‘Het is een hele goede werkgever,’ zegt Theo Beentjes, teamleider bij Tata Steel (het vroegere Hoogovens). Over twee weken is hij veertig jaar in dienst bij het staalbedrijf. Hij stoort zich aan de negatieve berichten over ‘zijn’ bedrijf. ‘Ze doen er echt alles aan om te zorgen dat wij veilig kunnen werken en dat gevaarlijke stoffen niet in de omgeving terechtkomen.’ We zoeken hem op voor het onderzoek Lokaal Bestuur.

‘Als ik dan hier in de krant kijk, dan lees ik dat er onderzoek moet worden gedaan naar de veiligheid en gezondheid van de medewerkers,’ zegt Beentjes. Hij doelt op de open brief van vorige week. Daarin roepen verschillende inwoners van Wijk aan Zee premier Rutte op hen te hulp te schieten in de strijd tegen de fabriek. Bewoners maken zich zorgen over hun gezondheid en twijfelen aan de handhaving door de regionale en lokale politiek. Ook de gezondheid van medewerkers moet niet vergeten worden volgens de groep bewoners verenigd in Stichting IJmond.

Sunlight-zeep

‘Absolute lariekoek,’ vindt Beentjes, ‘en ook niet nodig. Vroeger gebeurde er misschien wel dingen waarvan we nu zeggen: dat moet je zo niet doen. Maar er wordt nu juist heel erg goed gekeken naar onze veiligheid en gezondheid. We weten inmiddels ook veel meer over veilig werken. We krijgen regelmatig een gezondheidscheck en hebben bijvoorbeeld ook koolmonoxidemeters op onze werkkleding.’

Om de verbeterde werkomstandigheden in de afgelopen veertig jaar uit te leggen vertelt hij dat uitvoerend personeel vroeger jaarlijks een doos Sunlight-zeep en een paar handdoeken van de fabriek kreeg. Nu staan er wasmachines op het terrein waarin medewerkers de kleding die onder hun werkkleding zit kunnen wassen. ‘Zodat je zo min mogelijk stof mee naar huis neemt,’ aldus Beentjes.

Uitgelicht

IJMUIDEN - De hoogovens van staalbedrijf Tata Steel. / ANP XTRA ROBIN VAN LONKHUIJSEN

‘Fijn dat de ramen schoon zijn, maar niemand kan je longen schoonmaken’

Zes broers en vader in dienst van staalfabriek

Hij komt uit een echt Hoogoven-gezin. Ook vijf van zijn broers en zijn vader werkten in de staalindustrie. ‘We aten allemaal van de Hoogovens,’ zegt hij lachend. ‘Het bedrijf is altijd heel belangrijk geweest voor ons gezin. Mijn vader heeft er ruim dertig jaar gewerkt en een van mijn broers werkt er nu ook nog steeds.’ Hij legt uit dat de staalfabriek in de omgeving bekend stond en staat als goede werkgever. En dat zorgde er ook voor dat Theo uiteindelijk zelf aan de slag ging bij het bedrijf. ‘Eigenlijk wilde ik boswachter of dierenarts worden, maar door de verhalen van mijn broers en vader ben ik uiteindelijk toch de staalindustrie ingerold.’ Mensen moeten volgens hem niet vergeten hoe belangrijk de fabriek is voor de regio. 'En niet alleen voor de werknemers die er werken, ook alle ondernemers en restaurantjes profiteren van Tata. Het staalbedrijf hoort gewoon hier,’ aldus Beentjes.

Makers