‘Leerlingen uit het praktijkonderwijs worden gedupeerd door de Participatiewet. Hun kans op werk wordt door deze wet kleiner omdat zij niet worden opgenomen in het doelgroepregister’. Dat stelt Peer Scheepers, woordvoerder van de stichting Leerzaam West Friesland uit Hoorn. Scheepers reageert op de uitzending over ons dossier ‘werken met een beperking’.

In die uitzending werd aandacht besteed aan een speciaal register dat staatssecretaris Jetta Klijnsma in het leven heeft geroepen, het zogenaamde doelgroepregister. Mensen met een arbeidsbeperking die in dat register staan worden voor werkgevers aantrekkelijk gemaakt door subsidieregelingen en worden bevoordeeld bij het vinden van werk. Er worden zelfs speciaal voor hen banen bedacht. In de uitzending werd duidelijk dat door dit register verdringing tussen gehandicapten ontstaat. Mensen met een beperking die in dit register staan worden eerder aangenomen dan gehandicapten die niet in dit register staan.

Consequenties voor praktijkonderwijs

Naast gehandicapten en werkgevers trekt nu ook het onderwijs aan de bel bij ons. Peer Scheepers die al 23 jaar verbonden is aan praktijkscholen in West Friesland waarschuwt voor de consequenties als leerlingen uit het praktijkonderwijs niet worden opgenomen in het doelgroepregister en leerlingen uit het speciaal onderwijs wel. Want dat is nu het geval. Ook bij hen zal dat volgens Scheepers leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt.

Scheepers stelt dat alleen al in West Friesland 350 (oud-) leerlingen buiten de boot vallen omdat ze niet meetellen in het register. ‘Het is sowieso al moeilijk om voor deze jongeren een baan te vinden. Maar nu wordt het voor hen extra moeilijk gemaakt omdat werkgevers geneigd zijn om te kiezen voor jongeren die in het register staan.’

Kans op een boete

Werkgevers riskeren een boete als ze straks te weinig arbeidsbeperkten in dienst hebben die in het doelgroepregister staan. Andere mensen die evengoed op een bepaalde manier beperkt zijn, maar niet geregistreerd staan, tellen niet mee. ‘En dus kiezen werkgevers eerder voor de leerling uit het speciaal onderwijs die wel in het register staat en niet voor de leerling uit het praktijkonderwijs die niet in het register staat.’

Woordvoerder Scheepers begrijpt niet hoe de overheid deze scheiding heeft kunnen aanbrengen tussen leerlingen die volgens hem vergelijkbare problemen hebben. Het enige verschil is dat de leerproblemen bij de een voortkomen uit een medische achtergrond en bij de ander uit een gedragsstoornis.. ‘Ik zie geen verschil tussen deze leerlingen en begrijp niet hoe de overheid dit onderscheid wel kan maken. Door die streep te trekken zet je leerlingen uit het praktijkonderwijs achteraan in de rij bij het zoeken naar werk. Dat moet je niet willen.’

Keuring aanvragen

Volgens de staatssecretaris kunnen jongeren uit het praktijkonderwijs wel degelijk worden toegelaten tot het doelgroepregister als zij een individuele keuring aanvragen bij het UWV. Daarmee lijkt het probleem op papier opgelost. Toch is dat volgens Scheepers geenszins het geval.

‘Het aanvragen van een individuele keuring is een hoop administratieve rompslomp waarmee je deze jongeren sowieso al op achterstand zet ten opzichte van de ander. Bovendien weten wij meer dan een keuringsarts van het UWV die misschien even kort naar zo’n dossier kijkt. Wij gaan vijf jaar lang intensief met deze jongeren om en begeleiden hen op stages. We weten echt wel waar we het over hebben als we zeggen dat je tussen deze jongeren geen verschil kunt maken. Ze hebben vergelijkbare problemen. Het enige verschil tussen hen is het verschil dat de overheid nu maakt door ze te labelen.’

Volgens Scheepers is het met de komst van de participatiewet alleen maar ingewikkelder geworden terwijl het juist de bedoeling was om zaken te vereenvoudigen. ‘Ik kan dit niet meer uitleggen aan potentiele werkgevers die bereid zijn om deze leerlingen een kans te geven en die geen onderscheid willen maken tussen de school waarop ze hebben gezeten. Nu worden ze gedwongen dat wel te doen.’