Steeds meer mensen in Nederland kunnen gebruik maken van een draagmoederschapstraject. Niet langer hoeven beide ouders genetisch verwant te zijn aan het kindje: verwantschap met slechts één ouder is voldoende. En zo kunnen homostellen sinds kort ook, samen met een draagmoeder, de behandeling opstarten. Revolutionair, maar een goede juridische regeling is er nog niet. “We maken nu in de praktijk mee dat kinderen in een draagmoederschapsconstructie tussen wal en schip vallen, heel ongewenst,” stelt advocaat familierecht Jo-an van der Tol.
Twee klinieken in Nederland bieden op dit moment in Nederland het bijzondere traject aan: Amsterdam UMC en vruchtbaarheidskliniek Nij Geertgen. Maar zo’n traject behoeft ook een goede juridische regeling: al jaren is er de roep om een wet die vóór de geboorte al regelt dat de draagmoeder niet juridisch automatisch de ouders is maar de wensouders. Het wetsvoorstel ‘kind, draagmoederschap en afstamming’ laat echter op zich wachten. De Raad van State, het hoogste adviesorgaan van de regering, is uiterst kritisch op het wetsvoorstel dat er nu ligt.
Pijnlijke situaties
Draagmoederschapsconstructies komen steeds vaker voor maar het vervelende is dat zowel het kindje, als de draagmoeder en de wensouders nu niet goed juridisch beschermd zijn en dat is gek, want het gebéurt en dus móeten we het regelen.” In de praktijk maakt familierechtadvocaat Van der Tol mee dat door de juridische onduidelijkheid pijnlijke situaties ontstaan rondom het gezag van het kind. “Zo hebben we wel eens gehad dat er een kindje een afwijking had en direct na de geboorte in het ziekenhuis belandde. Maar wie heeft dan de zeggenschap over de behandeling? De wensouders of de draagmoeder? Dat leidt tot veel gedoe in een toch al moeilijke en complexe situatie.”
Voor de wet is degene die het kindje baart ook automatisch de moeder. De draagmoeder dus. Ook al is het kind genetisch helemaal niet aan haar verwant. En als de draagmoeder ook nog getrouwd is met een man, is haar partner automatisch de vader. Pas na een langdurige procedure bij de rechtbank kunnen de wensouders juridisch de ouders worden en het volledige gezag krijgen over hún kind. Maar dit proces kan wel een één tot twee jaar in beslag nemen.
In de tussentijd verkeren het kind en de wensouders in een juridisch vacuüm. “Wensouders hebben bijvoorbeeld geen recht op kinderbijslag of ze kunnen hun kind niet naar de crèche brengen, omdat ze geen recht hebben op kinderopvangtoeslag en niet altijd een burgerservicenummer krijgen voor het kind,” vertelt Van der Tol. “Ik ken ook de verhalen van wensouders die simpelweg een afspraak op het consultatiebureau niet kunnen verplaatsen omdat ze te horen krijgen dat zij ‘niet de ouders zijn‘. Je kan je voorstellen hoe pijnlijk dat is voor wensouders.”
Buitenlands traject risicovol
En kinderen die via een buitenlandse draagmoeder worden geboren lopen nog meer risico’s. Als er juridisch getouwtrek ontstaat rondom de erkenning van de buitenlandse geboorteakte en buitenlandse uitspraak van de rechter, kan het zelfs gebeuren dat het juridisch ouderschap van de wensouders en daarmee de staat van het kind niet erkend wordt, waardoor de baby bijvoorbeeld ook niet bijgeschreven kan worden op een zorgverzekering doordat het geen burgerservicenummer krijgt. Soms zijn de kinderen ook stateloos. De procedures bij de rechtbank om het ouderschap in Nederland erkend te krijgen, duren soms ook wel 2 jaar. “Uit kindperspectief is het dus urgent om goed te regelen,” aldus Van der Tol.
Er moet dus snel meer duidelijkheid komen over de positie van alle betrokkenen in draagmoederschapsconstructie, vindt zij. Maar de Raad van State, het onafhankelijk adviesorgaan van de regering, plaatst kritische kanttekeningen bij het conceptwetsvoorstel. De nieuwe wet die als doel heeft om kind, draagmoeder en wensouders een betere bescherming te bieden, is volgens het adviesorgaan onvoldoende uitgewerkt. “Er is geen volledig beeld van de aard en omvang van de juridische en maatschappelijke problematiek rondom draagmoederschap,” aldus de Raad van State.
Zo zou er onvoldoende gewaarborgd zijn dat het kind niet alsnog ‘tussen wal en schip’ terecht kan komen. Ook is niet duidelijk of draagmoeders in de nieuwe wet daadwerkelijk beter beschermd worden tegen ongeoorloofde druk zowel voorafgaand -tijdens de zwangerschap- als bij het afstand doen van het kind. Draagmoederschap zou zelfs in een afzonderlijk wetsvoorstel geregeld moeten worden omdat de materie te complex is en maatschappelijk erg gevoelig ligt.
Onkostenvergoeding of kinderkoop?
Wat je niet wil is een glijdende schaal en dat er voor een kind betaald wordt.
Tweede Kamerlid voor D66 Lisa van Ginneken volgt het dossier nu een jaar: “Wat je niet wil is een glijdende schaal en dat er voor een kind betaald wordt. Maar waar ligt die grens? Wanneer is het onkostenvergoeding en wanneer wordt het commercieel? Ik denk dat we voor deze wetgeving heel goed de tijd moeten nemen om te borgen dat alle betrokkenen zo goed mogelijk beschermd worden. Het is complexe materie en het moet zorgvuldig gebeuren, daar is tijd voor nodig. Maar de minister moet wel vaart maken want ook de huidige situatie is onwenselijk.”
Het ministerie van Justitie en Veiligheid laat weten dat het wetsvoorstel ‘kind, draagmoederschap en afstamming’ op z’n vroegst eind dit jaar ter behandeling naar de Tweede Kamer wordt gestuurd.