De recyclingreclames vliegen ons om de oren als we rondneuzen in de winkelstraten en op de websites van grote modeketens. Tegelijk horen we van textielrecyclers zelf dat van een trui weer een trui maken nog best ingewikkeld is, en dan vooral bij mindere kwaliteit. We zoeken contact met een paar grote merken: kloppen die reclames wel? Kunnen zij van een trui weer een trui maken?
Voor ons onderzoek naar kledingrecycling spraken we met Shirley Schijvens die met haar bedrijf werkkleding maakt voor grote ondernemingen. Zij neemt de kleding weer in als het afgedragen is en dan verwerkt ze het tot nieuwe bedrijfskleding. Dat noemt ze recyclen. Ook de grote modeketens adverteren met recycling. Betekent dit dat ook zij weer nieuwe kleren maken van oude kleding?
Oude kleding inleveren bij een modeketen, is in ieder geval geen probleem. Dat zien we bij vrijwel alle merken. Ze noemen het garment collecting, take it back, second chances of let your pre-loved be re-loved. Het klinkt als een win-winsituatie: jij levert je oude rotzooi in bij een winkel, goede doelen geven het aan arme mensen of recyclen het, en jij voelt je niet meer schuldig over het kopen van nóg meer kleren. Omdat je zo goed bezig bent, krijg je ook nog eens 20 procent korting op een nieuw product. Iedereen blij.
Maar we weten inmiddels dat een groot deel van die kleding verkocht wordt aan het buitenland (waar het uiteindelijk ook weer als afval eindigt, alleen is daar de verwerking vaak minder milieuvriendelijk dan in Nederland). En dat vooral kleding van slechte kwaliteit in het beste geval verwerkt wordt tot hoedenplank of isolatiemateriaal. Erica van Doorn van textielinzamelaar Sympany vertelde ons: “Er zijn wel wat initiatieven om vezels weer uit kleding te halen en zo goed te kunnen recyclen, maar dat zijn testen op kleine schaal.”
Kleding van consumenten is moeilijk om te recyclen omdat de kwaliteit wisselt en het zo gemêleerd is, horen we tijdens ons onderzoek. Het bestaat uit veel verschillende materialen zoals ritsen, knopen, laagjes, logo’s en dat maakt het ingewikkeld.
Het beste lukt het vooralsnog met spijkerbroeken, horen we van Ron van de Wiel van Blue LOOP Originals. Hij richt zich met zijn merk op het recyclen van denim. “We gooien een spijkerbroek in een machine, die vervezelt dat, dan worden er nieuwe garen van gesponnen en dat gebruiken we in nieuwe kleding.” Maar van 100 procent gerecycled materiaal kunnen ze hun kleding ook niet maken. “We maken nu bijvoorbeeld een t-shirt samen met Bever (een outdoorwinkel, red.), maar daar zit maar voor 30 procent gerecycled materiaal in. Anders gaat het ten koste van de kwaliteit en wordt het weer sneller afgedankt.” Dus als je het recyclet gaat de kwaliteit van een vezel achteruit? “Je kunt het wel van 100 procent gerecycled materiaal maken, maar dan moet je gerecycled polyester bijmengen. En daar zijn wij geen voorstander van omdat daar weer microplastics vanaf komen.”
Let’s close the loop?
Met deze kennis op zak, kloppen we aan bij de grote modeketens. H&M schijnt een van de koplopers te zijn als het op duurzaamheid aankomt. Betekent dat ook dat ze veel recyclen? “Op dit moment is 64,5 procent van onze materialen duurzaam verkregen of gerecycled”, laat woordvoerder Veerle Maris ons weten. Duurzaam verkregen óf gerecycled, maar hoeveel is er gerecycled? 5,8 procent, lezen we in het duurzaamheidsverslag van 2020. In 2019 was het nog 2,2 procent dus het is al bijna verdrievoudigd. Tegelijk lezen we dat ze minder afgedankte kleding hebben ingenomen afgelopen jaar. Hoe kan dat? Maris: “De materialen waarin post-consumer textiel is verwerkt, bestaan niet per se uit textiel dat in onze winkels is ingeleverd.”
Ah, dus het is niet wat ze van hun klanten terugkrijgen wat ze recyclen. Wat is het dan? De gerecyclede materialen die H&M gebruikt zijn niet alleen afkomstig van ingeleverd textiel, legt Maris uit, maar ook van allerlei andere bronnen: “Bijvoorbeeld polyester gemaakt van PET-flessen, een leersoort van restproducten uit de landbouw en pre-consumer waste.” Pre-consumer waste? Dat betekent dus afval voordat het überhaupt bij de consument is geweest. Afval van het productieproces in de fabriek. Noemen we dat ook recyclen? We vragen het tijdens ons onderzoek aan een recycler: “Dat vind ik geen recycling. Dat vind ik efficiënt omgaan met je productieproces.”
Zo gaat het dus bij een van de beste jongetjes van de klas. Hoe gaat het dan bij de andere ketens? Hoeveel recyclet C&A bijvoorbeeld? “Recycling speelt een centrale rol bij onze reis naar duurzame en circulaire mode”, mailt een woordvoerder. En: “In 2020 hebben we twaalf keer zoveel gerecyclede vezels gebruikt als in 2019.” Maar hoevéél dat dan is, dat staat er niet bij.
Ook Primark wil graag duurzaam zijn: “We werken al meer dan 10 jaar hard om een duurzamer bedrijf te worden”, schrijft Juriaan ons namens Primark, “omdat wij weten hoe belangrijk dit is voor onze klanten en collega’s, maar ook omdat wij ons inzetten om in alle manieren waarop we zaken doen het milieu te respecteren en te koesteren.” En hoeveel gerecycled materiaal gebruiken ze dan? Juriaan gaat het navragen. “Maar”, zegt hij alvast: “Het kan zijn dat uit concurrentieoverwegingen Primark dit niet allemaal wil of kan delen.” Zijn collega Annemiek komt erop terug. Primark is bezig met het herzien van hun duurzaamheidsprogramma, laat ze weten: “Er komt een wereldwijde launch van dit overkoepelende programma komende zomer […] Tot die tijd wil Primark hier niet te veel over communiceren.”
Ook aan Zara en Mango leggen we begin april de vraag voor hoeveel gerecycled materiaal ze gebruiken. Op hun antwoord wachten we nog.
ACM: Consument misleiden of verwarren mag niet
Als het voor ons al zo moeizaam gaat om informatie te krijgen, hoe moet een consument dan inschatten wat er klopt van de recyclingreclames en de duurzaamheidsclaims? Dat dat heel lastig is, had de Autoriteit Consument & Markt (ACM) ook al in de smiezen. Daarom publiceerden ze afgelopen januari een leidraad met vijf vuistregels voor dit soort claims.
Bedrijven moeten hun claims bijvoorbeeld met feiten onderbouwen, staat daarin. En de claims moeten actueel zijn. Daarnaast mogen (visuele) claims niet misleidend, vaag of verwarrend zijn. In de leidraad geeft de ACM ook voorbeelden van wat er misgaat. Bijvoorbeeld als het gaat over labels.
Houden bedrijven zich aan de leidraad? “Dat zal nog moeten blijken,” laat ACM-woordvoerder Saskia Bierling weten. “Bedrijven en consumenten kunnen vermoedens van valse of misleidende duurzaamheidsclaims bij ons melden.”