De truckersprotestgroep Convoy Nederland heeft in de periode rondom de boerenprotesten een online meldpunt opgezet, waarin mensen worden aangespoord om bedrijven te intimideren. Het gaat voornamelijk om bedrijven of instanties die boerensteunacties ongedaan maken, zoals het weghalen van omgekeerde vlaggen of het opruimen van afval op de snelweg. Slachtoffers worden op hun privénummer gebeld of thuis opgezocht. Ondanks aangiftes is het meldpunt vandaag de dag nog steeds in de lucht. Dat blijkt uit onderzoek van Pointer (KRO-NCRV).
In het meldpunt roepen de beheerders van Convoy Nederland leden van het Telegramkanaal op om een melding te maken wanneer bedrijven boerensteunacties ongedaan maken. Vervolgens plaatsen diezelfde beheerders een bericht in het Telegramkanaal Meldpunt – Acties en Landverraders. Bij dat bericht worden foto’s of video’s van de situatie geplaatst en in veel gevallen wordt het bericht aangevuld met contactgegevens, zoals telefoonnummers of emailadressen. Daarbij roepen ze op om de betreffende persoon of instantie te contacteren, zodat zij de werkzaamheden stoppen. Hiermee organiseert en faciliteert de truckersprotestgroep intimidatie, zowel online als fysiek.
Convoy Nederland stelt in zijn eigen Telegramgroep dat het weghalen van vlaggen een schending van de vrijheid van meningsuiting is. De truckersprotestgroep vindt het gerechtvaardigd om de uitvoerders van deze werkzaamheden aan de schandpaal te nagelen omdat de overheid en de media dat, volgens henzelf, ook met "de dreigboeren, de wappies en de complotdenkers" doen.
Nadat de stikstofplannen van het kabinet in juni bekend werden, lieten boeren en protestgroepen door het hele land van zich horen via protesten en boerensteunacties. Sympathisanten hingen de Nederlandse vlag omgekeerd op als teken van nood, distributiecentra en snelwegen werden geblokkeerd en er volgden afvaldumpingen op de snelwegen. Eerder werd al bekend dat van de ongeveer dertig verdachten die in het noorden van het land werden aangehouden bij de boerenprotesten, driekwart zelf geen boer was, aldus persofficier van justitie Jan Hoekman. In Overijssel, waar vier personen moesten voorkomen in de rechtbank vanwege het gooien van spullen naar de politie tijdens een boerenprotest, bleken er drie, geen boer te zijn.
Het meldpunt, dat op 21 juli is opgericht, blijkt dus ook niet uit de koker van de boerenorganisaties te komen, maar van de truckersprotestgroep Convoy Nederland. In totaal worden er 26 verschillende bedrijven, instanties of individuen genoemd, waarvan vijf bedrijven meerdere keren voorbijkomen. Pointer benaderde alle gedupeerden, maar een ruime meerderheid wilde niet meewerken aan een interview. In veel gevallen omdat men bang is om opnieuw in de problemen te komen.
Een slachtoffer dat inhoudelijk wel over de intimidaties wilde praten is een eigenaar van een bedrijf uit het westen van het land. Hij doet anoniem zijn verhaal. Op de dag dat hij bezig was met het opruimen van afval, kreeg hij meer dan honderd telefoontjes. "Het gevoel dat je steeds achtervolgd wordt, dat mensen toch weten waar je bezig bent, dat vond ik wel eng", aldus het slachtoffer. Ook kreeg hij te maken met fysieke intimidatie; tot twee keer toe kreeg hij ’s avonds laat bezoek aan huis. De eigenaar van het bedrijf heeft twee keer aangifte gedaan bij de politie vanwege de intimidaties.
Strafrechtelijk aanpakken meldpunt tijdrovend
Het Openbaar Ministerie (OM) zegt dat het onderzoeken van online bedreigingen en beledigingen een complexe en tijdrovende aangelegenheid kan zijn. "Als die worden gedaan in versleutelde appgroepen door personen die een pseudoniem gebruiken, kan het een flinke zoektocht zijn om te achterhalen wie de persoon is die een strafbare uiting heeft gedaan. Als de kwestie ernstig genoeg is, gaan we die zoektocht zeker aan", aldus het OM.
De politie voegt daaraan toe: "(Online) intimidatie is in eerste instantie een maatschappelijk probleem, het is vaak niet strafbaar maar kan snel overgaan in een concrete bedreiging.” Ook laat de politie weten dat een wetsvoorstel over doxing, het online zetten van identificerende informatie over een persoon, in de maak is. “Dat zal handvatten bieden om die vorm van online intimidatie strafrechtelijk aan te pakken", aldus de politie.