Gerben Engwerda uit het Friese Tytsjerk is een boer die jarenlang, tegen de stroom in, duurzaam en daardoor kleinschalig probeerde te blijven. Hij vindt dat de hele sector over moet gaan op een andere manier van landbouw. ‘Als je kleinschalig blijft ben je boer, geen manager.'
Het is een idyllisch gezicht als biologische boer Gerben Engwerda woensdagmiddag in zijn stal de koeien voert. Het zonlicht valt de stal binnen terwijl Gerben met een hooivork zijn Friese Roodbonte en Fries-Hollandse koeien van voorraad voorziet.
Gerben is een boer die jarenlang tegen de stroom inging. Of, zoals hij het zelf ook ziet, een voorloper is. Hij probeert duurzaam en daardoor kleinschalig te blijven, heeft veel aandacht voor bodemkwaliteit, gebruikt geen chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest, en houdt enkel koeien van zeldzame rassen. Samen met zijn vrouw Carla runt hij ook een biologische webwinkel waarin ze producten van zichzelf, en andere lokale biologische boeren verkopen.
‘Ik vraag me altijd af hoe gelukkig de boeren zijn in grootschalige bedrijven. Dat zijn toch meer managers. Als je kleinschalig blijft ben je boer, geen manager,’ vertelt Gerben tijdens het melken.
Boerenprotest
Gerben was er een paar weken geleden op het Malieveld niet bij. ‘Ik kan het me best voorstellen hoor, want er komt heel veel op die boeren af. Ook onterechte dingen. Maar je moet ook naar de boerenbestuurders zoals LTO kijken, want die hebben altijd de boot afgehouden. Ze hebben altijd de intensieve landbouw in stand willen houden en niet naar een andere landbouw gewild. Dan krijg je natuurlijk de deksel op je neus.’
Volgens Gerben is een andere manier van landbouw nodig, mét een kleinere veestapel. ‘We kunnen niet zo doorgaan, omdat we de kanttekeningen van ons productiesysteem afwentelen op onze maatschappij en het milieu.’
Geen podium
Gerben vindt dat hij het goede voorbeeld geeft, maar vindt ook dat boeren die werken zoals hij niet genoeg gestimuleerd worden. ‘Wij moeten onze gang kunnen gaan. Dat is nu het grote probleem. Want dit soort landbouw, bedrijven of instellingen zijn er genoeg maar ze krijgen geen podium om zich te ontplooien. Je hoort wel van alle maatregelen die nodig zijn om de landbouw in toom te houden maar je hebt niet gehoord over wat particuliere bedrijven al doen om toch een andere landbouw te krijgen.’
Dat een kleinschalige sector gevolgen gaat hebben voor de exportpositie van ons land moeten we volgens Gerben accepteren. Volgens hem hoeven wij de wereld niet te voeden. ‘Dat kunnen ze zelf wel. (…) Mensen zeggen wel eens, de idealist van nu is de realist van morgen. Dat blijkt ook wel. Over de manier waarop wij bezig zijn werd vroeger altijd gezegd: ‘Laat ze maar gaan.’ Maar het blijkt wel dat deze manier van boeren beter in de toekomst past dan het alleen maar doorgaan op groei, groei, groei.’