Ons onderzoek Heel Holland Zakt brengt ons bij mensen door het hele land. De vermoedelijke oorzaak van hun schade is telkens anders: droogte, funderingsproblemen, bodemdaling of aardbevingen. Voor onze vierde uitzending gaan we naar Woerden, Kallenkote en Waalwijk. Daar is het onder meer de gaswinning uit kleine velden die de bodem doet bewegen. Sommige bewoners vrezen een herhaling van de Groningse schade-ellende. Is hun angst gegrond?
Jeannette van der Velde uit het Overijsselse Kallenkote is er niet gerust op. Zij heeft de beelden van Groningen scherp op haar netvlies en maakt zich zorgen over wat de gaswinning in haar omgeving doet met de bodem en de huizen die daarop staan. Van der Velde: “Over Groningen hebben al die knappe koppen ook goed nagedacht en berekend hoe het zat. Maar daar gaat het helemaal mis.” Met haar actiegroep GasDrOvF start ze procedure na procedure om de winning uit de kleine gasvelden in haar omgeving tot een einde te brengen.
Ook gasveld in de Randstad
Als we Jeannettes verhaal publiceren krijgen we meer bezorgde reacties. Onder andere uit het Friese Nij Beets, het Groningse Grijpskerk, het Brabantse Loon op Zand en het Utrechtse Woerden. Woerden? Zit daar ook gas in de grond? “Jazeker,” meldt Elias Bom van stichting Laat Woerden Niet Zakken. Hun gasveld, genaamd Papekop, ligt niet alleen onder de snelweg en midden in het Groene Hart, maar ook onder woonwijk Molenvliet. Gasproducent Vermilion heeft een vergunning om er gas uit de grond te halen tot 2031. Bewoners hebben geen invloed gehad op dat besluit, maar zijn bezorgd wel voor de gevolgen op te draaien: “Straks zitten wij met de gebakken peren.”
En zo blijken er 216 kleine velden in Nederland te zijn waaruit we gas produceren. 87 daarvan liggen op land, de rest op zee, meldt TNO. En we hebben ze nog wel een tijdje nodig volgens de energiedeskundigen die we spreken. Van de fossiele brandstoffen stoot gas namelijk het minste CO2 uit, legt hoogleraar David Smeulders ons uit. Hij is bij de TU Eindhoven bezig met een manier om gas te maken uit elektriciteit en omgekeerd: “Fantastisch natuurlijk, maar voordat dit op grote schaal kan, zijn we tientallen jaren verder. We willen groene energie en verduurzamen, maar dat lukt niet in één keer. We hebben tot 2050 nog energiecentrales nodig die draaien op fossiele brandstoffen.”
Import van gas levert meer klimaatbelasting op
Martien Visser, lector Energiesystemen bij de Hanzehogeschool Groningen, begrijpt de zorgen van omwonenden, maar zet ze wel in perspectief. “Ik heb het volste begrip voor de zorgen. De omwonenden van kleine gasvelden horen de verhalen uit Groningen en hun vertrouwen is weg. Maar feit is wel dat we al tientallen jaren gas op land uit kleine velden winnen en voorzover ik weet zijn er nooit onveilige situaties geweest. Dus de vraag is of hun zorgen terecht zijn.”
Bovendien zijn er politieke en milieuredenen om zelf gas te blijven produceren. ”Wat je zelf niet produceert, moet je importeren", licht Visser toe. “Uiteindelijk is er meer klimaatbelasting door het transport. En we worden er armer van, want voor Amerikaans, Russisch of Noors gas moeten we betalen.”
Toezichthouder: risico’s niet vergelijkbaar met Groningen
Volgens de instanties die de minister adviseren bij het afgeven van een vergunning, is er geen reden tot zorg bij de kleine velden. We bellen met Wouter van der Zee van Staatstoezicht op de Mijnen (SodM). Hoe houden ze toezicht op de gaswinning? “Goed toezicht begint met een goede vergunning. Daarin moet de producent beschrijven hoe hij gaat winnen en wat daar de gevolgen van zijn. En dan geven wij en andere deskundige instanties een advies aan de minister over wat de gevolgen kunnen zijn. Op basis daarvan geeft de minister de vergunning af.“
En SodM houdt weer toezicht op of de producent zich aan de vergunning houdt. Waar moeten we dan aan denken? Van der Zee: “We kijken bijvoorbeeld naar hoeveel bodemdaling er maximaal was voorspeld: blijft het daarbinnen? Of als er aardbevingen zijn geweest: passen die in het model of niet? En mocht er iets in het model niet kloppen, dan komt zo'n veld stil te liggen.” Dan moet er een nieuwe risicoanalyse worden gemaakt en aan de hand van die risicoanalyse kan dan bekeken worden hoe verder. Van der Zee: “Het betekent niet dat als het afwijkt dat het dan gevaarlijker is, maar gewoon dat het anders is.”
Volgens hem zijn de risico’s bij de kleine velden niet vergelijkbaar met Groningen. “Alleen bij Groningen hebben we echt veiligheidsrisico’s dat huizen zouden kunnen instorten door een zware beving waardoor mensen zouden kunnen komen te overlijden. Bij kleine velden is dat risico niet zo groot.” Wat is ‘niet zo groot’? Van der Zee: “Als we bijvoorbeeld kijken naar de maximale magnitude van een beving in Groningen, dan denkt men dat dat wel vijf of zes zou kunnen zijn. Bij kleine velden zien we eigenlijk maximaal vier, maar ook veel kleinere magnitudes. En de kans dat zo’n beving plaatsvindt is ook nog eens heel klein.” In hun advies aan de minister gaat SodM wel uit van de maximale magnitude. “Omdat we dan aan de zekere kant zitten met wat de gevolgen zouden kunnen zijn bij winning uit zo’n klein gasveld.”
Gaswinner: “Geen garanties”
Maar als de kans op schade zo klein is, dan kan de gaswinner zeker ook wel garanties afgeven dat er geen schade ontstaat? We vragen het aan Hidde Baars van Vermilion, de vergunninghouder bij zowel het veld van Jeannette als dat van Elias. “Nee, dat kunnen we niet,” legt Baars uit. “Want gaswinning, zoals alle activiteiten, gaat met risico's gepaard. Altijd met bodemdaling; dat berekenen we vooraf en dat meten we continu. Maar dat leidt eigenlijk nooit tot schade aan gebouwen.”
Maar dat is toch wat er ook in Groningen is gebeurd? Hoe moeten we dat dan met elkaar vergelijken? Baars vertelt dat de aardbevingen in Groningen niet te vergelijken zijn met de geleidelijke bodemdaling die bij de kleine velden optreedt. “In Groningen zijn de schades ontstaan door de herhaalde trillingen in de ondergrond, dus echt de aardbevingen. Ik kan niet met droge ogen zeggen dat het uitgesloten is dat we een aardbeving krijgen door gaswinning bij de kleine velden, er zullen wel kleine aardbevingen zijn. Het is niet uit te sluiten.” En daarom heeft Vermilion, zo vertelt Baars, zich aangesloten bij de Commissie Mijnbouwschade. Een nieuwe instantie die afgelopen zomer in het leven is geroepen speciaal voor de schades bij de kleine velden.
“Zeer grote zekerheid over oorzaak schade”
We spreken Job Jonkman van het ingenieursbureau 10BE, dat voor de commissie de schades opneemt. De hamvraag voor Jonkman is natuurlijk: Is die oorzaak nou überhaupt met honderd procent zekerheid vast te stellen als er zoveel factoren als droogte, veeninklinking en gaswinning van invloed zijn? Jonkman: “Wij hanteren de TNO-methodiek. Daarmee pellen we af wat de oorzaken kunnen zijn, en komen we tot een antwoord op de vraag: waar komt dit door?” Hij geeft toe dat het een zoektocht blijft: “Niemand heeft er immers naast gestaan toen de schade ontstond, maar we kunnen met zeer grote zekerheid vaststellen waar het door komt. We kijken naar bouwtekeningen, wat voor soort fundering is het, wat voor soort ondergrond, de bodemdaling etc.”
“Als je schade veroorzaakt, moet je betalen”
Hun onafhankelijkheid is belangrijk volgens Jonkman: “Het is net als dat ik met mijn auto tegen jouw auto aanrijd: als je schade veroorzaakt, moet je betalen. Dat is ons uitgangspunt. Dus als de gaswinner schade veroorzaakt, betaalt die de schade.” Het rapport dat het ingenieursbureau van Jonkman voor de commissie maakt, wordt verder altijd door vier ogen bekeken. En er wordt ook een bedrag aan de schade gehangen, legt hij uit. Aan de hand van het rapport brengt de commissie een advies uit aan de bewoner en het mijnbouwbedrijf. De gaswinner volgt het advies van de commissie en betaalt binnen twee maanden uit, lezen we in de werkwijze van de commissie.
Maar er zijn ook haken en ogen aan deze methode van de commissie. Zo moet schade die veroorzaakt zou zijn door een beving binnen een jaar gemeld zijn en neemt de commissie oude schades die al door de gaswinner behandeld zijn, niet mee.
“Optelsom voor ellende over tien of twintig jaar”
Al met al stelt het Jeannette niet gerust. Alle knappe koppen bij elkaar kunnen haar niet overtuigen “Ik ben misschien maar een simpele burger, een fysiotherapeut, maar ik heb wel een drive om in de onderzoeken te duiken.” Inmiddels heeft ze zoveel mensen gesproken en weet ze ook heel veel over het gebied. “En ze kunnen ons niet overtuigen dat de gaswinning inderdaad op een veilige manier gebeurt. Dit is een optelsom voor ellende over tien of twintig jaar. Moeten we dan mensen niet hiertegen beschermen?”
Kabinet buigt zich over gasbaten naar regio sturen
Op naar de minister van Economische Zaken: hoe gaat hij het wantrouwen van de bewoners van kleine velden wegnemen? Zijn woordvoerder vertelt ons dat de minister de afgelopen tijd geïnvesteerd heeft in de relatie met belanghebbenden: “We maken informatie beter toegankelijk en begrijpelijk, organiseren informatiebijeenkomsten voor bewoners en lokale bestuurders en we betrekken lokale overheden in een vroeg stadium bij het proces van vergunningverlening.”
Ook heeft de minister alle vertrouwen in de nieuwe Commissie Mijnbouwschade: “Daarmee is de schade-afhandeling publiek, onafhankelijk en voor de indieners makkelijker gemaakt.” Daarnaast geeft de woordvoerder aan dat het kabinet zich buigt over het compenseren van de lokale overlast door gasbaten terug te laten vloeien naar de regio. “Als het kabinet hierover een besluit heeft genomen en het gaat inderdaad die kant op, dan werken we het verder uit met de operators en regio’s.”
Meer weten?
Meer weten over de winning van gas in kleine velden? Kijk 14 december naar onze uitzending om 22:20 op NPO2.