De meeste experts zijn het er over eens: nu de wildvisserij al jaren onder druk staat, ligt de toekomst bij de kweekvisserij. De aquacultuur is de snelst groeiende voedselsector wereldwijd. En die sector zal de komen jaren blijven groeien is de overtuiging, gezien de schatting van de Verenigde Naties dat er in 2050 bijna 10 miljard mensen op de aarde wonen die eiwitrijk voedsel willen eten. Maar hoe duurzaam is die kweekvis?

Wie je ook spreekt in de sector, over één ding is iedereen het eens: de twee knelpunten binnen de aquacultuur zijn energieverbruik en diervoeder. De meeste kwekers houden hun dieren in een recirculatiesysteem, een gesloten watertank met een ingebouwd waterzuiveringssysteem. Het waterverbruik is laag in deze zogenoemde RAS-systemen, maar het energieverbruik – zolang het systeem niet voor 100 procent op zonne- of windenergie draait – hoog. De andere bottleneck is het visvoer. Pointer onderzoekt: wat zit er in dit voer en wat schort eraan?

Luister onze radio-reportage:

Wat is er mis met de kweekvis?

Wilde vissen in visvoer

Vooropgesteld: elke soort vis eet ander voer. De ene vis is een carnivoor, de ander een herbivoor. Het meeste visvoer bestaat voor een deel uit vismeel en visolie, gemaakt van wilde vissen, en voor een deel uit plantaardige ingrediënten zoals soja, tarwe en mais.

Om dat voer te produceren wordt veel energie verbruikt, vertelt Marc Verdegem, universitair docent aquacultuur aan de Wageningen Universiteit en al zijn hele leven werkzaam in de sector. Alle ingrediënten worden ergens gekweekt en getransporteerd, daar wordt voer van gemaakt en dat voer wordt naar de boeren gebracht. “Die hele keten gebruikt ontzettend veel energie. Ongeveer de helft van de landbouwgrond op de aarde wordt gebruikt voor het fabriceren van diervoeding. En dat is een belasting.”

Veel ingrediënten die voor visvoer gebruikt worden, kunnen ook direct voor humane consumptie worden gebruikt. Je kan een tarwekorrel in diervoeder stoppen voor een vis, die een mens vervolgens gaat eten, maar je kan van die tarwekorrel ook direct een brood maken.

Veel kwekers die Pointer heeft gesproken zeggen dat ze naar een volledig plantaardig dieet willen voor hun vissen. Want dat er wilde vissen worden gevangen om voer van te maken voor kweekvissen is niet houdbaar, dat is evident. Maar, zegt Verdegem, plantaardig is niet per se beter voor de planeet. “Je bespaart vismeel, maar je vervuilt via je landbouwgewassen wel meer door stikstof en fosfaat. Je gebruikt meer water, meer landoppervlak. Je wint, maar je verliest ook. Die balans vinden, dat is de uitdaging.”

TERUGKIJKHEADER_VISSERIJ

Duurzame vis: bestaat dat wel?

Natuurlijke bronnen niet uitputten

Visvoerfabrikant Alltech Coppens produceert jaarlijks 60.000 ton visvoer, vooral voor de Europese markt. In Brabant staat hun onderzoekscentrum waar ze voer ontwikkelen voor onder meer forel, meerval, baars en paling. Ben Lamberigts is verantwoordelijk voor de voersamenstelling. Hij let op vier dingen bij de productie: de vis moet het voer lekker vinden, de vis moet er van groeien, het effect van het voer op het water en tot slot: het effect op het milieu en de wereld.

In hun voer zit voor een vijfde deel mariene producten, ruim de helft is plantaardig en het overige deel bestaat uit onder meer dierlijke bijproducten zoals bloedmeel en verenmeel. “Momenteel maken we nog van wild gevangen vis vismeel of visolie. En dat is niet duurzaam, want waarom eten we die vis niet direct op? Die natuurlijke bronnen moeten we niet uitputten. Dat is hét onderzoeksthema in de visvoerindustrie.”

De kweekvisindustrie groeit zo hard, dat er in de toekomst te weinig vismeel en visolie zal zijn voor het voer, voorspelt Lamberigts. Hij ziet het probleem bij de plantaardige alternatieven. “De co2-afdruk van soja is slechter dan die van vismeel. En je kan beter visolie gemaakt van slachtafval gebruiken, dan een plantaardige olie als raapolie, want daar worden voor de productie veel pesticiden gebruikt en land en energie. Plus die raapolie kan ook primair aan mensen gevoerd worden.” Sector breed wordt er onderzoek gedaan naar alternatieven zoals algenolie, gebruik van reststromen van humane voedselproductie en proton, waarbij stikstof wordt gebruikt om eiwit te maken.

Onduidelijk voor consument

Net als in de wildvisserij is ook binnen de aquacultuur het niet helder wat bedrijven bedoelen als ze zeggen dat ze duurzaam zijn of duurzaam produceren. Volgens Lamberigts is dat een andere grote uitdaging voor de kweekvisserij. “Het kwantificeren van duurzaamheid. De één praat over wild gevangen vis, de ander over co2-uitstoot, nog iemand over circulariteit. We moeten een eenduidig systeem hebben, want het is voor de consument niet mogelijk om de juiste keuzes te maken. Nu is het heel onduidelijk.”

Visserij_uitzending

Niemand wil duurzame vis

Laag en hoog risico

Het Aquaculture Stewardship Counsel, ASC, is het bekendste keurmerk voor kweekvis. Te herkennen aan het groene label met een visje erop. Het ASC let momenteel voornamelijk op de arbeidsomstandigheden op de kwekerij en de directe impact op de omgeving. De herkomst van het visvoer wordt nauwelijks meegenomen. Omdat het ASC de problemen ziet bij de voederproductie, komen ze met een afzonderlijke voerstandaard. “In de huidige standaard staan twee pagina's over visvoer, de voerstandaard bestaat uit 106 pagina's. Er bestaat dus nogal wat discussie over”, zegt Michiel Fransen, directeur standaarden en onderzoek op het hoofdkantoor in Utrecht. ASC werkt al sinds 2013 aan de standaard, vertelt Fransen, en vanaf september dit jaar kunnen voerfabrikanten zich daarvoor aanmelden. Kwekerijen kunnen in de toekomst alleen een ASC-keurmerk krijgen als ze hun voeder kopen bij een fabrikant die ook een ASC-keurmerk heeft.

Fransen benadrukt dat ASC geen 100 procent garantie kan geven dat elke sojaboon duurzaam geproduceerd is. “Het begint bij honderd boeren die soja verbouwen, of tarwe of koolzaad. Dat gaat op een grote hoop, dat gaat weer op een andere grote hoop en dat gaat zo verder. Zie dat maar eens terug te halen naar de bron.” ASC richt zich op laag risico. “Soja uit gebieden met hoog risico op illegale ontbossing willen we niet in de aanvoerketen hebben. Het onderscheid tussen laag en hoog risicogebieden kunnen we maken. Maar als je wil weten van welke velden het komt, dat is een stap te ver op dit moment. Ons doel is om de bulk richting laag risico te manoeuvreren in plaats van te zorgen dat iedere korrel duurzaam is.”

Dus ook dan weet je als consument eigenlijk nooit of de vis die op je bord ligt, echt helemaal 'deugt'.

Geen visie op kweekvis

In Nederland wordt ook op land vis gekweekt, zij het op kleine schaal. De kwekers hier maken onder meer forel, paling, snoekbaars, claresse, tarbot en geelstaartmakreel. Er zijn een stuk of dertig kwekerijen die variëren in grootte. Van kleine familiebedrijven die om het hoofd boven water te kunnen houden ook een camping of hengelvijver beheren, tot een paar hele grote visboerderijen in Zeeland.

Een kweekvisserij opzetten in Nederland kost veel geld. Boeren moeten daarom veel produceren van de duurdere vissoorten om uit te kunnen. Want de concurrentie uit Azië is moordend, waar meer dan 90 procent van alle kweekvis ter wereld wordt geproduceerd. Meerdere kweekvisserijen in Nederland zijn over de kop gegaan toen goedkope vis uit Azië op de markt kwam. De controle op de kwekerijen en het visvoer in die landen is moeilijk. Het is ver weg en de schaal is te groot, zeggen deskundigen tegen Pointer. De regels binnen de EU voor het opzetten van een kwekerij en de productie van voer zijn strenger dan die in veel landen buiten de EU.

Cijfers van de FAO, de voedseltak van de Verenigde Naties, laten zien dat sinds het begin van deze eeuw de kweekvisproductie in Europa is afgenomen. Waar in 2000 Europa een kleine 5 procent van de totale productie voor haar rekening nam, is dat in 2019 nog geen 3 procent. In Europa wordt 70 procent van alle kweekvis die verkocht wordt, geïmporteerd.

In Nederland staat kweekvisserij, de snelst groeiende voedselsector ter wereld, niet op de politieke agenda. In het regeerakkoord komt het woord aquacultuur niet voor. Pointer heeft een rondje gemaakt langs de grootste politieke partijen. Het merendeel heeft geen visie op aquacultuur. De paar partijen die er wel iets van vinden, maken zich zorgen over de productie van visvoer en dierenwelzijn.

Luister zondag 6 maart naar onze uitzending: Wat is er mis met kweekvis? om 19:00 uur op NPO Radio 1

Wil je op de hoogte blijven van dit onderzoek?

Elke week sturen we je onderzoeksverhalen, tips van de redactie, en verhalen die je nog van ons kan verwachten.

Makers