.”

Maar wat gebeurt er met de gezinnen die nu nog onder Briedis vallen? Uiteindelijk zullen die aan een andere instelling worden overdragen. En door een speling van het lot zou dat zomaar eens Intervence kunnen zijn. De instelling die eind vorig jaar nog in stukken zou worden opgedeeld, heeft in Jeugdbescherming West – een grote jeugdbeschermingsinstelling in Zuid-Holland - een fusiepartner gevonden. Met die fusie zijn de Zeeuwse gemeenten recentelijk akkoord gegaan, waarmee er voorlopig een einde lijkt te komen aan het jeugdbeschermingsdrama in Zeeland.

Lees ook het artikel van Judith Spanjers op Follow the Money.
NPO Radio 1: 'Jeugdbeschermingsdrama in Zeeland'

Wil je op de hoogte blijven van dit onderzoek?

Elke week sturen we je onderzoeksverhalen, tips van de redactie, en verhalen die je nog van ons kan verwachten.

Makers