Al jaren zie je het regelmatig in het nieuws voorbijkomen, en zo ook een paar weken geleden nog: er is wéér een stijging van politiemeldingen van personen met verward gedrag. Maar wat veroorzaakt dit gedrag? Lang was het onduidelijk, maar in Flevoland hebben ze het voor het eerst onderzocht. Vandaag verschijnt het rapport.
‘Toen we begonnen met het onderzoek ging men er vaak vanuit dat mensen met verward gedrag een psychiatrische stoornis hebben. Dus werd er altijd met een vinger gewezen naar de GGZ (geestelijke gezondheidszorg). Dit zijn mensen die door hen geholpen zouden moeten worden.’ Onderzoeker Marjolein Poels analyseerde ruim 1000 politiemeldingen van mensen met verward gedrag en kwam tot een andere conclusie.
Kleine groep, veel meldingen
Psychotisch gedrag, een zelfmoordpoging, personen lastigvallen, gooien met spullen, op straat liggen, of je zomaar uitkleden. Het zijn uiteenlopende incidenten die allemaal door de politie geregistreerd kunnen worden als een melding van verward gedrag. Maar over de redenen van dit gedrag was tot voor kort weinig bekend. In Flevoland is voor het eerst onderzocht wat er bij deze mensen speelt, en hoe ze te helpen zijn.
Uit het rapport van GGD Flevoland en onderzoeksbureau Care2Research komt naar voren dat bij veel mensen die in verwarde toestand met de politie in aanraking komen, veel meer aan de hand is dan alleen een psychiatrisch probleem. ‘We zagen dat een kleine groep mensen van 69 personen – dat is 7 procent van al de personen die we geanalyseerd hebben – verantwoordelijk is voor 36 procent van alle meldingen in Flevoland. Bij die mensen speelt vaak heel veel tegelijk. Ze hebben niet alleen een geestelijk probleem, maar ze hebben financiële problemen, ze zijn dakloos, én verslaafd,’ aldus Poels.
Zorg biedt geen garantie
De verwarde personen zijn geen onbekenden. 78 procent van de mensen die geanalyseerd zijn, zijn al bekend binnen de zorgketen. Maar zorg blijkt geen garantie te bieden tegen het vertonen van verward gedrag, vertelt Poels. ‘Juist voor die kleine groep die veel meldingen veroorzaakt is goede zorg bieden lastig. Vaak zorgen zij voor veel meldingen in een aantal maanden en duurt het proces te lang om in deze korte periodes de juiste zorg voor ze te vinden.’
‘Als je het bijvoorbeeld hebt over iemand die een licht verstandelijke beperking heeft en middelen gebruikt, dus bijvoorbeeld heel veel blowt, is dat heel lastig. Die mensen zijn agressief, als je ze laat afkicken dan lopen ze weg, en de diagnose licht verstandelijke beperking is heel moeilijk te stellen, zeker voor volwassenen die niet zomaar mee willen werken.’
Voor deze mensen is daarom niet altijd een plek te vinden, stelt Poels. ‘Zorgprofessionals willen het heel graag en zetten zich in, maar er is geen route. De zorg is namelijk verkokerd: óf je hebt een licht verstandelijke beperking, óf een verslaving óf een psychiatrische stoornis. Als er één van die dingen aan de hand is, is zorg goed te vinden. Maar als er meerdere dingen spelen dan is het heel erg de vraag: waar kan iemand dan terecht?’
‘Out-of-the-box denken’
Mensen met een combinatie van problemen zijn in Flevoland op dit moment nog moeilijk te helpen. ‘Ik zou graag zien dat er een team wordt aangesteld die de groep die de meeste meldingen veroorzaakt in de gaten houdt. Dat moeten hulpverleners zijn die niet wachten op meldingen, maar pro-actief kijken hoe het met deze mensen gaat en out-of-the-box kunnen denken over hoe deze mensen geholpen kunnen worden. We moeten stoppen met wachten totdat iemand weer een melding veroorzaakt en dan pas wat gaan doen.’