Al jaren krijgen we tips van bezorgde omwonenden van het nationaal park Drents-Friese Wold. Via hen komen we in contact met Rob Chrispijn, een bekende paddenstoelendeskundige. Hij vindt het zonde dat veel waardevol bos plaats moet maken voor ‘wensnatuur’. We spreken hem voor ons onderzoek naar bomenkap.
We staan op een grote zandberg middenin het Drents-Friese Wold. Dit is stuifzand, en volgens biodiversiteitsdoelstellingen hebben we hier meer van nodig in Nederland. Maar daar moet soms bos voor wijken, onder andere hier in Drenthe. Alleen stuifzand moet stuiven en dat wil nog niet helemaal lukken. Rob Chrispijn wijst naar de grond: ‘Op sommige plekken zie je laagjes ontstaan. Dat zijn algen en hier groeit een pijpenstrootje. Die houden het zand vast. Nu waait het behoorlijk, dus dit zou echt een stuifmoment moeten zijn. Maar dat gebeurt dus niet.’
Rob Chrispijn is mycoloog: hij weet alles van schimmels en paddenstoelen. Volgens Chrispijn vertellen die veel over de gesteldheid van de natuur. Hij woont bij het Drenths-Friese Wold en ziet met lede ogen aan hoe delen van het bos verdwijnen en wat ervoor in de plaats komt.
‘De natuur werkt tegen’
In het Drents-Friese Wold is veel gekapt. Het bos moet op sommige plekken plaatsmaken voor andere natuur zoals heide en zandverstuivingen, of ander soort bos, zoals loofbos. Dat laatste is veel soortenrijker dan het fijnsparrenbos dat er eerst stond en het neemt bovendien meer CO2 op, stelt de provincie Drenthe.
Maar Chrispijn heeft zijn twijfels over al deze ‘wensnatuur’. Hij ziet vaak dat de status ervan niet al te best is. ‘Het is eigenlijk altijd hetzelfde verhaal, de natuur werkt tegen. Er wordt erg ingezet op heide in Nederland, maar het lukt niet om het zich te laten ontwikkelen tot een volwaardig biotoop. Als je bijvoorbeeld kijkt naar de planten en paddenstoelen die daar eigenlijk horen te groeien, dan zie je dat die daar bijna niet voorkomen. En volgens de natuurbeheerders is loofbos rijker aan soorten dan het fijnsparbos dat er eerst stond. Onder ideale omstandigheden misschien wel, maar ik kom toch altijd weer terug op de vergrassing (gras verdringt andere planten, red.) door de grote hoeveelheid stikstof. Die is veel sterker in loofbossen dan in naaldbossen. Je kunt wel blijven inzetten op loofbossen, maar het resultaat is vrij armzalig,’ aldus Chrispijn.
'Bos valt uit elkaar'
Chrispijn vindt ook dat er bij de keuze voor nieuwe natuur soms niet genoeg rekening wordt gehouden met wat er al staat. ‘Er is nu gekozen voor loofbos, maar de biotoop van een fijnsparrenbos heeft ook bepaalde kwaliteiten. Dat was bijvoorbeeld geschikt voor roofvogels, om in de broeden. Het grootste bos dat we in Noord-Nederland hadden is bezig uit elkaar te vallen. En dat is ook wat ze willen. Maar waarom ze dat willen is me eigenlijk nog steeds niet duidelijk. Er wordt niet gekeken naar wat er al is, maar naar wat er moest komen.’