Veel vissers kampen met tegenvallende inkomsten en ondertussen moeten ze ook flink investeren om duurzamer te vissen. Bijvoorbeeld met speciale netten die minder ongewenste bijvangst hebben, of boten die minder CO2 uitstoten. “Met de huidige onkosten die we hebben, krijgen we nu eigenlijk een euro per kilo te weinig.”
Een stevige mist hangt over de Waddenzee als Henk Buitjes ’s ochtends wil vertrekken om te gaan vissen vanuit Lauwersoog. Ondanks dat het zicht slechts een paar meter is, is hij enthousiast om te gaan varen. “Elke dag is een mooie dag om te vissen”, zo ervaart hij. Dus zet hij de motor aan, gooit zijn maat de trossen los en zetten ze koers richting zee.
Niet meer naar Marokko
Vier dagen per week vist garnalenvisser Henk normaal gesproken op de Wadden- en Noordzee. Een dag minder in de week dan vroeger, om de zee iets langer met rust te laten en de garnalen meer tijd te geven om te volgroeien. Minder vissen, omdat ze voor grotere garnalen een betere prijs krijgen.
Henk is de tiende generatie vissers, zijn zoon staat achter het roer en de jongste telg heeft al gezegd dat hij ook visserman wil worden. Door de jaren heen heeft hij zijn vloot steeds meer gemoderniseerd en kreeg Henk meer oog voor duurzaamheid. Hij gebruikt bijvoorbeeld garnalennetten die minder bijvangst van grote vissen hebben, omdat er een scheidingspaneel in zit.
Om de voetafdruk te verminderen laat Henk de garnalen niet naar Marokko vervoeren om te pellen - iets dat veel gebeurt omdat de arbeid daar goedkoper is maar doet hij dit machinaal om de hoek in Lauwersoog. Daarmee bespaart hij duizenden kilometers aan transport in. Allemaal stappen richting duurzaamheid. Enige probleem is dat zijn business nog niet helemaal rendabel is, vertelt hij. “Gemiddeld krijg ik rond de 3 euro per kilo. Maar met de huidige onkosten die we hebben is dat eigenlijk een euro te weinig.”
Henk is niet de enige die tegen dit dilemma aanloopt. Ook Hendrik Kramer, een Urkse visser die in Amsterdam woont, worstelt om een goede boterham te verdienen met een duurzame vangst. Hij heeft geïnvesteerd in duurzamere vismethoden voor langoustines, vist met speciale netten die minder bijvangst hebben, vaart langzaam tijdens het vissen om minder schade aan de bodem aan te richten en heeft een hybride schip aangeschaft.
Toch krijgt hij niet een hogere prijs voor zijn schaaldieren. “De vis komt op de afslag en die ligt daar naast andere vis, het verschil ben je kwijt”, zegt Hendrik terwijl hij langs de viskramen loopt over de Amsterdamse Albert Cuypmarkt. Niet alleen op de visafslag zie je geen verschil tussen de duurzamere en regulier gevangen vis, bij de marktkraam is het verschil evenmin zichtbaar.
Als je aangeeft dat je duurzamer wil vissen, dan heeft de bank daar niet zoveel mee
“Duurzaamheid, daar kijken ze pas als derde of vierde reden naar”, zegt de visverkoper terwijl hij de vis uitstalt op het ijs. Prijs en kwaliteit staan volgens hem bovenaan. Klanten willen het liefst een verse vis en niet al te duur.
Opvallend is ook het prijsverschil tussen dat wat de visverkoper ervoor krijgt en de visserman ontvangt. Voor langoustines op de markt betaal je zo’n 14 euro per kilo, terwijl Hendrik afgelopen week ergens 4 euro 75 kreeg voor zijn vangst, een verschil van bijna 10 euro per kilo. “Je ligt op dezelfde markt, maar je ziet niet of deze vis met 5 of met 1 net is opgevist” zegt Hendrik, “of wat de voetprint ervan is.” Hendrik vindt dat er onvoldoende aandacht is voor zijn duurzamere bedrijfsvoering: niet alleen op de markt, ook bij zijn kredietverstrekker. “Als de bank vraagt waarom er minder inkomsten zijn en je geeft aan dat je duurzamer wil vissen, dan heeft de bank daar niet zoveel mee.”
Zwaar weer
We spreken met de visserlieden Henk en Hendrik voor ons onderzoek naar de Nederlandse visserij en hoe deze verder te verduurzamen en toekomstbestendig is te maken. De vissersvloot moet minder brandstof verbruiken, minder ongewenste bijvangst boven halen, en de zeebodem minder beroeren (wat via sleepnetten gebeurt), vindt minister Carola Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
Maar verduurzamen is niet gemakkelijk voor vissers die nu al in zwaar weer verkeren. “De Nederlandse kottervisserij staat er op het moment niet zo goed voor”, zegt Arie Mol, van Wageningen Economic Research. Hij is verantwoordelijk voor de jaarlijkse rapportage Visserij in cijfers die inzicht geeft in de financiële opbrengsten binnen de visserij. De visopbrengsten daalden van 238 miljoen euro in 2019 naar 213 miljoen euro in het afgelopen jaar. “De olieprijs is niet laag op het moment, de vangsten vallen wat tegen. Al met al wordt er op het moment niet rendabel gevist”, legt hij uit. “Je zou het dramatisch kunnen noemen.”
We leveren een stukje hoogwaardig voedsel, waar hebben we dit aan verdiend?
Tegelijkertijd wil minister Carola Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) dus dat de visserij verder verduurzaamt, de vraag is hoe haalbaar dat nu is. “Het is natuurlijk veel makkelijker om over te schakelen als je een goed gevulde portemonnee hebt”, motiveert Mol. “Er moet echt veel denkkracht ingezet worden door de overheid, de sector, bedrijven en de wetenschap om samen te kijken waar de oplossing zit. Maar die is er nu nog niet.”
Want het gaat niet alleen om de tegenvallende opbrengsten voor de vissers. Ook door de Brexit, de komst van de windmolenparken op zee en de aanleg van natuurgebieden zien vissers hun vangstgebieden afnemen. Over de nodige compensatiemaatregelen konden de vissers het nog niet eens worden. "Dan maar strijdend ten onder”, is de teneur die heerst volgens voorzitter van de Nederlandse Vissersbond Johan Nooitgedagt.
Verdriet
“Iedereen heeft maar ambities en plannen op zee”, zegt visserman Dirk Kraak uit Den Helder over de aanleg van de windmolenparken. Hij heeft een familiebedrijf met 10 werknemers die vissen op tong en langoustines. “Dit willen we in stand houden: gewoon leven, ons werk doen en daar de ruimte voor krijgen”, aldus Dirk.
“Maar ik denk dat het een moeilijke opdracht wordt om een goede boterham te kunnen blijven verdienen”, zegt Dirk. En dat raakt hem in zijn ziel. “Ik ben er verdrietig om”, zegt hij. “We leveren een stukje hoogwaardig voedsel, waar hebben we dit aan verdiend? Uiteindelijk is de oudste gebruiker die zijn werk doet op zee de sjaak.”
Alle onzekerheden maken het er niet gemakkelijker op voor de vissers om te verduurzamen. Daarom stelt het kabinet 74 miljoen euro beschikbaar voor een uitkoopregeling voor vissers. “Er blijft nog steeds visserij op de Noordzee mogelijk”, zegt een woordvoerder van minister Schouten (LNV). “Maar die vloot zal kleiner zijn in de toekomst.”
De vissers die blijven, moeten verder verduurzamen, aldus de minister. Er is dan ook 45 miljoen euro is beschikbaar gesteld voor innovaties die bijdragen aan een duurzame visserij, door onder andere minder uitstoot van broeikasgassen, minder bodemberoering en minder ongewenste bijvangst.
Verduurzaming van de visserij is een kwestie van lange adem. En als vissers een flinke investering willen doen, is er behoefte aan een duidelijke koers. “Ik denk dat vissers pas kunnen investeren als ze een perspectief hebben”, aldus onderzoeker Arie Mol. ”Als de overheid zegt: vissers, jullie mogen in die gebieden met die vistuigen voor die periode vissen. Dan weet de visser waar aan toe is en kan hij naar de bank gaan voor zijn financiering.”
Onze tv-uitzending ‘De vis wordt duur betaald’ is maandagavond 25 oktober, om 22:15u op NPO2.