Ver in de twintig en nog steeds bij je ouders wonen. In Zeeuws-Vlaamse kustdorpen is dat inmiddels geen uitzondering meer. Steeds meer jonge starters willen na hun studie naar hun geboortestreek terugkeren, maar betaalbare huizen zijn er nauwelijks te vinden.
Jaren geleden was er nog krimp, vergrijzing en liepen de dorpen leeg, maar inmiddels is de regio volop in ontwikkeling. De economie ontwikkelt zich in rap tempo, de werkgelegenheid neemt toe en Zeeuws-Vlaanderen is steeds meer in trek als woon- en vakantiebestemming.
In grote vaart zijn afgelopen jaren hoge appartementencomplexen met recreatiewoningen uit de grond gestampt aan de kust in Breskens en Cadzand-Bad en werden voormalige campings bebouwd met recreatiewoningen. “De Belgen hebben de woning- en recreatiemarkt ontdekt en er zijn aan de kust zo’n 2000 recreatiewoningen bijgebouwd. Maar we zorgen niet goed voor onze eigen mensen die een woning nodig hebben”, vindt Jan de Dobbelaere, makelaar in de gemeente Sluis. We spreken hem voor ons onderzoek ‘Tweede woning vs. geen woning’. “Er is vooral gebouwd voor de recreatieve markt, niet voor de eigen woningmarkt.”
We zorgen niet goed voor onze eigen mensen die een woning nodig hebben
Krimpscenario achterhaald
De Dobbelaere vindt dat de provincie Zeeland en de gemeente Sluis aan zet zijn: “Er is lang geroepen dat er vergrijzing is en krimp.” Daardoor zijn er nauwelijks nieuwe woningen bijgebouwd voor de eigen bevolking. Volgens hem zijn de krimpscenario’s al heel lang achterhaald en wordt er door de provincie en gemeente te weinig rekening gehouden met recente en toekomstige ontwikkelingen. “Steeds meer jongeren en andere mensen willen in de regio wonen en de werkgelegenheid neemt fors toe. Op afstand werken is tegenwoordig geen probleem meer. Dat alles vraagt om extra woningen.”
De provincie zou zich volgens de makelaar onterecht baseren op woningmarktonderzoek dat ook voor de toekomst uitgaat van een krimpende bevolking. “Die prognoses komen niet overeen met de realiteit”, is zijn stellige overtuiging. Gevolg is dat de provincie en gemeente jarenlang de noodzaak voor nieuwbouw van woningen niet heeft onderkend. “Daarnaast hebben we heel veel oude woningen die niet voldoen aan de komende energie-transitie.” Wat hem betreft moet de gemeente en provincie één ding doen en dat is: ‘bouwen, bouwen, bouwen'.
Dorpswoningen opgekocht
Daar komt bij dat de gemeente Sluis, waar populaire vakantiedorpen als Breskens, Cadzand, Groede en Nieuwvliet onder vallen, in 2014 het tweede woningverbod afschafte. Sinds het bezit van een tweede woning weer werd toegestaan, werden dorpswoningen waar starters een moord voor zouden doen, gekocht door Nederlanders, Belgen en Duitsers of opgekocht door beleggers voor de verhuur aan toeristen of particulieren.
Dit drijft niet alleen de prijzen van huizen verder op, 3 ton voor een gedateerde rijtjeswoning is al lang geen uitzondering meer, maar tast ook de leefbaarheid van dorpen aan. Door het opkopen van dorpswoningen wonen er steeds minder permanente inwoners in de dorpskernen, verdwijnen scholen en winkels en loopt ook het verenigingsleven terug. ‘Spookdorpen’ noemen dorpsbewoners hun dorpen buiten de vakantieperiodes.
Sloop, maar geen nieuwbouw
Volgens makelaar Ruud de Meijer in Sas van Gent, die zelf in de gemeente Sluis woont in Ijzendijke, zijn er de afgelopen jaren meerdere dingen misgegaan in het woningbouwbeleid. Ook hij vindt dat Zeeuws-Vlaanderen al lang geen krimpregio meer is. De gemeente gaat er volgens hem onterecht vanuit dat het woningaanbod op peil is. “Ze hebben geen zicht op hoeveel woningen de laatste tijd onttrokken zijn aan de woningstand door het tweede woningbezit. En dan zouden wij middels onderzoek moeten aantonen dat er vraag is naar woningen. De makelaars worden overstelpt door woningzoekers, maar kunnen gewoonweg niet voldoen aan de vraag.”
In plaats van woningen bij te bouwen zijn er afgelopen jaren juist veel verouderde woningen gesloopt door woningbouwverenigingen. De Meijer: “Men krijgt subsidie voor het afbreken van sociale huurwoningen, dus die zijn in rap tempo afgebroken. Daardoor zijn er geen huurhuizen meer te verkrijgen. En koopwoningen zijn met een gewone baan ook niet meer te verkrijgen want die worden opgekocht als tweede woning.” De Meijer: “Als de gemeente niets faciliteert aan bouwkavels en de woningmarkt door iedereen laat opkopen, dan stuur je zelf aan op krimp. Als er niks meer op de markt is, dan kunnen mensen hier toch niet meer kopen?" De Dobbelaere deelt die mening: “Ik vind dat de overheid de schaarste heeft gecreëerd.”
Succesverhaal
De leefbaarheid van Zeeuws-Vlaamse dorpen aanpakken, doe je door te bouwen en door jonge gezinnen aan te trekken, vindt De Dobbelaere. Een goed voorbeeld is Ijzendijke, waar 140 nieuwe woningen werden ontwikkeld. “Dat is een succesverhaal. Het is nu een dorp met veel jonge gezinnen waardoor de leefbaarheid in het dorp enorm is toegenomen. Scholen en verenigingen zitten allemaal vol.”
Maar ook in de andere dorpen in de regio moet hoognodig wat gebeuren, vindt De Meijer: “Al die dorpen zijn al zo doods in Zeeuws-Vlaanderen, er komt een moment dat je echt iets moet gaan doen. Het kan toch niet de bedoeling zijn dat je alleen met een dikke portemonnee een huis kan kopen? Burgemeester ben je voor iedereen toch? Deze ontwikkeling moet stoppen. Dit wordt de ondergang van de dorpen.”