Anne en Tamar wonen inmiddels 3 jaar in een sociale huurwoning in de wijk Kostverloren in Groningen. Onder hen woont een man die vanaf dag 1 warrig overkomt. ‘Niet fijn, maar geen ramp,’ dacht Anne. Totdat de buurman tegen haar gaat schelden en duidelijk wordt dat hij het vooral op haar heeft gemunt.
Na het zoveelste voorval met hun onderbuurman neemt Anne contact op voor ons onderzoek Burenoverlast. ‘Vandaag is er weer een incident geweest, terwijl ik met een wasmand naar de gezamenlijke waskelder liep. Toen ik langs zijn deur liep, deed hij open en zei hij iets in de trant van: ‘Daar heb je haar weer hoor. Vies kankerwijf!’ Hij liep achter me aan, al scheldend.'
Toen ik door de deur naar de wasruimte liep, keerde hij om. Ik durfde niet meer naar boven en heb mijn vriendin gevraagd me op te halen.’
‘Hij bleef maar schelden’
Anne en Tamar willen graag hun verhaal doen, maar niet onder hun eigen naam uit angst voor de eventuele gevolgen. ‘Vanaf het begin waren er al kleine, rare momenten met onze onderbuurman,’ laat Anne weten. ‘Hij zat vaak ik zijn schuur en praatte dan in zichzelf. Als wij dan naar onze eigen schuur gingen, keek hij ons bedreigend aan en sloeg de deur dicht.’
Op gegeven moment werd de sfeer grimmiger. Tamar: ‘Dat begon ongeveer 2 jaar geleden in de wasruimte beneden. De buurman sprak Anne aan en begon te schreeuwen en te roepen dat hij continu herrie van ons heeft. Dat we slaan met de deuren. Er was geen redelijk gesprek met hem te beginnen.’ Op het moment dat Anne haar fiets wilde pakken richtte de man zich op haar. ‘Hij kwam boos naar me toe lopen en begon me uit te schelden voor van alles,’ vertelt ze. ‘Volgens hem stampten wij altijd op de vloer en sprongen door het huis.'
Hij bleef maar schelden en liep steeds bedreigender op me af en ben toen hard weggelopen naar boven.
Ex-vriendin ook bedreigd
‘Anne was erg angstig en in tranen,’ vertelt Tamar. ‘Na dit voorval hebben we de eerste melding gedaan bij de woningbouwvereniging. Het interessante was dat wij op dat moment van de woningcorporatie een melding kregen dat WIJ voor overlast zouden zorgen. Kort daarna begon hij met een bezemsteel tegen het plafond te beuken.’ Anne en Tamar deden ook een melding bij de wijkagent en het wijksteunpunt. ‘Het bleek al bij hen bekend,’ zegt Anne. ‘Zij konden ook geen goed contact met hem krijgen. En ze konden niets voor ons doen omdat het een geïsoleerd geval zou zijn.’ Maar na rondvragen bij de buren blijkt dat niet het geval. Zij hadden een paar jaar terug soortgelijke ervaringen met de onderbuurman.
‘De buurman op de eerste verdieping liet weten dat onze onderbuurman hem een keer geslagen heeft,’ gaat Anne verder. ‘Hij woonde toen in ons huis en is door dit incident naar een andere woning in onze portiek verhuisd. En onze buurman schuin onder vertelde dat onze onderbuurman zijn toenmalige vriendin meerdere keren bedreigd heeft.’
Als wij deze buurman bellen, bevestigt hij het verhaal. Kevin: ‘Ik heb 3 jaar geleden ook meldingen gedaan bij woningcorporatie Nijestee en de politie. Hij bedreigde inderdaad mijn toenmalige vriendin.’ Volgens Kevin zit de man in een instelling voor geestelijke gezondheidszorg (GGZ) en woont hij niet permanent thuis. ‘Het is een heel vervelende man. Hij ratelt, er komt niks zinnigs uit en hij begint ineens vanuit het niets te dreigen. Ik ben niet bang voor hem, maar ik kan me voorstellen dat hij door fysiek overwicht bedreigend overkomt.’
Onmachtig
Anne en Tamar denken genoeg munitie verzameld te hebben voor actie tegen hun buurman. ‘Met de informatie die de buren ons gaven, hebben we weer contact opgenomen met de woningbouwcorporatie. Maar die konden niet veel anders doen dan weer een brief naar hem sturen, omdat er volgens hen te veel tijd tussen de incidenten zat,’ aldus Anne.
Tamar: ‘Wel zijn we doorgestuurd naar het wijksteunpunt voor buurtbemiddeling, maar dat wilde hij niet. Wij zijn toen zelf op gesprek gegaan bij het wijkteam, maar zij hebben niets meer laten horen.’ Tamar vindt het gebrek aan informatie over de voortgang storend: ‘We horen niets. Ook niet van de woningbouwvereniging. We weten niet wát er gebeurt en óf er iets gebeurt.’
Tamar: ‘Anne voelt zich angstig in haar eigen huis. Ze durft haar fiets niet in de berging te zetten en het gevoel dat ze naar boven moet, langs de deur van de buurman, vindt ze heel onplezierig.’ Anne: ‘We voelen ons allebei heel erg naar door deze situatie en onmachtig, Het enige dat we horen van de woningbouwvereniging en de wijkagent is dat we het moeten negeren. Maar dat is heel lastig als je niet meer zelf naar beneden durft te lopen, omdat je bang bent dat hij je in een onvoorspelbare bui iets aan doet.’
Uitzetten ‘laatste redmiddel’
We vragen woningcorporatie Nijestee wat zij in het geval van Anne en Tamar aan de overlast kunnen doen. Vanwege de privacy kan de corporatie niet op hun individuele situatie ingaan. Wel laat Carla Terhell , directeur Woondiensten, ons weten: ‘Wij vinden het heel vervelend als mensen overlast hebben van hun buren. Vaak is er politie en hulpverlening bij betrokken. Wat wij eraan doen? In gesprek gaan met beide partijen en eventueel buurtbemiddeling en hulpverlening inschakelen. Ook kunnen we een gedragsaanwijzing inzetten, bijvoorbeeld als iemand ’s nachts muziek maakt.’
Terhell laat weten dat een corporatie niet zomaar iemand uitzet. Daarvoor moet de ernst van de situatie worden aangetoond en daarom is het belangrijk dat huurders genoeg dossier opbouwen en overlast blijven melden bij de corporatie en de politie. ‘Uitzetten is het laatste redmiddel. Wij zijn van het huisvesten, niet van het uitzetten. Dat doen wij ook niet zo vaak, in 2018 hebben we dat bijvoorbeeld nul keer gedaan.’ Bovendien kunnen woningcorporaties niet eenzijdig de huur opzeggen, laat Terhell weten. ‘Daarvoor moeten wij naar de rechter en die kan ook beslissen dat hij het nog een tijdje aan wil zien met afspraken over verbetering.’