Vis is bijna niet meer weg te denken van ons menu. Maar tegelijkertijd steken problemen als overbevissing, bijvangst en schade aan het zeeleven de kop op. Hoe weet je of de vis op jouw bord wel in de haak is?
Bijna 80 procent van alle wateren in de wereld zijn overbevist, en 34 procent van alle vissoorten worden overbevist volgens de VN-Voedsel en Landbouworganisatie FAO. Oftewel: er wordt veruit meer gevist dan dat ervoor terugkomt. Om daar iets aan te doen, zijn er visquota ingesteld in de Europese Unie. Dat betekent dat je van een bepaald soort vis niet meer dan een bepaalde hoeveelheid mag vangen. Met sommige visstanden, zoals die van schol en tong in de Noordzee, gaat het dan ook goed volgens wetenschappers.
Bijvangst
Meestal komen er ook andere vissen in het net dan die waar vissers op uit zijn, zoals kleine visjes die nog niet volgroeid zijn. Hoewel het de bedoeling is dat vissers deze vangst vaak ook aan land brengen, gooien sommigen deze weer terug in zee in plaats van dat ze aan land worden gebracht. Helaas overleven de teruggegooide vissen het lang niet altijd.
Ook heeft de vismethode vaak invloed op het leven onder water. Milieuorganisaties wijzen erop dat bijvoorbeeld boomkorren, de kettingen die over de grond slepen om schol en tong op te jagen, de zeebodem beschadigt. De vangstmethode verbrandt ook behoorlijk veel brandstof, omdat het een zwaar net is.
Om minder brandstof te gebruiken en niet meer met zware kettingen over de bodem te slepen, gingen sommige Nederlanders pulsvissen, een methode waarbij vissen stroomstootjes krijgen. Vanuit de Europese Unie kwam er verzet, wat uiteindelijk leidde tot een verbod.
Verankerd in het menu
Vis en schaaldieren zijn verankerd in veel van onze maaltijden. Het Voedingscentrum adviseert om wekelijks vis te eten en bij voorkeur vette vis zoals markreel, haring of zalm. Want de vetzuren van vis zijn goed voor onze hart- en bloedvaten.
Wereldwijd verdienen miljoenen mensen hun brood met de visvangst. En lang niet alle vistechnieken zijn even schadelijk; er zijn ook vissers die kiezen voor duurzamere vangstmethoden die minder brandstof verbruiken, minder bijvangst hebben of de zeebodem beschadigen.
Neem bijvoorbeeld deze garnalenvisser uit Lauwersoog, die minder vaak erop uit gaat om te vissen, maar wel een betere vangst heeft:
Voor ons onderzoek naar de Nederlandse visserij en hoe deze duurzaam en toekomstbestendig kan worden, kijken we ook naar wat je kunt doen als consument om dit een handje te helpen.
Bij wild gevangen vis kun je bijvoorbeeld kijken naar hoe de vis gevangen is, en uit welk gebied die komt. Want in de ene regio staat het er soms beter voor met de vis dan in de andere.
Op deze 5 punten kun je letten bij (wild gevangen) vis:*
- Vraag je visboer eens om bijvangst, zoals poon, schar of steenwijting. Sommige restaurants serveren ook bijvangst.
- Koop een vissoort die er relatief goed voor staat: zoals haring, Hollandse garnalen, Schotse of Noorse zalm, Noordzeekrab, wijting of schelvis. Met tong en schol uit de Noordzee gaat het relatief ook goed.
- Vermijd liever vissoorten waarmee het niet zo goed gaat, zoals: paling, slibtong, rogblauwvintonijn of kabeljauw.
- Vraag je visboer of de ober waar je vis vandaan komt en hoe hij is gevangen. Een handlijn gevangen zeebaars uit de Noordzee scoort bijvoorbeeld beter dan eentje uit de Middellandse Zee.
- Kijk voor meer info over vangst en herkomst op de viswijzer van Good Fish, waar je een handig overzicht vindt van hoe het met welke vis gesteld is op bepaalde plekken.
*Bron: Consumentenbond, Good Fish