De afgelopen weken las je verhalen van Esther (slechthorend), Jeroen (blind) en Sven (niet-aangeboren hersenletsel). Allemaal mensen met een arbeidsbeperking, alleen zijn zij 'niet beperkt genoeg'. Wil je namelijk als gehandicapte meetellen voor de banenafspraak, dan moet je in het zogenoemde doelgroepregister staan. Alleen gehandicapten die niet zelfstandig het wettelijk minimumloon kunnen verdienen, zijn in dat register opgenomen en dat leidt tot oneerlijke concurrentie en verdringing op de arbeidsmarkt tussen mensen met een handicap, zo blijkt uit een enquête van De Monitor en brancheorganisatie OVAL onder 100 re-integratiebedrijven.

‘Gehandicapten zijn te lang ‘geparkeerd’ in een uitkering of geïsoleerd geraakt van onze arbeidsmarkt. Ik ben daar niet van. Iedereen moet de kans krijgen volwaardig mee te doen.’ Dat zei een trotse staatssecretaris Jetta Klijnsma van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid nadat haar Participatiewet met een overweldigende Kamermeerderheid was aangenomen.

Een belangrijk onderdeel van deze is de ‘banenafspraak’. Daarin is afgesproken dat het bedrijfsleven en de overheid in tien jaar tijd 125.000 banen creëren voor mensen met een beperking. Lukt dat niet, dan gaat de Quotumwet in. Volgens deze wet moeten werkgevers met meer dan 25 werknemers een bepaald percentage mensen met een ziekte of handicap in dienst te nemen. Houden werkgevers zich hier niet aan, dan krijgen ze een boete voor elke plek die ze niet hebben ingevuld met iemand met een beperking.

En dat leidt tot een perverse prikkel. Willen werkgevers namelijk aan de banenafspraak voldoen, dan moeten ze iemand uit het zogenoemde doelgroepregister aannemen. Echter, niet iedereen met een beperking staat in dit register. Alleen de mensen met een beperking die niet in staat zijn zelfstandig het wettelijk minimum loon te verdienen mogen in dit register worden opgenomen. Hierdoor vallen mensen als Esther, Jeroen en Sven buiten de boot, zo vertellen ze ons.

Enquête onder 100 re-integratiebedrijven

Zijn zij incidenten of hebben we het over grote groepen mensen met een beperking die hierdoor hun kansen op de arbeidsmarkt zien slinken? We besluiten in samenwerking met branchevereniging OVAL een enquête uit te zetten onder 100 re-integratiebedrijven. 62% van de respondenten zegt dat mensen met een beperking die niet zijn opgenomen in het doelgroepregister moeilijker aan een baan komen dan mensen met een beperking die wel zijn opgenomen in het doelgroepregister. Bovendien zegt 15% van de reïntegratiebedrijven dat ze het wel eens hebben meegemaakt dat iemand die niet in het doelgroepregister was opgenomen, werd ontslagen zodat de werkgever iemand met een beperking kon aannemen die wel in het doelgroepregister staan. De gehele enquête vind je hier terug.

Directeur van branchevereniging OVAL, Petra van de Goorbergh, is niet verbaasd over deze uitslag. ‘Wij krijgen al langer signalen van werkgevers dat mensen die niet in dit doelgroepregister zitten minder aantrekkelijk voor hen zijn om aan te nemen. Deze mensen tellen immers niet mee voor de banenafspraak. Als gevolg daarvan zie je dat de ene arbeidsgehandicapte nu moet concurreren met de andere arbeidsgehandicapte.’

Participatiewet in strijd met het VN-gehandicaptenverdrag

Ook het College voor Rechten van de Mens (CVRM) maakt zich zorgen over deze gang van zaken, zo meldden we eerder. Zij stellen dat als de Participatiewet ertoe leidt dat mensen met een handicap elkaar verdringen van de arbeidsmarkt, dit in strijd is met het gehandicaptenverdrag van de Verenigde Naties. Hierin staat dat je geen onderscheid mag maken tussen mensen met een beperking. ‘Het kan niet de bedoeling zijn dat er door deze wet een tweedeling ontstaat tussen mensen met een beperking. Als dat wel het geval is, dan vinden wij dat de verantwoordelijke staatssecretaris daar onderzoek naar moet doen en indien nodig de wet moet aanpassen,’ aldus collegelid Dick Houtzager.