In negentien gemeenten zijn de afgelopen 5 jaar evenveel of meer wethouders afgetreden dan er wethoudersposten zijn. Vaak is dit vertrek een gevolg van een lokale politieke ruziecultuur. In IJsselstein, Ameland en Meerssen werden politieke buitenstaanders ingevlogen om te bemiddelen, maar ook die konden de boel niet bedaren.

Marly Heusschen harkte tijdens de gemeenteraadsverkiezingen in 2018 nog verreweg de meeste stemmen in het Zuid-Limburgse dorp binnen, maar het kon haar niet redden. Tijdens een online gemeenteraadsvergadering werd duidelijk dat ze samen met haar mede-wethouders moest opstappen. De wethouders vonden namelijk dat Meerssen met Maastricht moest fuseren, anders zou Meerssen “kapot bezuinigd” worden. Maar de gemeenteraad wilde niks van die plannen weten. En dus dienden de wethouders te vertrekken.

Enigszins bedremmeld keken de raadsleden naar de zichtbaar emotionele wethouder op hun scherm. “De raad liet ons vanaf de afgrond omhoogklimmen!”, riep wethouder Heusschen (CDA) verontwaardigd de camera in. Er vielen tranen op haar toetsenbord.

Een andere opgestapte wethouder, Jan Gulikers van lokale partij Brug-M, is vooral boos. De Meerssense politiek zit volgens hem vol rancune, ​vergeldingsdrang, genoegdoening en draait om het vereffenen van openstaande rekeningen.

Het zijn de afscheidswoorden van het zevende Meerssense college sinds 2007.

Meerssen heeft drie wethoudersposten. Toch verlieten in de afgelopen 5 jaar acht wethouders hun plek. En niet alleen in Meerssen gingen de afgelopen jaren de lokale bestuurders rollebollend over straat

In maar liefst negentien gemeenten zijn de afgelopen 5 jaar evenveel of meer wethouders afgetreden dan dat er wethoudersposten zijn, blijkt uit dataonderzoek. Dit onderzoek betreft een inventarisatie van alle om politieke redenen afgetreden wethouders in de afgelopen 5 jaar. Dit waren er op het moment van publicatie in totaal 335.

Dit gebeurt vooral in vrij kleine gemeenten, met gemiddeld zo’n 27.000 inwoners, blijkt uit de ranglijst. In hekkensluiter Eersel (minder dan 20.000 inwoners) valt het hele college wanneer wethouder Chris Tönissen van een recreatiewoning geen woonhuis wil maken. In Kapelle (plek 9), met nog geen 13.000 inwoners, stappen drie wethouders op nadat de raad het niet eens werd over winkelen op zondag.

Drie gemeenten springen met name in het oog: IJsselstein, Ameland en Meerssen. In 5 jaar tijd traden in deze gemeenten in totaal 22 wethouders af. Dit staat niet op zichzelf. Het is een symptoom van bestuurlijk gedonder, dat hier al jaren speelt. Lokale politici kunnen zichzelf niet aan hun eigen haren uit het moeras trekken. Daar is toch echt een buitenstaander voor nodig. IJsselstein, Ameland en Meerssen kozen daarom elk voor een andere tactiek. In IJsselstein moesten beroepsbestuurders van buitenaf de boel bedaren, op Ameland werd een compleet nieuwe partij opgericht, en in Meerssen moest een reddingsbrigade uit Roermond uitrukken. Met matig resultaat.

Hoe zit het ook alweer?

Elke 4 jaar kiezen stemgerechtigden wie hun moet vertegenwoordigen in de gemeenteraad. De lokale partijen vormen vervolgens, net zoals in de landelijke politiek, een coalitie. De coalitie levert de wethouders. Als de raad vindt dat een wethouder diens werk niet goed doet, kan dat leiden tot een motie van wantrouwen en in sommige gevallen zelfs een vroegtijdig vertrek. Wethouders kunnen ook de eer aan zichzelf houden en zelf besluiten op te stappen.

Drie gemeenten. Wie ze alle drie wil bezoeken reist ruim 385 kilometer. Gesprekken met raadsleden, ex-wethouders en lokale journalisten laten in alle drie de gemeenten een beeld zien van politiek die almaar persoonlijk wordt gemaakt, van dossiers die blijven voortslepen en wat Martijn Bolkestein “Tweede Kamertje-spelen” noemt. Bolkestein ging als onderzoeker bij overheidsadviesbureau Berenschot langs bij tal van probleemgemeenten, en schreef het boek Dorpspolitiek. Vroegtijdig gesneuvelde wethouders zijn vaak een gevolg van een gemeenteraad met een onaangename cultuur. “Het doel van de raadsleden is om, als het even kan, de wethouder te laten sneuvelen. De coalitie heeft daarentegen het doel om de eigen wethouders te verdedigen. Prettige wedstrijd!”

Luister de ReportersNL-reportage:

Afgetreden wethouders

Wethouders die de eindstreep niet halen

IJsselstein

In IJsselstein lijkt de oppositie de laatste 5 jaar de wedstrijd te winnen. Maar liefst acht wethouders vertrekken vroegtijdig.

Een van die acht is Hans Lappee (56). Lappee was sinds 1994 bijna onafgebroken actief in de gemeente. Hij was raadslid voor GroenLinks en bekleedde twee keer een wethouderspost, waarvan de laatste met veel tumult eindigde in september 2017. Lappee zou met zijn collega’s een motie van wantrouwen gaan krijgen, omdat ze de ambtelijke samenwerking met buurgemeente Montfoort wilden voortzetten. maar ze hielden de eer aan zichzelf en stapten vóór de raadsvergadering op. De raad was daar tegen. “Toen was ik wel eventjes boos”, zegt Lappee. Een bos bloemen uit eigen tuin staat op zijn keukentafel.

Hij is naast zijn gemeentewerk altijd tuinontwerper en -aanlegger geweest. De aarde zit nog onder zijn vingernagels. Hij denkt lang na voordat hij iets zegt, nuanceert alles. Maar dat hij “eventjes boos” was op de gemeenteraad die het vertrouwen in hem opzegde, is te zien in zijn afscheidsrede toentertijd. Een “walgelijke vertoning” was het die weken geweest. “De raad maakte IJsselstein te schande.”

De samenwerking met Montfoort is al jarenlang het zorgenkind van het IJsselsteinse bestuur. IJsselstein is een kleine gemeente, en dus werd er gezocht naar een samenwerkingsgemeente in de regio. Uiteindelijk gaat IJsselstein in 2014 ‘ambtelijk samenwerken’ met de naburige gemeente Montfoort. Een ambtelijke samenwerking is een soort incomplete fusie, waarbij gemeenten een beperkt aantal taken onderling verdelen. “Wel verloven, maar niet trouwen”, zegt Peter Bekkering, die al 25 jaar correspondent IJsselstein is voor het AD. “Het zegt de inwoner helemaal niks. Er is niet eens een ov-verbinding tussen IJsselstein en Montfoort. De ambtelijke samenwerking was vanaf het begin al een kroniek van een aangekondigde mislukking.”

Een mislukking is het inderdaad geworden. De samenwerking was bedoeld om te besparen, maar blijkt in 2016 al een dikke anderhalf miljoen euro te kosten. Na 5 jaar aanmodderen - inclusief twee complete colleges die erover vallen - treedt eind 2017 de cavalerie van buiten de gemeente binnen. Drie ervaren wethouders, van buiten de IJsselsteinse politiek, moeten rust brengen tot de gemeenteraadsverkiezingen van 2018.

Dat lukt deels. De maanden dat de tijdelijke reddingsbrigade zit, blijft het kalm in IJsselstein, maar het gedoe met de samenwerking ettert na hun vertrek door. De raad en het college blijven het oneens, tot de samenwerking met Montfoort eindigt in 2019. Volgens fractievoorzitter Ronald Koehorst van lokale partij LDIJ heeft de ‘verloving’ dan zo’n 5 miljoen euro gekost. De komst van een nieuw college uit eigen gelederen, na het vertrek van de reddingsbrigade, mag ook niet baten. Een half jaar na de beëdiging van de nieuwe wethouders vertrekt de eerste alweer om vermeende belangenverstrengeling.

Volgens Hans Lappee en Peter Bekkering maken de IJsselsteiners zich niet bijster druk over al deze vallende wethouders. Bestuurlijke ruzies raken burgers niet altijd direct. Als het vuilnis gewoon opgehaald wordt en het parkeren gratis blijft, is het voor veel inwoners wel prima, willen ze maar zeggen. Een verlies van 5 miljoen euro aan een mislukte ambtelijke samenwerking is veel abstracter.

Die onverschilligheid van burgers richting het lokaal bestuur is ook zichtbaar ten tijde van de gemeenteraadsverkiezingen. Deze verkiezingen - die op 16 maart weer plaatsvinden - zijn impopulair. De opkomst blijft landelijk steken rond een magere 55 procent, terwijl de gemeenten steeds meer budget en verantwoordelijkheden krijgen. Gemeenten zijn bijvoorbeeld sinds 2015 onder andere verantwoordelijk voor jeugdzorg, de zorg voor ouderen en die voor langdurig zieken. Lokale democratie draait om veel meer dan de groenvoorziening en hondenbelasting.

Wethouders 19 gemeenten

Ameland

De gemeente Ameland heeft, in tegenstelling tot IJsselstein, geen last van fusie- of samenwerkingsproblematiek. Het eiland staat op de tweede plek van de ranglijst van vroegtijdig vallende wethouders.

Een laag dijkje scheidt het eiland in oost en west. Op het eiland zijn er van alles twee. Twee vogelwachten, twee brandweerkorpsen, twee muziekverenigingen. Eentje op katholiek Oost-Ameland, eentje op protestants West-Ameland. Oost-Amelanders stemmen van oudsher op Ameland ‘82, West-Amelanders op Algemeen Belang Ameland. De partijen clashten vaak tijdens raadsvergaderingen. West-Amelandse raadsleden verweten de toenmalige burgemeester bijvoorbeeld dat hij Oost-Ameland voortrok. Die ruzies zijn niet zonder consequenties: maar liefst zeven wethouders vertrokken de laatste 5 jaar, op een eiland met een bevolking van nog geen vierduizend inwoners.

Volgens Henk Bouwmans, auteur van het boek Valkuilen voor wethouders, is de sfeer in de gemeenteraad cruciaal. “Als de sfeer binnen de raad conflictueus is, zullen er onvermijdelijk meer wethouders vallen.” Ook Geerten Boogaard, hoogleraar Decentrale Overheden aan de Universiteit Leiden, ziet dat onder andere “een verziekte lokale cultuur” bijdraagt aan een groot verloop van wethouders. Dat hoeft niet per se door de raadsleden te komen, zegt hij. “Raadsleden zijn er juist om het wethouders lastig te maken.”

De sfeer in de Amelandse gemeenteraad was inderdaad lange tijd niet al te best. De afgelopen jaren draaiden de gemeenteraadsruzies voornamelijk om twee hoofdpijndossiers: de aanleg van een parkeerplaats bij een supermarkt waarvoor een aantal huizen moesten wijken, en het bestemmingsplan van een subtropisch zwembad. Het zwembad is nog steeds niet gesloopt en heeft inmiddels meer weg van een verlaten kerncentrale. De supermarktparkeerplaats is er na veel getouwtrek eindelijk gekomen, maar het leidde in 2017 wel tot de val van het voltallige college, inclusief wethouder Will Bakema (76).

Deze oud-wethouder is inmiddels “radicaal gestopt” met de Amelandse politiek, zegt hij in zijn huis op Oost-Ameland. Bakema is al decennialang actief in de gemeentepolitiek. Al sinds 1986 zat hij in de gemeenteraad van het eiland. Twee keer is hij wethouder geweest. De eerste keer moest hij daarmee stoppen omdat hij illegaal een duingebied bij zijn huis af zou hebben gegraven en ambtenaren werk zou hebben laten doen voor zijn studie rechten. Hij werd weer wethouder, tot de gemeenteraad in 2017 een motie van wantrouwen tegen hem indiende. Deze keer draaide het om zijn rol binnen het dossier over de supermarktparkeerplaats. De raad was onvoldoende geïnformeerd over afspraken tussen de gemeente en de supermarkteigenaar. Ameland ‘82 liet als reactie op deze aantijgingen zelf een onderzoek instellen door een Gronings advocatenkantoor en kwam tot de conclusie dat de beschuldigingen niet klopten. Bakema wil sindsdien niets meer met de gemeentepolitiek te maken hebben.

Bakema zit aan zijn keukentafel met het gemeentelijke huis-aan-huis-blad voor zijn neus. De huistelefoon rinkelt door het zenuwachtige getik van twee koekoeksklokken heen.

“Met Will.”

Onverstaanbaar gepraat aan de andere kant.

“Nee, je moet gewoon naar de inloopavond van de raadsfractie komen. Dan kun je je zegje doen. Hoihoi!”

De decennialange carrière van Will Bakema in de gemeentepolitiek is deel van het lokale bestuursprobleem op Ameland. Volgens Bolkestein komt het in kleine gemeenten, zoals Ameland, soms voor dat wethouders zich “een soort zonnekoning wagen”. Bouwmans stelt dat raadsleden en wethouders die jarenlang dezelfde posities bezetten een soort “lokale politieke elite” vormen. Oude vetes worden dan maar lastig vergeten. De oplossing voor al het geruzie en de continu vertrekkende wethouders ligt vooral bij termijnbeperking, betoogt hij. “Een oplossing zou kunnen zijn om een maximale termijn voor raadsleden en wethouders in te stellen, bijvoorbeeld van 8 jaar. Dan moeten wel nieuwe mensen komen die inhoud verkiezen boven personen, anders kun je de boel niet opfrissen.”

Op Ameland staat na de val van Bakema iemand op om dat te doen. Zijn naam is Theo Faber (39). Hij zat ooit voor het CDA in de raad, maar stopte omdat hij klaar was met de korte-termijn-politiek, het Oost-Westdenken en het geruzie in de raad. Faber (43) keek een paar jaar mee op afstand, tot het dieptepunt in 2017, toen het Amelandse college inclusief Bakema wéér viel.

Hij was klaar met het gedonder. Theo Faber zette een nieuwe partij op, Ameland Eén, een multi-speedpartij. In het geval van Ameland Eén betekent dat partijmodel dat zowel leden als niet-leden stemrecht hebben, de politici van Oost- én West-Ameland komen, en niemand van hen eerder in de raad gezeten heeft. Ameland Eén is de enige multi-speedpartij die de wereld vooralsnog rijk is. Faber vond het model ergens online in een scriptie van een student politicologie. Hij vond het “wel cool” klinken. Op deze manier wilden de nieuwkomers breken met oude Amelandse werkwijzes.

Dat leek te lukken. De partij won de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 glansrijk. Vijf van de elf zetels waren voor Ameland Eén.

Faber - stoppelbaardje, licht Friese tongval - zit ontspannen in een vergaderzaal in het gemeentehuis. “Ameland ‘82 maakte vooral de tegenpartij zwart om daarmee vervolgens goedkoop te scoren”, zegt hij. Ze keken ook heel anders naar integriteit. “Daar ging hij vervolgens als wethouder verder mee aan de slag. Dat soort brieven behandelen we hier niet meer.” Bakema is op zijn beurt niet erg onder de indruk van de nieuwe partij. “AmelandEén helpt de mensen niet met hun plannen.”

De periode na de overwinningszege van de nieuwkomer verliep dan ook niet vlekkeloos. Vier wethouders vlogen sinds hun intrede vroegtijdig uit het college. In 2018 vertrokken twee wethouders nadat een van de coalitiepartijen het vertrouwen in de andere coalitiepartij opzegde. In 2020 stapt het college weer op, inclusief Faber zelf. Dit keer kwam het door een fractiebreuk binnen de lokale PvdA, waardoor de wethouder van die partij moest opstappen van de raad. Faber trad toen ook af, omdat volgens hem de raad verwikkeld was in een belangenspel, en “tegenwerkte om het tegenwerken.” Ook hij komt niet uit onder de oude Amelandse mores.

RNL Meerssen

Meerssen vreest annexatie door grote buur Maastricht

De gemeente steggelt al jarenlang over een herindeling, maar dat ligt gevoelig.

Meerssen

Bijna 300 kilometer verderop draagt de gemeenteraad van het Limburgse Meerssen, net als die van Ameland, eenzelfde soort verleden vol oud zeer met zich mee.

De gemeente Meerssen bestaat uit vijf dorpen: Bunde, Geulle, Ulestraten, Rothem en Meerssen. Die hebben bijna allemaal een eigen gemeenschapshuis, voetbalclub, schutterij en fanfare. Dat is duur. Zelfs voor een van de rijkste gemeenten van Limburg. Iedereen is het er wel over eens dat er best een voetbalclub of gemeenschapshuis vanaf kan, maar niét die van hun eigen dorp. Maar de begroting moet wel rond. Dan zijn er twee opties: of fuseren, of huiseigenaren moeten weer meer onroerendezaakbelasting(ozb) betalen. De gemeente heft ozb op eigenaren en gebruikers van onroerende zaken, zoals huizen. Omdat het een van de weinige belastingen is die de gemeente relatief gemakkelijk kan verhogen, wordt de ozb binnen de gemeente vaak ingezet om financiële gaten op te vullen.

Fuseren met een andere gemeente, zoals Maastricht, wil de gemeenteraad al jaren niet aan. Het is “duidelijk niet noodzakelijk”, stelt raadslid Jack Aarts (CDA). “Het gros van de inwoners wil gewoon Meerssenaar blijven.” Wethouders die vinden dat een fusie onvermijdelijk is, zoals Marly Heusschen, worden door de raad weggestuurd. Na het gedwongen vertrek van dat college riepen de coalitiepartijen de hulp van een reddingsbrigade in. Twee wethouders uit Roermond moesten financieel orde op zaken stellen, om zo een fusie met Maastricht te voorkomen.

Maar één partij in de raad wil wel fuseren: Brug-M, een lokale partij in de Meerssense oppositie. De patstelling frustreert de Brug-M-raadsleden Jacques Arntz (69) en Gerrit van der Bijl (75) zichtbaar. Ze willen maximaal een uur in het gemeentehuis hun ongenoegen uiten, maar daarna moeten ze echt weg. Twee dagen na het interview is er namelijk weer een begrotingsvergadering. Van der Bijl en Arntz weten het zeker: bij de drie wethouders van buiten (zij wonen alle drie in Roermond) leeft zeker ook de gedachte dat een veel langere zelfstandigheid voor Meerssen niet reeël is, maar zij zijn gewoon uitzendkrachten die een opdracht moeten uitvoeren. “De tent is gewoon failliet”, stelt Jacques Arntz. “De enige oplossing is fuseren, maar dat willen veel raadsleden niet, want dan verliezen ze hun maandelijkse duizend euro bezoldiging.” De twee interesseert dat salaris niets. “Wij zijn totaal onafhankelijk, want we zijn met pensioen.”

Volgens Martijn Bolkestein heeft meer dan de helft van de raadsleden net als Arntz en Van der Bijl geen baan of studie. “Het gemeenteraadswerk wordt voor die mensen een dagbesteding om met elkaar ruzie te maken.” Dat moet anders, zegt hij. “Zorg dat raadswerk aantrekkelijk wordt voor mensen met een serieuze maatschappelijke carrière, mensen die je echt nodig hebt.” Hoogleraar Geerten Boogaard verzet zich juist tegen de analyse van Bolkestein. Volgens hem bestaat er een hardnekkig frame van raadsleden als gemankeerde bestuurders. “Het idee van lokale democratie is juist dat leken de gemeente besturen. Als leek zouden ze raadswerk moeten kunnen doen, naast hun baan.” Maar raadswerk kost veel tijd. Ook in kleine gemeenten kost het zo’n 14 uur per week. Volgens Bolkestein is die tijd juist het probleem. “Nu kan iemand met een professioneel leven het nooit winnen van iemand die alle tijd heeft en constant aanwezig is.”

Dat raadsleden veel tijd nodig hebben, blijkt 2 dagen later tijdens de begrotingsvergadering in Meerssen. De vergadering duurt een indrukwekkende 5 uur en 50 minuten. Het gaat zoals Arntz en Van der Bijl al voorspelden: de wethouders presenteren de begroting, de raadsleden zijn het er grotendeels mee eens. Op de raadsleden van Brug-M na. Die benadrukken dat nog maar 7 procent van de Meerssenaren vertrouwen heeft in de Meerssense politiek. Het mag niet baten. Door een hoop geld van het Rijk en het toch weer omhoog gooien van de onroerendezaakbelasting, is de gemeente Meerssen weer gered. Inclusief al haar raadsleden en wethouders. Nog maar een paar weken tot de gemeenteraadsverkiezingen. Brug-M heeft er zin in.

Verantwoording

Van de wethouders verzamelden we de naam, provincie, gemeente, partij, datum van benoeming, datum van aftreden, reden van aftreden en de nieuwe functie/baan. Ook verzamelden we van alle gemeenten het aantal wethoudersposten en het inwoneraantal. Alle afgetreden wethouders in Nederland. Wethouders die met pensioen gaan, overlijden of gewoon een andere baan aannemen zijn daarbij niet meegeteld. Het gaat alleen nog maar om hen die aftreden om politieke redenen, zoals belangenverstrengeling, ruzie of een gebrek aan vertrouwen vanuit de raad.

ReportersNL

Dit artikel maakt deel uit van een onderzoek dat Pointer (ReportersNL) deed in samenwerking met Noordhollands Dagblad, Tubantia en het Dagblad van het Noorden naar afgetreden wethouders. Het artikel is geschreven door masterstudenten Journalistiek van de Universiteit van Amsterdam (UvA): Renette Kwakkenbos, Pieta Verhoeven en Freek van Leeuwen.

Afgetreden wethouders

Wethouder zijn wordt te zwaar, ‘meer wethouders nodig’