Hart- en vaatziekten zijn wereldwijd een van de belangrijkste doodsoorzaken bij vrouwen. Als ware ‘cardiofeminist’ zet Angela Maas zich al 30 jaar in voor betere zorg voor vrouwen met hartklachten. Voor ons onderzoek naar ongelijkheid in de spreekkamer gaan we bij haar langs.
‘Angela Maas is de reden dat ik er nog ben’, een statement dat we meer dan eens voorbij horen komen in ons onderzoek naar man-vrouwverschillen in de gezondheidszorg. Vrouwelijke hartpatiënten lopen met haar weg, en dat heeft een reden. Ook Maxine Bosman, over wie we vorige maand een artikel schreven, durft gerust hardop te zeggen dat ze haar leven te danken heeft aan deze vrouw.
Angela Maas is in Nederland een van de eerste cardiologen die zich specialiseert in hartklachten bij vrouwen. In 2003 start ze als eerste in ons land met spreekuren speciaal voor vrouwen en 9 jaar later wordt ze de eerste Nederlandse hoogleraar cardiologie voor vrouwen aan het Radboudumc.
Mannelijke norm
Het vrouwenhart is lang tekortgedaan door de medische wetenschap. Lange tijd ging men ervanuit dat mannen en vrouwen, op de geslachtskenmerken na, hetzelfde zijn. In de jaren tachtig, toen Maas haar opleiding volgde tot cardioloog, bleef de vrouwelijke patiënt nog volledig buiten beeld. De standaard hartpatiënt waarover altijd werd gesproken was een witte man van een jaar of 60 met pijn op de borst en uitstraling naar de arm. Als vrouwen met hartklachten bij de dokter kwamen, kon die vaak geen duidelijke afwijking vinden. “Vrouwen hadden rare klachten, vreemde uitslagen van fietstesten en als we een hartkatheterisatie deden dan vonden we niks bijzonders. Ze voldeden niet aan de mannelijke norm.”
Niet zo gek, weten we inmiddels, want een vrouwenlichaam is anders dan een mannenlichaam, en krijgt ook andere hartkwalen. Maar het stigma dat vrouwen met hartklachten ‘gewoon lastig en vervelend’ zijn blijft nog lang doorleven. “Iedereen dacht in die tijd zo, ikzelf ook”, vertelt ze. “Dat vind ik achteraf gênant, maar in de gezondheidszorg ben je altijd aan het leren.”
Inhaalslag
Haar eigen blik hierop begint begin jaren negentig te verschuiven, als er wereldwijd een aantal grote onderzoeken starten naar man-vrouwverschillen bij hart- en vaatziekten. Het wetenschappelijk onderzoek is sindsdien bezig met een inhaalslag, en Maas werkt daar hard aan mee. De verschillen tussen man en vrouw worden in de afgelopen decennia steeds zichtbaarder, en steeds beter onderbouwd.
Er wordt ontdekt dat vrouwen minder vaak vernauwingen hebben in de kransslagaders, waardoor dotteren bij vrouwen vaak niet aan de orde is. Hartspieren verouderen op een andere manier bij vrouwen dan bij mannen; een vrouwelijke hartspier wordt stijf en stug, terwijl die van een man eerder uitzakt. Hartfilmpjes geven bij vrouwen meestal een minder betrouwbare uitslag, omdat die is afgesteld op de mannelijke borstkas. En ook hartinfarcten doen zich bij vrouwen vaak anders voor, waardoor de diagnose vaak pas laat wordt gesteld of soms zelfs volledig wordt gemist.
Uit recent onderzoek blijkt dat 30 procent van de hartinfarcten bij vrouwen niet wordt herkend, in tegenstelling tot 16 procent van de hartinfarcten bij mannen. Vooral bij jonge vrouwen onder de 60 die minder vaak duidelijke klachten melden, zoals pijn op de borst, wordt de diagnose vaak gemist. Nog altijd overlijden in ons land dan ook meer vrouwen dan mannen aan hart- en vaatziekten. Weten we dan nog steeds niet voldoende?
'Ik predik geen religie'
Dat is het niet alleen, weet Maas. “Het probleem is eigenlijk dat we heel veel weten, maar dat we de kennis die we hebben onvoldoende toepassen in de praktijk.” Tijdens het spreekuur voor vrouwen hoort ze nog regelmatig dat vrouwen, die vaak bij haar komen voor een second opinion, van hun arts te horen kregen dat zoiets als het vrouwenhart niet bestaat. Ongelooflijk denigrerend, vindt Maas. “Ik predik hier niet een religie, het gaat over wetenschappelijke inzichten. Het gaat niet over geloof.”
De weerstand wordt met de jaren gelukkig steeds minder, merkt ze, al is de neiging om patiënten als een soort eenheidsworst te beschouwen in de gezondheidszorg volgens haar nog steeds aanwezig. “Daar doen we heel veel patiënten eigenlijk tekort mee. Het is onze plicht om vrouwen te behandelen op de manier zoals we hen het beste recht doen.” Zo zouden collega-cardiologen volgens haar veel meer oog moeten hebben voor de levensloop van vrouwen. Hebben ze ervaring met migraine, een hoge bloeddruk, zwangerschapsdiabetes of endometriose? Al die informatie is relevant. “Gebeurtenissen uit het verleden hebben consequenties voor de kans op hart- en vaatziekten in de toekomst, dus je moet die verbinding zoeken met andere vakgebieden. Dat zijn we nog niet zo gewend.”
Activisme
Met haar pensioen voor de deur - vanaf april dit jaar, ziet ze geen patiënten meer op de poli - richt Maas zich de komende jaren vooral op wetenschappelijk onderzoek en activisme voor betere gezondheidszorg voor vrouwen. Er valt voor vrouwen namelijk nog veel te winnen op het gebied van gezondheid, niet alleen binnen de cardiologie. Zo leven vrouwen gemiddeld langer dan mannen, maar brengen ze nog altijd minder jaren door in goede gezondheid. “Dat komt ook doordat bij vrouwen veel diagnoses nog steeds onduidelijk zijn. We missen nu nog te vaak de boot.”
Meer weten over ongelijkheid in de spreekkamer?