‘Kijk, een tennisbal! En hier een Nutella-deksel.‘ Samen met twee vrijwilligers banen we ons een weg door de struiken en brandnetels langs de Maas. In de boom zit een nachtegaal te fluiten, maar op de grond is het een en al rommel.
Hun hesjes zijn niet geel maar blauw, en op hun bukkende ruggen lezen we in witte letters dat ze van het Schone Rivieren-initiatief zijn. Schone Rivieren is een samenwerkingsverband van de maatschappelijke organisaties IVN natuureducatie, Stichting De Noordzee en de Plastic Soup Foundation. Hun uiteindelijke doel: geen enkel stuk plastic meer naar zee. Vanuit natuureducatie-instituut IVN begeleidt Sylvia Spierts de vrijwilligers hier in Limburg.
‘Die is ten dode opgeschreven’
We treffen Spierts op een kilometer van Roermond langs de oevers van de Maas, waar ze samen met twee vrijwilligers afval raapt. Op haar notitieblok houdt ze precies bij wat. Wij willen haar graag spreken voor ons onderzoek naar Zwerfplastic. Want: waarom staan ze hier in hun vrije tijd eigenlijk andermans rotzooi op te ruimen? Niet zozeer om op te ruimen, legt Spierts uit, maar om inzicht te krijgen in wat er ligt, waarom het hier ligt en waar het vandaan komt.
Vrijwilliger Dion haalt zijn telefoon uit zijn zak en laat ons een filmpje zien dat hij zelf heeft gemaakt. ‘Zie je die ring om de bek van die aalscholver? Die is van een dopje van een flesje zoals deze.’ Dion vist met zijn andere hand een doorzichtig plastic drankflesje uit de struiken. Inderdaad zien we een zwart stuk plastic in de bek van de vogel dat lijkt op de ring van dat flesje. Hij lijkt net een paard met een bit in zijn mond omdat de ring ook vastzit om zijn nek. Dion: ‘Daardoor kan hij geen vissen vangen. En een aalscholver die geen vissen kan vangen, kan niet eten. Hij is dus ten dode opgeschreven.’
Als natuurliefhebber kan Dion dit dierenleed niet aanzien. Daarom helpt hij mee in kaart te brengen wat er allemaal langs de rivieren ligt. ‘Ik heb ook een gans gezien met een vishaak in zijn poot, en kevers die dood zijn gegaan in een fles. Verschrikkelijk.’ En dat is dus de reden dat hij samen met honderden andere vrijwilligers wekenlang de oevers van de Maas en de Waal afstruint. Het probleem is volgens hem heel groot: ‘Als ik naar het afgelopen half jaar kijk, dan heb ik in mijn eentje in één natuurgebied al 1500 drankverpakkingen gevonden.’ Hij hoopt op meer inzet van de rijksoverheid om dit te voorkomen: ‘Een verbod op bepaalde producten zoals ballonnen of plastic bestek, of meer statiegeld op drankverpakkingen zou enorm helpen om zwerfafval te verminderen.’
Producenten confronteren: ‘Ze zijn natuurlijk niet blij’
We lopen nog een stukje verder en de buit is niet mis. ’Een Doritoszak, een Capri Sonnepakje, River cola en een Knopperverpakking,’ Sylvia trekt alles uit elkaar. ‘Leg het maar neer, dan maak ik een foto.’ De foto’s gaan met vindplek en al in de Litterati-app, een app die wereldwijd gebruikt wordt voor het in kaart brengen van zwerfafval. En zo krijgen ze inzicht in waar wat precies gevonden wordt. Vorig jaar telden 221 vrijwilligers zo 77.000 stuks afval in totaal. En ze schatten dat er zo’n 15.000 stukjes plastic per uur door de rivier gaan. Spierts: ‘Wat we hier vinden kunnen we vervolgens vergelijken met wat er in de Noordzee wordt gevonden. En zo komen we steeds meer te weten over waar alle rommel vandaan komt.’
De volgende stap is om producenten erop aan te spreken. ‘Als we een verpakking heel vaak tegenkomen, dan gaan we naar die producent toe en zeggen: kun je het niet op een andere manier verpakken?’ Werkt dat? ‘Ze zijn natuurlijk niet blij. Je confronteert ze met de schaduwzijde van hun onderneming. Dus het kost even wat doorzettingsvermogen, maar ze staan er wel voor open.’
‘Tot vijf jaar terug was dit geen issue’
Hartstikke fijn dat er mensen zijn die deze schone taak op zich willen nemen, maar zou dit eigenlijk niet structureel moeten worden gedaan door een instantie? ‘We hebben Rijkswaterstaat,’ legt Spierts uit, ‘maar die zijn hier wettelijk niet verantwoordelijk voor. Op het moment dat het in de schroef van een boot terecht komt, dan moet Rijkswaterstaat wat, want dat is gevaarlijk. Maar die kleine stukjes zoals we die net zagen, daar hoeven ze niks mee.’ Gemiddeld vinden ze op afvalhotspots zoals waar we nu staan zo’n 1200 stukjes plastic op 100 meter. ‘Dat zijn zulke hoeveelheden. Daar is niemand voor verantwoordelijk. Jij niet als consument, niet Rijkswaterstaat of de terreinbeheerder. Het ligt gewoon niet vast.’
Dat er geen regels zijn voor plastic in zoet water is volgens Spierts niet gek, maar wel jammer. ’Tot 5 jaar terug was het geen issue. Omdat we nu laten zien wat de hoeveelheden zijn, wordt inzichtelijk dat we een probleem hebben.’ Een groot probleem. En zolang er geen regels zijn, gaan de vrijwilligers door met opruimen om in kaart te brengen wat het probleem is en hoe we het kunnen oplossen. Dion: ‘Structureel oplossen, he? Want we willen natuurlijk niet blijven opruimen.’