Wordt het veiliger op de weg door de straffen op zware overtredingen te verhogen, zoals minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) eerder dit jaar stelde? Het antwoord is nee. Wie de onderzoeken erop na slaat, kan maar tot één conclusie komen: de wegpiraat is buitengewoon hardleers. Voor ons onderzoek Verkeersveiligheid zetten we de belangrijkste misvattingen over zwaarder straffen in het verkeer op een rij.
1. Het wordt er veiliger door. Want hogere straffen hebben een afschrikwekkende werking.
Nee. De Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) zette de conclusies van tal van studies op een rij naar het effect van de strafmaat op ons gedrag in het verkeer. Conclusie: Voor straffen die al relatief zwaar zijn, zoals voor rijden onder invloed of opgelegd door een rechter, ‘is er weinig bewijs dat een verzwaring van die straf positieve gedragseffecten heeft.’
2. Oké, maar iemand die daadwerkelijk bestraft wordt, zal bij een hogere straf minder snel in herhaling vallen.
Ook dat klopt niet. Bij een groot Australisch onderzoek werden 70.000 mensen onderzocht die door de rechter een geldboete opgelegd kregen voor een verkeersdelict. Hier kwam ‘geen enkel bewijs’ uit voort dat mensen door een hogere boete minder snel opnieuw in de fout gaan, schrijft het SWOV. Het bleek bovendien niets uit te maken hoe lang, naast de boete, ook nog het rijbewijs werd ingetrokken. Alle groepen gingen even vaak opnieuw in de fout.
In Nederland werden in 1992 fors hogere straffen ingevoerd voor rijden onder invloed. Er kwamen hogere boetes en een snellere intrekking van het rijbewijs. Volgens het SWOV leidde dit er niet toe ‘dat het rijden onder invloed van alcohol afnam. Het nam zelfs enigszins toe, waarschijnlijk mede doordat het toezichtniveau sterk afnam.’
3. Of mensen het eens zijn met een verkeersregel of niet, onder dreiging van straf houden ze zich er wel aan.
Volgens het SWOV kan rechtshandhaving ‘pas effectief zijn als burgers de geldende normen en regels kennen en ervan overtuigd zijn dat naleving van de regels belangrijk is.’ Mensen moeten dus nut en noodzaak inzien van een straf. ‘Bestraffing als mechanisme om mensen aan regels te laten gehoorzamen heeft veel meer effect als die bestraffing aansluit op de normen, waarden en het rechtsgevoel van burgers zelf.’ Oftewel: straffen zijn minder effectief als mensen er niet achter staan, en elkaar dus ook niet veroordelen vanwege het overtreden van een regel.
4. Dan neem je toch het rijbewijs in van wegpiraten. Als zij niet mogen rijden, wordt het echt wel veiliger op de weg.
Het SWOV schrijft: ‘Het feitelijk onttrekken van overtreders aan het verkeer gebeurt slechts sporadisch, zodat ook dit nauwelijks invloed heeft op de verkeersveiligheid.’ Maar los van dit geringe effect blijkt uit onderzoek dat tenminste vijf procent van de bestuurders met een rijontzegging jaarlijks toch achter het stuur wordt betrapt. Het SWOV schat dat het werkelijke percentage overtreders veel hoger ligt aangezien lang niet iedere overtreder gepakt wordt.
5. Het is heel simpel: hoe meer politie en camera’s op de weg, hoe beter mensen zich aan de regels houden.
Dat is niet helemaal waar. Bekend is dat bij het voorkomen dat mensen in de fout gaan vooral de handhaving door politie van belang is. Maar mensen passen hun gedrag niet aan vanwege de feitelijke kans dat ze gepakt worden – de zogenoemde objectieve pakkans – maar vanwege de door hen belééfde pakkans – de subjectieve pakkans. Het SWOV: ‘De subjectieve pakkans wordt deels door de objectieve pakkans bepaald, en daarnaast door bijvoorbeeld berichtgeving in de media, voorlichtingscampagnes en verhalen van kennissen.’ Kortom: wie denkt dat de kans om gepakt te worden groot is, zal zich eerder aan de regels houden, ongeacht het aantal agenten en camera’s op de weg.
6. Eenmaal staande gehouden door de politie zullen mensen wel beter uit gaan kijken.
Dat geldt lang niet altijd. Er is een groep waarbij staandehouden zelfs een averechts effect kan hebben: dronken chauffeurs. Zij maken soms de zogenoemde ‘gokkersfout’, aldus het SWOV: ‘Alcoholrijders die jarenlang ongemerkt en ongestraft met alcohol hebben gereden, menen ten onrechte dat hun pakkans na de eerste aanhouding en bestraffing kleiner is geworden. Aanhouding en bestraffing leiden voor hen dus niet tot een hogere subjectieve pakkans, maar juist tot een lagere.’
7. Gooi ze dan in de bak, die dronken chauffeurs. Dat zal ze leren.
Nee helaas, ook dat is niet waar. Sterker: Onderzoek in de VS toonde volgens het SWOV aan dat er ‘absoluut geen effect van gevangenisstraf (is) op de recidive van rijders onder invloed’.
8. Los van de straf: de kans een ongeluk te veroorzaken zal mensen toch ook behoeden voor gevaarlijk gedrag.
Dat is maar ten dele waar. Want in hoeverre brengen mensen bewust het verkeer in gevaar als ze bijvoorbeeld op hun telefoon kijken? Of denken ze juist helemaal niet na bij hun gedrag. Eerder spraken we advocaat verkeersrecht Jeroen van Kollenburg hierover: ‘Je pakt de mobiele telefoon niet in je handen om daarmee de verkeersregels ernstig te schenden. Sterker: je denkt dat het eigenlijk wel kan en dat het veilig genoeg is om te doen.’
9. Ik houd me wel aan alle regels dus ik ben geen gevaar op de weg.
Dat is helaas onzin. Er zijn verschillende gedragingen in het verkeer die bij wet gewoon zijn toegestaan maar die wel degelijk een gevaar opleveren voor jezelf en andere weggebruikers. Het meest pregnante voorbeeld is handsfree bellen. Het SWOV schrijft daarover: ‘Een ruime meerderheid van studies concludeert dat handsfree bellen géén significant voordeel heeft boven handheld bellen. Hoewel bij handheld bellen een hand minder beschikbaar is voor de rijtaak, geldt de meest negatieve eigenschap van mobiele telefoons ook bij handsfree bellen: verplaatsing van de aandacht van de rijtaak naar het gesprek.’ Het SWOV haalt een studie aan waaruit blijkt dat het risico op een ongeval ongeveer vier maal groter is wanneer men belt (handheld óf handsfree) dan wanneer men niet belt.
10. Oké, er is dus überhaupt niks te doen aan gevaarlijk weggedrag.
Jawel. Er zijn verschillende methoden die bewezen effectief zijn. Handhaving is de belangrijkste: Wie vaker de politie ziet op de weg zal beter opletten. Een andere is voorlichting: Wie beseft hoeveel risico hij loopt door te appen achter het stuur zal dat eerder afzweren.
Het SWOV noemt nog een andere effectieve methode: ‘In tegenstelling tot strafverzwaring, heeft regelmatige of continue monitoring van alcoholgebruik wel een effect op alcoholovertredingen.’ Het alcoholslot was hiervan een voorbeeld. Het werd opgelegd aan chauffeurs die dronken achter het stuur waren betrapt. Het apparaat fungeerde als startonderbreker wanneer de bestuurder te veel gedronken had. De Hoge Raad en de Raad van State hebben geoordeeld dat deze maatregel niet meer opgelegd mag worden.