Dak- en thuislozen lopen regelmatig tegen muren aan bij de inschrijving in de Basisregistratie personen (BRP) omdat gemeenten hun aanvraag voor een briefadres afwijzen. Gemeenten stellen in veel gevallen voorwaarden aan het verkrijgen van een briefadres die strenger zijn dan de wet voorschrijft. Dat blijkt uit ons onderzoek Woonproblemen van de afgelopen maanden en uit een enquête die De Monitor heeft afgenomen onder de honderd grootste gemeenten.
De gevolgen van een afwijzing voor een briefadres kunnen heel ingrijpend zijn voor dakloze burgers. Uitkeringen en zorgverzekeringen worden in veel gevallen stopgezet, waardoor mensen in kwetsbare situaties zonder inkomen en zonder noodzakelijke medische en psychiatrische zorg komen te zitten en steeds verder in een neerwaartse spiraal terecht komen. Ook hulpverleners trekken aan de bel. Marco Meijers, maatschappelijk werker bij Amethist (verslavingszorg) in Almere:
‘Alle voorzieningen zoals inkomen, zorgverzekering, schuldhulp maar ook indirecte voorzieningen waar je inkomen voor nodig hebt, zoals inschrijven als woningzoekende, zijn dus allemaal afhankelijk van de inschrijving in de BRP’
Uit cijfers van het CBS blijkt dat er inmiddels 514.000 zogenaamde ‘spookburgers’ zijn, mensen die in de BRP vermeld staan als VOW (Vertrokken Onbekend Waarheen). Een deel van deze VOW’ers zijn dakloze mensen. De overige VOW’ers zijn veelal emigranten, die vertrokken zijn uit Nederland zonder zich uit te schrijven. In 2014 was het aantal VOW’ers nog 434.000.
‘Verplicht inschrijven gemeenten’
Wat vooral opvalt in de enquête is dat er flinke verschillen zijn in de afwijzingspercentages. Zo wijst Rotterdam bijna een derde van de aanvragen voor een briefadres af, Amsterdam en Hilversum twee derde, terwijl Groningen nog niet eens 10 procent haalt. Daarnaast zijn er relatief weinig gemeenten, zo'n 40 procent, die extra ondersteuning geven aan mensen die geweigerd zijn. ‘Schrikbarend’, vindt Rina Beers van de Federatie Opvang. Zonder een briefadres en uitkering dreigen mensen volgens haar in de criminaliteit en prostitutie te belanden. ‘Ik zou het liefst willen dat in de wet wordt opgenomen dat de gemeente verplicht is mensen in te schrijven, net zo goed als dat de burger verplicht is om zich in te schrijven. Dus dat er een wederkerigheid is.’
Ook Jasper van Dijk, kamerlid van de SP pleit voor het opnemen van de verplichting een briefadres te verstrekken in de wet. Hij heeft eerder schriftelijke vragen gesteld over het niet verstrekken van een briefadres aan daklozen. ‘De SP bepleit dat elke dakloze het wettelijk recht op een briefadres krijgt en wil dat gemeenten die daklozen een briefadres weigeren worden aangepakt.'
'Het beleid tot nu toe is keihard richting daklozen en boterzacht richting gemeenten die geen gehoor geven aan de roep van het ministerie om daklozen een briefadres te geven’
In antwoord daarop is door het ministerie van Binnenlandse Zaken toegezegd actiever te zijn richting de betreffende gemeenten. Ook wil Van Dijk dat de kostendelersnorm wordt aangepast omdat zorgverleners aangeven dat die leidt tot dakloosheid. Door de kostendelersnorm die in 2015 is ingevoerd is het onaantrekkelijk gemaakt om samen te wonen omdat mensen daardoor gekort worden op bijvoorbeeld de huur- en zorgtoeslag. ‘Er moet nu echt wat gebeuren; 514.000 ‘spookburgers’ is echt teveel', aldus Van Dijk.
‘Strenge eisen staan in de weg’
Aangespoord door de Nationale ombudsman hamert het ministerie van Binnenlandse Zaken al een aantal jaren bij gemeenten op de ruimte die de wet biedt om mensen zonder vast woonadres in te schrijven in de Basisregistratie personen en pleit daarom voor meer maatwerk. Dakloze burgers, zijn namelijk net als ieder ander die rechtmatig in Nederland woont, verplicht zich in te schrijven. Bij gebrek aan een woonadres moeten zij terugvallen op een briefadres bij familie of kennissen, bij de maatschappelijke opvang zoals het Leger des Heils óf op het adres van de gemeente. Maar strenge eisen van gemeenten staan de toekenning van een briefadres juist in de weg.
Zo geeft van de ruim 80 gemeenten die de enquête hebben ingevuld, 18 procent aan dat regiobinding een voorwaarde is voor het aanvragen van een briefadres. Terwijl volgens de wet een briefadres in elke gemeente aangevraagd kan worden en niet gebonden is aan waar iemand daadwerkelijk verblijft. Daarnaast stelt een kwart van de gemeenten dat iemand toegelaten moet zijn tot de maatschappelijke opvang, zoals het Leger des Heils.
Bureaucratische regels
In vrijwel alle gemeenten moeten dakloze mensen in detail aangeven waar ze de komende drie maanden verblijven. Zo wordt in de aanvraagformulieren voor een briefadres precies gevraagd waar en wanneer hij/zij nu en de komende tijd zal overnachten. Een bijna ondoenlijke opgave voor mensen die vaak niet eens weten waar ze dezelfde avond zullen slapen, blijkt uit gesprekken met professionals en dak- en thuislozen. Aanvraagformulieren moeten geen beletsel vormen, vindt het ministerie Binnenlandse Zaken. ‘Gemeenten hebben ook een zorgtaak. Als iemand rechtmatig in Nederland verblijft, móét hij ingeschreven worden.’
Gemeenten zijn terughoudend met het verstrekken van een briefadres omdat zij fraude willen voorkomen, zoals het onterecht opstrijken van een hogere huur- of zorgtoeslag.