‘Ineens voel ik een trap in mijn rug. Ik val op de grond, draai me om en zie een agent op me inslaan.’ Wat begon als een wandeling in het Vroesenpark in Rotterdam, eindigde voor C. - een tipgever die het liefst anoniem wil blijven - in een pak slaag door een groep agenten. Hoewel hij twee keer door een onafhankelijke instantie in het gelijk werd gesteld dat het geweld buitenproportioneel was, heeft hij nooit van de politie gehoord dat er verkeerd is gehandeld.
Wij mochten de getuigenverklaringen, processen-verbaal en verslagen van klachtencommissies en onderlinge communicatie van C. bekijken. C. werd door de klachtencommissie en de Nationale Ombudsman in het gelijk gesteld, maar politie Rotterdam heeft een andere versie van het verhaal.
Het incident vond plaats in de zomer van 2014. Volgens de Ombudsman is alles begonnen met een geschil over een foutgeparkeerde auto in het Vroesenpark. De boel escaleert zodra een omstander een opmerking maakt over het optreden van een agent ter plaatse. De omstander rent weg, de agent rent er achteraan en de situatie ontvlamt. Meer agenten worden naar het Vroesenpark gestuurd.
Volgens de politie worden deze agenten aangevallen door een groep mensen. In de getuigenverklaringen wordt daar echter niets over gezegd. Het gevolg blijft echter hetzelfde: alle 10 tot 12 aanwezigen in het park worden met harde hand verwijderd. De klachtencommissie heeft vastgesteld dat tijdens de charges ‘minstens evenveel politiefunctionarissen aanwezig waren als burgers.’
Charges uitgevoerd
Normaal gesproken krijg je bij een charge een waarschuwing. Commando’s zoals ‘wapenstok’ of ‘achteruit’ worden dan geroepen voordat een agent werkelijk geweldsmiddelen inzet. Maar onze tipgever heeft - wellicht door gehoorproblemen - niets gehoord. ‘Ineens voel ik een trap in mijn rug. Ik val op de grond, draai me om en zie een agent op me inslaan.’ C. weert de klappen in eerste instantie af met zijn handen, maar krijgt meerdere stokslagen op zijn armen en bovenlichaam.
C. en zijn kennis lopen richting de uitgang van het park zodra de charge wordt uitgevoerd. Als de agenten niet hadden ingegrepen, zouden zij dus al uit zichzelf de juiste kant op lopen. Overigens worden beide mannen door de politie belaagd nadat de schermutseling bij de auto is opgelost. Door een communicatiefout weten echter niet alle agenten dat er geen charge uitgevoerd hoeft te worden.
Inmiddels zijn drie onderzoeken naar dit incident voltooid: tweemaal heeft de klachtencommissie een uitspraak gedaan, vervolgens heeft de Ombudsman geoordeeld. Opmerkelijk is dat de eerste klachtencommissie de politie in het gelijk stelde, maar de klagers bij de tweede commissie aan het langste eind trokken.
‘Er was bij de uitvoering van de charge naar de mening van de commissie na korte tijd al geen direct gevaar meer voor de veiligheid van politiemensen en er werden ook geen ernstige strafbare feiten meer gepleegd’, stelt de tweede klachtencommissie. Het politieoptreden is ‘in strijd met het proportionaliteitsbeginsel.’ Toch schaart de politie zich nog steeds achter de uitspraak van de eerste commissie, ook al zijn bij die zitting een aantal cruciale getuigen niet uitgenodigd.
Geen reactie
Het voorval heeft niet alleen fysiek diepe sporen achtergelaten. C. is boos en teleurgesteld in de hele gang van zaken. Tot op de dag van vandaag heeft hij nog geen excuses of compensatie ontvangen van de politie.
Die stugge houding kwamen we ook tegen toen wij het verhaal van de klagers wilden verifiëren bij de politie Rotterdam. Voorafgaand konden wij geen enkel nieuwsbericht vinden over dit voorval. Wij hebben dit aan de politie Rotterdam voorgelegd, met de vraag: wat is hier nou gebeurd? De woordvoerders wilden alleen reageren op een geschreven versie van ons verhaal.
Succes met je verhaal. We lezen het graag als het af is en zullen, wanneer dat nodig blijkt, alsnog naar jou of via onze eigen kanalen reageren.
Vervolgens hebben wij een versie van het verhaal voorgelegd, met een aantal specifieke vragen. Dit komt neer op het volgende: Wat is het standpunt van de politie in deze zaak? En is dat veranderd nadat zowel de klachtencommissie als de Ombudsman hebben geoordeeld dat het toegepaste geweld buitenproportioneel was? De reactie na een maand luidt:
Om te beschermen en/of te handhaven mogen en moeten politiemensen geweld gebruiken als de situatie daar om vraagt. Daar is de Ombudsman ook helder in: die veroordeelt niet het gebruik van geweld in deze casus, maar de proportionaliteit ervan. Het gebruik van geweld door de politie is onderdeel van het professioneel vakmanschap van politiemensen. De maatschappij moet erop kunnen vertrouwen dat de politie professioneel omgaat met deze geweldsbevoegdheid. Om dit goed te borgen zorgt de politie dat politiemensen goed getraind zijn, dat zij verantwoording afleggen over het gebruikte geweld, geweld getoetst wordt aan de geweldsinstructie en dat politiemensen leren van gebruikt geweld.
Wij weten dus nog steeds niet of de politie vindt dat het geweld proportioneel was, en of er na de uitspraak van de ombudsman maatregelen zijn genomen om herhaling te voorkomen. Voor de uitzending (dinsdag 30 oktober, NPO2 om 21.25 uur) hebben wij een interview met Frank Paauw gedaan. Paauw is portefeuillehouder politiegeweld en toevallig ook korpschef Rotterdam. Uiteraard hebben wij hem hier ook vragen over gesteld.
Paauw wijst in dat interview naar de conclusie die de Ombudsman trekt. ‘Wat dit nu bewijst is dat een klager wel degelijk zijn recht kan halen, ook buiten de politie. Dat het dus werkt.’ Volgens Paauw neemt hij nagenoeg altijd het advies van de klachtencommissie over, maar vonden ze in dit specifieke geval dat de agenten goed handelden. De Ombudsman stelde juist dat de politie had moeten toegeven dat het geweld buitenproportioneel was. ‘En dan komt naar voren dat de Ombudsman vindt dat ik daar niet van had kunnen afwijken. Ik kan daar alleen maar professioneel mee omgaan en constateren dat de klager dan alsnog zijn gelijk kan krijgen.’
Kortom, de klagers - in dit geval C. en drie andere slachtoffers - hebben bij externe instanties hun gelijk gekregen. En daarmee is de kous af.
Zelflerend vermogen
De stugge houding zit de betrokkenen dwars. Dat agenten fouten kunnen maken is menselijk, maar de gesloten houding van de politie maakt het hele voorval onverteerbaar voor C. Het stelt hem niet gerust dat de politie niet zegt dat er fouten zijn gemaakt, en dat ze daar van willen leren.
‘Er wordt onvoldoende bij stilgestaan wat voor impact zulke optredens met geweld kunnen veroorzaken’, vindt C. ‘Geweld door politie zou nog nauwkeuriger onderzocht moeten worden.’