Door de Participatiewet ontbrandt een concurrentiestrijd over de hoofden van de mensen die door staatssecretaris Jetta Klijnsma worden omschreven als de meest kwetsbare groep uit de samenleving. De strijd gaat tussen gemeenten en reïntegratiebureaus. Dit beeld komt naar voren uit de reacties die wij krijgen op ons dossier werken met een beperking. Het gaat om mensen met een arbeidsbeperking die zijn opgenomen in het zogeheten doelgroepregister. Bijvoorbeeld scholieren die van het speciaal onderwijs komen. En wij vragen ons af: wat schieten zij hiermee op?

We krijgen een e-mail van een medewerker van een reïntegratiebedrijf. Hij mailt ons dat hij van gemeenten te horen krijgt dat reïntegratiebedrijven niet langer nodig zijn om arbeidsbeperkten naar werk te bemiddelen. Hij is daar uiteraard niet blij mee omdat hij zijn klandizie aan zijn neus voorbij ziet gaan, met de gemeente als grootste concurrent. ‘Natuurlijk strijd ik ook voor mijn eigen onderneming maar het allerbelangrijkste is de cliënt. Ik durf te beweren dat die hiervan de dupe is omdat gemeenten dit niet aan kunnen.’

'Pijnpunt'

Eerder reageerde directeur Cristel Poortenaar van reïntegratiebureau Restart dat mensen die van de overheid geholpen moeten worden bij het vinden van werk niet meer zichtbaar voor hen zijn terwijl zij werk voor hen hebben. Zij sprak over ‘een pijnpunt’ uit de Participatiewet.

Voor de Participatiewet hielden vooral reïntegratiebureaus zich bezig met het bemiddelen van bijvoorbeeld scholieren die uit het speciaal onderwijs naar werk. Zij werkten daarbij nauw samen met het UWV. De reïntegratiebedrijven zochten een passende vacature en leverden een jobcoach om hen te begeleiden. En kregen daarvoor van het UWV een vergoeding. Sinds de Participatiewet moeten arbeidsbeperkten zich voor een uitkering melden bij de gemeente in plaats van bij het UWV. En de gemeente doet het voortaan zelf.

Criminaliteit

Volgens de medewerker van het reintegratiebedrijf onderschatten gemeenten dit werk en kunnen zij het niet. ‘Als ze het zouden kunnen, vind ik het prima maar ik zie cliënten tussen wal en schip vallen. Gemeenten zijn bureaucratisch en hebben geen expertise. Ze kunnen vaak niet op tijd een jobcoach leveren. Het is heel belangrijk dat een cliënt snel een jobcoach krijgt om werk voor hem te vinden en hem ook aan het werk te houden. Als dat door bureaucratische vertraging niet goed gaat heb je al snel de kans dat zo’n cliënt in de criminaliteit terechtkomt en dat moet je echt voorkomen. Ik zie het in de praktijk gebeuren.’ Hij hoeft niet lang na te denken over gemeenten die het zelf gaan doen en somt ze achter elkaar op. ‘Rhoon, Vlaardingen, Maassluis, Gouda, Drechtsteden, Gorinchem…’

We bellen de gemeente Gouda. Driss Habyby van de afdeling werk en participatie begrijpt de reactie. ‘In het verleden kregen reïntegratiebedrijven klanten vaak aangereikt door het UWV en dat krijgen ze nu niet meer dus ik snap dat ze daar problemen mee hebben. Maar van het geld dat in het verleden aan externe reïntegratiebedrijven werd besteed, nemen we bij de gemeente gespecialiseerd personeel aan om dit in eigen huis te gaan te doen. Dat is goedkoper en wij denken dat we er net zo goed in zijn. Ook efficiënter omdat er geen partij meer tussen zit. Maar het staat de reïntegratiebureau’s overigens volstrekt vrij om alsnog te bemiddelen voor een cliënt. Alleen kunnen ze de factuur daarvoor niet meer bij ons neerleggen. Want dat zou dubbel zijn.’

Maar volgens de medewerker van het reintegratiebureau ligt ook dat ingewikkeld. ‘Als ik nu een vacature voor een functie heb dan is de gemeente leidend in wie daarvoor in aanmerking komt. Alleen zij kunnen iemand voorstellen omdat zij over de gegevens beschikken. Ik kan niet meer zien wie daar nog meer voor in aanmerking zou komen terwijl ik daar ook expertise in heb.’

Eigen systeem eerst

De strijd over de cliënt en zijn gegevens lijkt te worden bevestigd door een tweet vanuit het UWV. Het UWV werkt aan een portal waarin naar schatting 250.000 profielen van de mensen uit het zogeheten doelgroepregister worden geplaatst en waar werkgevers en uitzendbureaus in kunnen kijken. In het systeem zou een hovenier bijvoorbeeld kunnen zoeken op de term ‘buiten werken’. Dan krijgt hij een aantal profielen te zien van mensen die hebben aangegeven dat zij daar affiniteit mee hebben.

Zo kunnen werkgevers makkelijk mensen vinden. Astrid Hendrik die namens het UWV betrokken is bij dit project vertelt: ‘Het UWV heeft zelf tot nu toe 40.000 profielen in de portal gezet van mensen die bij ons al bekend waren vanwege een Wajong-uitkering. Gemeenten zouden in principe moeten beschikken over profielen van 100.000 mensen, bijvoorbeeld schoolverlaters uit het speciaal onderwijs. En die blijven achter in het aanleveren van gegevens. ‘Gemeenten hebben tot nu toe 400 profielen aangeleverd.’

Hendriks trekt met collega’s het land door om gemeenten voor te lichten over deze mogelijkheid. Ze krijgt vaak te horen dat gemeenten het een goed idee vinden maar er niet aan mee kunnen doen. ‘We krijgen te horen dat ze een eigen systeem hebben waar ze mee werken en dat ze het lastig vinden om hun logistiek aan te passen.’

Hobbels

Volgens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten is samenwerken absoluut noodzakelijk uit belang van de mensen om wie het gaat. De VNG is voorstander van zo’n register en vindt dat gemeentes mee zouden moeten werken aan de portal van het UWV om de profielen voor iedereen inzichtelijk te maken. Volgens woordvoerder Asha Khoenkhoen is geen sprake van onwil bij gemeenten maar stuit het op praktische problemen.

‘Dit nieuwe initiatief komt bovenop de vele hobbels waar gemeenten sowieso al mee te maken hebben bij de uitvoering van de Participatiewet. Het loopt allemaal niet zo als het zou moeten en daar maken wij ons zorgen over.’