Cathelijne is al 18 jaar leerkracht in het primair onderwijs. Het manipuleren van toetsuitslagen ziet ze regelmatig gebeuren. Niet alleen door leerlingen, maar ook door leerkrachten, want ook zij worden erop afgerekend. “Als jouw klas goede resultaten heeft op de toetsen, dan denkt de directeur dat jij goed les hebt gegeven.”
Voor ons onderzoek naar Toetsstress op de basisschool komen we in contact met Cathelijne Anten. Ze heeft als leerkracht gewerkt op verschillende basisscholen en herkent het verhaal van de schooldirecteur die kinderen ziet trainen voor toetsen:
Aan de telefoon vertelt ze over een ervaring die ze een aantal jaar geleden had. “Ik kreeg een nieuwe klas. Dan kijk je natuurlijk altijd even wat ze gedaan hebben.” Ze pakte de leerresultaten erbij en zag dat de kinderen goed mee konden komen. Enthousiast ging ze met ze aan de slag met de stof van het nieuwe jaar. Maar toen schrok ze: “De kinderen bleken helemaal nog niet zo ver te zijn. Ik dacht: dit klopt niet.”
Het kwartje viel toen een leerling tijdens de toets zei: ‘Juf, zet u de toets niet op het bord en dat we het dan samen maken?’ Cathelijne: “Toen begreep ik wat er gebeurd was. De vorige leerkracht had toetsen die bedoeld zijn om het vaardigheidsniveau van leerlingen te bepalen, klassikaal gemaakt.” Cathelijne snorde de toetsen van het jaar ervoor op en zag dat veel toetsantwoorden er inderdaad hetzelfde uitzagen. “Dezelfde berekeningen, dezelfde stukjes tekst gehighlight.” Waarom doet een leerkracht dat? “Als jouw klas goede resultaten heeft op de toetsen, dan denkt de directeur dat jij goed les hebt gegeven.”
Toetssysteem fraudegevoelig?
En zo maakt ze wel meer mee. “Kinderen die ineens heel goed scoren, maar niet durven te zeggen hoe dat komt. Kinderen die heel blij uitroepen dat de toets makkelijk was, want hetzelfde als thuis of op de bijles.”
Het toetssysteem wat we in Nederland hebben, is volgens Cathelijne op alle niveaus gevoelig voor beïnvloeding. En omdat er zoveel waarde aan wordt gehecht, proberen mensen die het systeem doorzien, het te manipuleren. Cathelijne: “Het is natuurlijk pedagogisch niet goed dat ouders en leerkrachten kinderen helpen om beter te scoren, maar ik begrijp het wel. Iedereen wil het beste voor zijn kind of voor zijn klas. Er hangt tegenwoordig zoveel van die toetsen af.”
Hoe is het afgelopen met de leerkracht die de toetsen klassikaal maakte? “Die was al verhuisd toen ik op de school kwam. Voor zover ik weet, geeft ze nu les op een andere school.”
Gefrustreerde leerlingen
De toetsen zouden volgens Cathelijne een onafhankelijke extra meting moeten zijn om te kijken of de leerkracht het goed ziet, maar dat is het nu niet. “Ik zou liever inhoudelijke toetsen hebben en een focus op de leerling. Maar dat lukt met de huidige tekorten aan leraren niet.”
En dus ligt de focus op iets wat makkelijk te meten valt met meerkeuzetoetsen en worden kinderen door die toetsen ingeschaald als boven- of ondergemiddeld. Daar hebben vooral kinderen die onder het gemiddelde scoren veel last van, meent Cathelijne: “Dan krijgt zo’n leerling voor de zoveelste keer een V- of een E-score (scores die ruim onder de gemiddelde lijn vallen, red.). Terwijl hij of zij toch heel hard gewerkt heeft. Dat kan heel frustrerend zijn. Ik leg dan uit dat ze binnen die score wel gegroeid zijn, maar ze blijven zich dom voelen.”