2500 hectare Noordzeenatuur ging er verloren bij de aanleg van de Tweede Maasvlakte voor een uitbreiding van de Rotterdamse haven. De natuur die daarbij werd vernietigd, zou gecompenseerd worden op een andere locatie voor de Zeeuwse en Zuid-Hollandse kust. Maar daar is weinig van terechtgekomen, vinden zeven natuurorganisaties, waaronder Natuurmonumenten, het Wereld Natuurfonds en Vogelbescherming Nederland. De rechter gaf hen gelijk.
Minister Van der Wal voor Natuur en Stikstof moet snel met een beter plan komen voor compensatie van de natuur die verloren ging bij de aanleg van de Tweede Maasvlakte. Dat is de uitkomst van een rechtszaak die zeven natuurorganisaties hadden aangespannen tegen het ministerie.
“Toen de Maasvlakte werd aangelegd is een flink stuk zeebodem vernietigd”, vertelt Anneklaar Wijnants van Natuurmonumenten. We spreken haar voor ons onderzoek ‘Compensatienatuur’. “Afgesproken was om in een ander gebied in de Voordelta een deel van de zeebodem extra te gaan beschermen zodat de natuur daar de ruimte krijgt en zich kan herstellen.” Nu 14 jaar later is de natuurcompensatie nog steeds niet gerealiseerd.
In september 2008 werd begonnen met het storten van grote hoeveelheden zand voor de Tweede Maasvlakte. De havenuitbreiding werd aangelegd op zandplaten in een ondiep stuk van de Noordzee, een gebied met een rijk bodemleven met schelpdieren, zeeanemonen en watervogels als de grote stern en de zwarte zee-eend.
5 jaar daarvoor, in 2003, ging de Europese Commissie akkoord met het uitbreidingsplan voor de haven op voorwaarde dat het verlies aan Noordzeenatuur volledig gecompenseerd zou worden. Compensatie van de verloren gegane natuur is volgens Europese afspraken verplicht, omdat de Voordelta een Natura2000-gebied is. In het oorspronkelijke plan dat werd ingediend bij de Europese Commissie werd nog gesproken van een zeereservaat en zouden alle activiteiten die de zeebodem aantasten worden verboden. “Het was de bedoeling om alle manieren van bodemberoering te weren”, aldus Wijnants.
Verbod zware sleepnetten
“Maar uiteindelijk is onder druk van de visserijsector het maatregelenpakket afgezwakt en is maar een deel van de visserij verboden”, vervolgt Wijnants. De zware boomkorvisserij, die gebruik maakt van grote sleepnetten en het bodemleven kapot maakt, werd verboden. Maar garnalenvissers die lichtere sleepnetten gebruiken en daarmee jonge oester- en mosselbanken kunnen beschadigen, bleven nog wel welkom.
Rekensom
De compensatie-opgave werd destijds bepaald aan de hand van een sluitende rekensom. Er werd een bodembeschermingsgebied van 25.000 hectare aangemeten, 10 keer de oppervlakte van de 2500 hectare grote Tweede Maasvlakte. Uitgangspunt was dat de natuurwaarden van de zeebodem in het compensatiegebied met 10 procent moest verbeteren.
De natuurorganisaties, toen nog overtuigd door de wetenschappelijke rapporten die aan het plan ten grondslag lagen, stemden in met het plan om slechts een deel van de visserij te verbieden. “Op dat moment dacht men dat dat het een verbetering van de zeebodem zou opleveren van 10 tot 30 procent en misschien nog wel meer”, vertelt Wijnants.
Natuurkwaliteit onder de maat
Vanaf 2008 werd intensief gemonitord om te kijken of de natuurkwaliteit verbeterde. De eerste resultaten in 2016 waren niet positief. Volgens onderzoek van de Universiteit van Wageningen en onderzoeksbureau Deltares, is de garnalenvisserij de laatste jaren zelfs sterk toegenomen in het bodembeschermingsgebied. “Toen had de minister al kunnen gaan nadenken over een plan B”, vindt Wijnants. “Toen in 2019 het eindrapport van de monitoring verscheen, had dat plan B er moeten liggen.”
Minister Van der Wal erkent dat van de compensatie weinig is terechtgekomen. Zij vindt dat er meer nodig is om de zeenatuur te verbeteren, maar over de manier waarop zijn de natuurorganisaties en de overheid het niet eens. Wijnants: “De minister ziet heil in uitbreiding van het Natura2000-gebied, maar Natuurmonumenten vindt dat niet zinvol zolang daar nog steeds gevist mag worden.” De natuurorganisaties willen juist het oorspronkelijke plan handhaven. Wijnants: “Wat je zou moeten doen is het reeds aangewezen gebied alsnog helemaal sluiten voor alle vormen van visserij. Dat zal zeker verbetering gaan opleveren.”