Charlotte benaderde ons begin vorige week met de vraag of kleding het nieuwe plastic is. Joop Hazenberg, expert op het gebied van klimaatbeleid, schreef onlangs een boek over de concrete keuzes die consumenten kunnen maken om klimaatverandering te stoppen. Is kleding volgens hem een issue? “Je zou het niet zeggen, maar kleding levert een gigantisch klimaatprobleem op.”
Zelf had hij er eigenlijk niet zo’n benul van toen hij begon met het schrijven van zijn boek. Voedsel, brandstof, wonen... Dat zijn allemaal gebieden waarop mensen klimaatkeuzes kunnen maken. Maar kleding als onderdeel van het klimaatprobleem? Daar was hij niet echt mee bezig. Hazenberg: “Ik associeerde de kledingindustrie vooral met beroerde arbeidsomstandigheden en instortende gebouwen in Bangladesh.” Een vriendin wees hem erop dat kleding toch ook echt een issue was voor het klimaat. Hazenberg verdiepte zich erin en schrok zich een hoedje: ”Ik kwam tot de conclusie dat het zelfs een van de grootste klimaatproblemen is.”
Jeans van een paar euro
Hoe zit dat? “Kleding”, legt de schrijver uit vanuit zijn huis in de Belgische Ardennen, “is een groot onderdeel van alles wat we verbruiken, zo’n 10 tot 15 procent. En ik noem het de derde levensbehoefte: eerst heb je voedsel nodig en een dak boven je hoofd. En daarna komt kleding: je kunt immers moeilijk naakt over straat.“
Bovendien, zo vertelt Hazenberg, is mode gedemocratiseerd de laatste decennia. “Ik kan me nog herinneren dat ik als puber in de jaren negentig moest sparen voor een Levi’s 501. Dat was een luxe product en niet makkelijk bereikbaar voor mij als zoon van een alleenstaande moeder met vier kinderen.” Maar dat is door fast fashion wel op de kop gezet: “Nu is mode voor iedereen binnen bereik. Ook in landen waar het inkomen lager is; voor een paar euro heb je een nieuw shirt of modieuze jeans.”
Liters water en tonnen microplastic
De productie van mode is dan ook verdubbeld sinds de eeuwwisseling en zal tot 2030 met 60 procent toenemen. Terwijl de grootste voetafdruk van een kledingstuk in de productiefase zit, volgens Zweeds onderzoek. “Het is een verborgen probleem”, meent Hazenberg. “Wij zien de gevolgen er niet van, maar die zijn heel groot.” Eerst heb je het maakproces waarvoor in het geval van katoen liters water en land nodig zijn, legt de klimaatexpert uit, en in het geval van polyester: olie. Dan moet de kleding getransporteerd worden, in ons geval van de lagelonenlanden naar Nederland. Dan wordt het gedragen en gewassen en gestreken, wat allemaal energie kost. “Bij het wassen van polyester komen bovendien microplastics vrij die weer in de oceanen terechtkomen.” En dan wordt de kleding afgedankt. Een deel gaat naar de kringloop of ander hergebruik, een deel wordt gerecycled (en gaat dus weer op transport) en een deel gaat mee met het restafval en wordt verbrand. Schattingen zeggen dat de wereldwijde kledingindustrie verantwoordelijk is voor 8 procent van de totale uitstoot van broeikasgassen. Hazenberg: “Dat is meer dan de totale lucht- en scheepvaart samen.”
Dus Charlotte heeft een punt? Kleding is het nieuwe plastic? “Wij zien niet wat ermee gebeurt nadat wij het in de bak hebben gegooid. En ik denk wel dat je de kledingindustrie kunt scharen bij industrieën als de landbouw, de cementindustrie en de luchtvaartindustrie. Dat zijn lastige noten om te kraken als we het hebben over een klimaatneutrale toekomst.”
'Schaam je niet voor een nieuwe jurk'
Ook Nederland heeft de ambitie om in 2050 helemaal circulair te zijn. Als we alle kleding nou zouden recyclen? Zou dat helpen? “Zeker helpt het als we meer recyclen. Maar het recyclen van polyester en katoen blijft moeilijk. Je krijgt geen trui terug voor je trui”, meent Hazenberg. ”Hoogstens een theedoek. En een katoenvezel laat zich ook maar een keer of vijf recyclen, heb ik me laten vertellen. Daarna is ie te kort.”
Heeft Hazenberg ook een oplossing gevonden? “Ik zou in ieder geval niet voor de schaamteroute kiezen. Als Charlotte een jurkje wil kopen, moet ze dat vooral doen. Maar je moet je er wel bewust van zijn dat je met je aanschaf impact maakt. Dus: doe er langer mee, koop minder, recycle het.”