Onze kledingproductie drukt zwaar op het milieu, hoorden we van klimaatschrijver Joop Hazenberg. Zaak dus om zoveel mogelijk sokken en truien opnieuw te gebruiken. Daarvoor hebben we de welbekende textielbakken. 65 procent van wat daarin terechtkomt is herdraagbaar, horen we, maar de goedkope jurkjes van Charlotte die na een paar keer dragen lelijk worden, niet: ”Ook in Afrika wil men in mooie kleding lopen.”
Voor ons onderzoek naar kledingrecycling bellen we met Erica van Doorn. Ze is directeur van Sympany. Een grote textielinzamelaar die door het hele land meer dan tweeduizend bakken heeft staan waar mensen hun mooie kleding maar ook hun oude gewassen onderbroeken in kunnen gooien.
Wat kan in de kledingcontainer?
In totaal zamelen ze per jaar meer dan 20 miljoen kilo aan textiel in. Wat is dat zoal? Van Doorn: “Van je goede trui en schoenen tot handdoeken. We willen al het textiel hebben, als het maar schoon en droog is.” Dus ook de sokken met gaten mogen naar hen toe? “Absoluut. Textiel is een grondstof die we opnieuw kunnen gebruiken.” Dat weet nog niet iedereen, blijkt uit de cijfers, want 55 procent van al het textiel dat we weggooien komt bij het restafval terecht en wordt dus verbrand. “Eeuwig zonde”, aldus Van Doorn.
De 45 procent van onze gebruikte kleding die wél bij Sympany en andere textielinzamelaars terechtkomt, neemt een andere route. Wat doen zij ermee? “Wij doen een eerste grove sortering en halen het afval eruit.” Zo’n 15 procent van wat ze innemen is afval: dus textiel dat echt te vuil is, of restafval wat in de textielbak is gegooid. “Wat overblijft gaat naar onze afnemers in het buitenland, bijvoorbeeld in Litouwen.” Het gaat om 85 procent van wat Sympany inneemt. Dat sorteren ze in Litouwen voor hergebruik (65 procent) en recycling (20 procent), legt Van Doorn uit: “Het herdraagbare deel verkopen ze in tweedehandswinkels in Oost-Europa of ze kijken of er een andere markt voor is, in Afrika bijvoorbeeld.”
Jurkje van Charlotte wordt gedowncycled
En dan blijft er nog 20 procent over wat niet herdraagbaar is, maar ook geen restafval is. Daar vallen de goedkope jurkjes van Charlotte onder, met wie we eerder contact hadden. Ze baalde van haar eigen koopgedrag en vroeg zich af of kleding het nieuwe plastic is. Van Doorn: “Dat noemen we recyclingkwaliteit. Dat zijn de kledingstukken die na een aantal keer dragen vaal worden, gaan pluizen, waar gaten in zitten of waar de stretch uit is. Dat wil niemand opnieuw dragen. Ook in Afrika willen ze in mooie kleding lopen.”
Recyclingkwaliteit dus. En wat gebeurt daar dan mee? “Dat worden poetslappen, isolatiematerialen en hoedenplanken.” Maar geen nieuwe jurkjes? “Dat is nog moeilijk met dit soort producten omdat het vaak uit verschillende materialen bestaat. Kleding zou eigenlijk ontworpen moeten worden voor recycling, maar dat gebeurt nog maar weinig.” Dus we kunnen de jurkjes van Charlotte wel downcyclen zoals ze dat noemen, maar nog niet upcyclen.
Van Doorn geeft aan dat de kledingrecycling nog in de kinderschoenen staat. “Er zijn wel wat initiatieven om vezels weer uit kleding te halen en zo goed te kunnen recyclen, maar dat zijn testen op kleine schaal.”
Overheid moet goede voorbeeld geven
Dat roept wel vragen op: de overheid heeft als ambitie gesteld dat we in 2050 een circulaire economie hebben. Dat geldt ook voor textiel. In het beleidsprogramma Circulair Textiel van staatssecretaris Stientje van Veldhoven lezen we:
'Het zou in 2025 mogelijk moeten zijn om het percentage gerecyclede en duurzame materialen in nieuwe textielproducten op gemiddeld 25 procent te stellen (daaronder versta ik: recyclaat van gebruikt (post-consumer) textiel).'
Een kwart van het nieuwe textiel moet over vier jaar van recyclaat gemaakt worden dus. Gaat dat wel lukken als we kleding alleen maar een mindere functie kunnen geven? Van Doorn: “Producenten zouden zelf verantwoordelijk moeten worden voor wat er met hun product gebeurt als het afgedankt wordt. Als een producent daar verantwoordelijk voor wordt, dan zal er ook beter nagedacht worden over het ontwerp.”
Die wettelijke producentenverantwoordelijkheid komt eraan, lezen we in hetzelfde beleidsprogramma van Van Veldhoven. De modebranche is een systeem daarvoor aan het uitwerken. Van Doorn: “Zolang we dat niet hebben, moeten we het doen met de huidige praktijk”.
Bekijk ook onze uitzending over de kledingafvalberg: