Terwijl een nieuwe vluchtelingenstroom uit Oekraïne zich aandient, wachten veel vluchtelingen van buiten Europa al jaren op een verblijfsvergunning. Daarbij verdwalen ze soms in strikte regels en lange procedures. Volgens vreemdelingenrechtadvocaten komt dat vooral door de werkwijze van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en het Nederlandse rechtssysteem.
De IND erkent dat de organisatie de menselijke maat soms uit het oog verliest, maar wijst ook naar het ministerie van Justitie en Veiligheid en de rechtse politieke meerderheid, die een restrictief vreemdelingenbeleid voeren.
Vreemdelingen wachten soms lang in onzekerheid op een beslissing over hun verblijfsvergunning. En als ze dan een beslissing krijgen, dan is die volgens advocaten soms onredelijk. Zo portretteerden we eerder het Syrische meisje Dalal (19), dat vluchtte voor de oorlog en met haar ouders, broertje en zusjes al jaren in asielzoekerscentra in Nederland woont. De IND wees hun aanvraag van een verblijfsvergunning af omdat zij via Griekenland vluchtten en daar dus al bescherming kregen. Volgens Europese regels zou het gezin daarom terug moeten naar Griekenland, maar daar is intussen een verslechterde situatie voor statushouders ontstaan. De familie ging tegen die beslissing in beroep bij de rechtbank en in hoger beroep bij de Raad van State en kreeg meerdere keren gelijk. Toch blijft de IND het nemen van een nieuwe beslissing over de familie uitstellen.
Volgens advocaat vreemdelingenrecht Barbara Wegelin is het probleem in de zaak van Dalal net als in veel andere vreemdelingenzaken dat er geen oog is voor de menselijke maat. Een jaar geleden publiceerde Wegelin hierover samen met andere advocaten de bundel ‘Ongehoord onrecht in het vreemdelingenrecht’. Daarin komen schrijnende zaken aan de orde van vreemdelingen die heel lang moeten wachten op duidelijkheid over hun verblijfsvergunning of er überhaupt geen krijgen, terwijl dat volgens de advocaten wel zou moeten. Daardoor zijn ze soms gescheiden van familie of geliefden. Ook zijn er voorbeelden van vreemdelingen die terug moeten naar hun land van herkomst, terwijl ze daar gevaar lopen of vereiste medische zorg niet kunnen krijgen. Volgens Wegelin en andere advocaten is er een jaar na publicatie van de bundel nog weinig veranderd.
Strenge regels en eisen
Zowel advocaten als (ex-)IND-medewerkers die wij spraken, beschrijven dat bij de IND een cultuur heerst waarin strenge regels leidend zijn bij het beslissen over verblijfsvergunningen. Vreemdelingen worden gewantrouwd en moeten aan strenge, soms onmogelijke eisen voldoen om voor een vergunning in aanmerking te komen, zegt Wegelin. “Er wordt vanuit gegaan dat vreemdelingen frauderen”.
De strenge regels staan onder andere in interne werkinstructies. Advocaat Julien Luscuere kreeg deze in handen via een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur. Hij legt uit: “De instructies zijn richtlijnen voor medewerkers om zo uniform mogelijk de beleidsregels toe te passen.” Ruimte om van dit soort regels af te wijken is er binnen de IND niet, zo vertelt een medewerker die anoniem wil blijven. “Ze houden bij de IND niet van tegenspraak.” Dat leidt er volgens Wegelin toe dat er geen oog is voor de individuele omstandigheden van vreemdelingen. “De IND gaat uit van regels en systeem en niet van mens en casus.”
Ook de rechterlijke controle op vreemdelingenzaken schiet tekort volgens de advocaten. Vreemdelingen kunnen tegen beslissingen van de IND in beroep gaan bij de rechter en in hoger beroep bij de Raad van State. De IND kan ook in hoger beroep. Uit cijfers die we opvroegen bij de IND, blijkt dat de IND in verhouding veel vaker gelijk krijgt in hoger beroep dan de vreemdeling. Van alle uitspraken in 2021 kregen vreemdelingen in 6 procent van de door hen aangespannen hoger beroepszaken gelijk. De IND werd in 59 procent van de door de organisatie aangespannen hoger beroepszaken in het gelijk gesteld. Wel valt op dat vreemdelingen veel vaker in hoger beroep gaan dan de IND. In 2021 waren er 3510 uitspraken over hoger beroepen van vreemdelingen en 170 over hoger beroepen van de IND. Volgens de Raad van State gaan vreemdelingen “eigenlijk altijd in hoger beroep” tegen een negatief besluit terwijl de IND hier “zeer selectief” in is.
Lange wachttijden
Naast dat beslissingen van de IND volgens advocaten streng en soms onmenselijk zijn, moeten vreemdelingen er vaak ook lang op wachten. De IND kampt namelijk met personeelstekorten en achterstanden. Over 2021 moest de IND 17,9 miljoen euro aan dwangsommen betalen vanwege te laat genomen beslissingen, zo laat de organisatie ons weten. Directeur Juridische Zaken bij de IND Jan Willem Schaper: “Het is moeilijk om voldoende medewerkers aan te trekken. Het effect is dat er voorraden ontstaan.”
En die achterstanden leggen alleen maar meer druk op de kwaliteit van de beslissingen en de menselijke maat wordt soms uit het oog verloren, erkent Schaper. “Dan ga je duwen en voordat je er erg in hebt ga je duwen op kwaliteit.” Ook de anonieme IND-medewerker licht toe: “Zelf ben ik meerdere malen vastgelopen in zaken waarin ik de menselijke maat wilde volgen. Dan vond ik het zielig en was het echt niet menselijk om ze af te wijzen. Dan zou ik bijvoorbeeld een nota kunnen schrijven waarop de schrijnendheidstoets kan worden ingezet. Maar dat kost veel tijd en door de werkdruk is dat lastig.”
Na een eerste beslissing van de IND volgt bovendien soms nog een lange juridische procedure in het beroep en hoger beroep. Als vreemdelingen daarin gelijk krijgen, zijn ze er nog niet. De IND moet dan weer opnieuw een beslissing nemen. En dat kan dan weer eindeloos duren, zoals in de zaak van Dalal en haar familie.
Parallellen met de toeslagenaffaire
In het systeemdenken, het wantrouwen tegenover vreemdelingen en de tekortschietende rechterlijke controle zien advocaten parallellen met de toeslagenaffaire. Wegelin: “Vervang Belastingdienst voor IND, vervang ministerie van financiën door ministerie van justitie en het is precies hetzelfde als wat wij in het vreemdelingenrecht zien.” Net als in de toeslagenaffaire zijn hier volgens Wegelin gewone mensen de dupe van streng beleid.
Ook Jan Willem Schaper van de IND ziet elementen die overeenkomen met de toeslagenaffaire. “Er zijn sterk vergelijkbare dilemma’s”. Ook bij de IND kunnen door het streng volgen van de regels schrijnende situaties ontstaan. “Misschien klopt het juridisch wel, maar je kan wel de vraag stellen of het deugt en ik durf ook bij een aantal zaken te zeggen: het deugt echt niet.” Schaper erkent dat de IND de gevolgen van zijn beslissingen voor vreemdelingen soms onderschat.
Politiek en ministerie
Wel benadrukt Schaper ook dat niet alle schuld bij de IND ligt. Volgens hem zijn er ook dossiers die stilliggen omdat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid er nog een beslissing over moet nemen. Bovendien stelt hij dat de gewenste veranderingen een lange adem hebben. “Het is work in progress.”
Dat beaamt politicus Anne Marijke Podt, die als Tweede Kamerlid al eerder vragen stelde rondom dit thema, onder andere over de cultuur bij de IND. “Dit is niet iets wat we in 4 jaar kunnen fixen, dit is iets wat heel lang duurt.” Dat heeft volgens haar onder andere te maken met de rechtse politieke meerderheid in Nederland, die een restrictief vreemdelingenbeleid voert. “De wetten waar de IND zich aan moet houden zijn in de loop der jaren niet minder streng geworden. Integendeel.”
Ruimte voor verbetering
De IND lijkt wel bereid om waar dat mogelijk is te veranderen. Begin dit jaar kwam er een onderzoek naar de interne cultuur van de organisatie uit, waaruit de wens voor verandering bleek. Daarnaast is de IND in gesprek met advocaten en is er nu bijvoorbeeld een speciaal intern overleg over schrijnende zaken. Verder geeft de Raad van State vreemdelingen in hoger beroep volgens sommige advocaten iets vaker gelijk dan voorheen.
Maar wat Wegelin betreft gaat het allemaal niet snel genoeg. Zij blijft schrijnende voorbeelden tegenkomen. ”De mensen die hier zijn moet je een eerlijke kans geven, maar het systeem is nu zo ingericht dat die kans enorm in de knel komt.”
Meer weten over dit onderwerp? Bekijk hier de uitzending 'Hoe menselijk is ons vreemdelingenbeleid?'