Het aantal mensen dat onder beschermingsbewind staat vanwege problematische schulden is in 4 jaar tijd explosief gestegen. Volgens Peter Heijkoop, wethouder in de gemeente Dordrecht, is er een 'wildgroei' aan particuliere bewindvoeringsbureaus. 'Juist kwetsbare mensen moet je niet aan de markt overlaten.' Hij heeft daarom nu zelf bewindvoerders in dienst genomen. Is dat verstandig?
Eerst de cijfers: tussen 2014 en 2018 klopten bijna 74.000 mensen aan bij een bewindvoerder voor een zogenoemd schuldenbewind, in dezelfde periode werd dat voor nog geen 11.000 mensen beëindigd. Dit grote verschil tussen de in- en uitstroom kan verschillende oorzaken hebben, vertelt Annette Druijf, voorzitter van de Nederlandse Branchevereniging voor Professionele Bewindvoerders.
Een bewindvoerder probeert een schuldenaar in een schuldenregeling te krijgen, die op zichzelf al minstens 3 jaar duurt. Het traject om überhaupt in zo’n regeling te komen kan ook nog lang duren, vertelt Druijf. ‘Als je uitgaat van dossiers die soepel lopen, ben je dus sowieso al 3,5 jaar verder voordat de uitstroom op gang komt. Uitgaande dat het schuldenbewind in de loop van 2014 pas echt op gang is gekomen, kan dat een verklaring (voor het grote verschil tussen in- en uitstroom, red.) zijn.’
Druijf vertelt dat ook de complexiteit van een dossier er aan kan bijdragen dat het lang duurt voordat iemand schuldenvrij is. Dat ziet ook Harold de Graaf, directeur van een andere branchevereniging: de Branchevereniging voor Professionele Bewindvoerders en Inkomensbeheerders. Voordat een schuldenaar in een schuldenregeling kan, is het de taak van de bewindvoerder om een duidelijk overzicht te krijgen van alle schulden. Dat kan soms ontzettend lastig zijn, vertelt De Graaf. ‘Ook voor professionals is het soms heel moeilijk om inzicht te krijgen in het financiële reilen en zeilen van een cliënt. Je hebt cliënten waarbij het binnen een half jaar duidelijk is. Maar er zijn ook cliënten waar er na 5 jaar nog steeds verrassingen bovenkomen.’
‘Enorme kostenpost’
Voor veel gemeenten is het stijgend aantal mensen in schuldenbewind een doorn in het oog. Wanneer iemand het schuldenbewind niet zelf kan betalen, doet de gemeente dat via de bijzondere bijstand. Het bedrag uit dat geldpotje dat naar het beschermingsbewind gaat, hebben gemeenten de afgelopen jaren fors zien stijgen. Uit de meest recente cijfers van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) blijkt dat de bijzondere bijstand voor het beschermingsbewind in 2 jaar tijd meer dan verdubbeld is. (van 55 miljoen in 2013 naar 115 miljoen in 2015). Volgens de VNG is het beschermingsbewind daarmee een enorme kostenpost voor gemeenten geworden. Het is echter niet duidelijk of deze stijging ook samenhangt met de stijging van het aantal schuldenbewinden.
Eigen bewindvoerders
Peter Heijkoop is wethouder in de gemeente Dordrecht en verantwoordelijk voor de Sociale Dienst Drechtsteden. Hij vertelt ons dat hij het aantal beschermingsbewinden in de regio Drechtsteden in korte tijd heeft zien verdrievoudigen. De sociale dienst heeft nu zelf bewindvoerders in dienst die zich specifiek met schulden bezighouden. Aanleiding voor dit besluit is volgens Heijkoop de ‘wildgroei’ aan ‘bewindvoeringsbureautjes’ en de grote verschillen in kwaliteit en taakopvatting van bewindvoerders. Bovendien maakte hij zelf van dichtbij mee dat mensen ‘negatieve’ ervaringen hadden met beschermingsbewindvoerders. ‘Als ik zo’n verhaal hoor van mensen die jarenlang ronddolen in de schulden, bij bewindvoerders, dan denk ik: dit moet echt anders geregeld worden in Nederland.’
De Drechtsteden zijn niet de enige met eigen bewindvoerders in dienst. De gemeente Groningen besloot vorig jaar ook eigen bewindvoerders aan te stellen en in de gemeente Deventer startten ze in 2017 al met een soortgelijk experiment. Heijkoop hoopt met de eigen bewindvoerders een beter zicht op de kwaliteit, een betere doorstroom en kortere lijntjes te krijgen. De Drechtsteden zijn nu een aantal maanden bezig. ‘Als dit goed loopt dan gaan we het uitbreiden. En dan ben ik ook best bereid om daarvoor de randen van de wet op te zoeken.’
De twee brancheverenigingen voor bewindvoerders vragen zich af of het initiatief van de Drechtsteden om zelf bewindvoerders in dienst te nemen een juiste oplossing is. Druijf: ‘We zien dat gemeentes de laatste jaren veel op hun bordje hebben gekregen en nu zoeken naar een format om alles op de rit te krijgen. Maar het lijkt me niet logisch om nog een taak erbij te nemen zolang andere taken niet goed op de rit zitten.’ Druijf en De Graaf vertellen dat ze graag met gemeenten aan tafel willen over hoe het beschermingsbewind beter kan. De Graaf: ‘We gaan graag het gesprek aan als een gemeente een feitelijke onderbouwing kan geven van hoe we elkaar kunnen versterken.’
Te ver doorgeschoten
Heijkoop vertelt dat er ‘natuurlijk’ ook ‘goede’ bewindvoerders zijn, maar dat hij te veel verhalen hoort van mensen die niet geholpen worden en dat het te lang duurt. ‘Wij als overheid zijn er te ver in doorgeschoten om zaken als beschermingsbewind aan de markt over te laten. Juist kwetsbare mensen moet je niet aan de markt overlaten, je moet daar als overheid een stevige hand in hebben.’
Uitzending
Kijk onze uitzending over schulden hier terug. Waarom komen steeds minder mensen in de wettelijke schuldsanering terecht?