Het is geen eenvoudig proces om de door bewoners ervaren stankoverlast weg te nemen, zo vertelt Raymond Jolink, directeur van de Renkumse papierfabriek. We zoeken hem op voor het onderzoek Lokaal Bestuur waarin we veel tips krijgen van boze omwonenden van zijn fabriek. ‘Als het makkelijk was, hadden we het al sneller opgelost,’ aldus Jolink. Hij denkt een manier gevonden te hebben om de overlast te beperken.
De klachten van omwonenden lijkt de fabriek - die van oudsher met het Gelderse dorp is verbonden - ook te zijn overvallen. ‘Zoals de situatie nu is, hadden wij ook niet voorzien,’ zegt Jolink. De problemen begonnen twee jaar geleden toen de fabriek overschakelde van het produceren van wit krantenpapier naar bruin papier. Daar vroeg de papierfabriek een vergunning voor aan en kreeg die ook zonder problemen.
Geurimpact
Sindsdien is het aantal bewoners dat overlast ervaart echter wel flink toegenomen. Dit jaar staat het aantal klachten bij de omgevingsdienst al op 385. In de zogenoemde ‘snuffelapp’ wordt ruim 600 keer gemeld dat de industrie overlast veroorzaakt. Jolink legt uit dat dat niet komt doordat de fabriek meer geur is gaan verspreiden: ‘De geur valt in dezelfde categorie als de oude situatie. Alleen de beleving van de geur is anders en dat hadden wij ook van tevoren niet zo gezien.’ Hoewel de bewoners stank ervaren, heeft de directeur van de fabriek het zelf liever over geurimpact.
‘We zouden het een andere geur willen noemen. Het is een typische geur afkomstig van dat proces.’
Ondanks het feit dat de fabriek netjes binnen de vergunning blijft zegt Jolink er wel alles aan te willen doen om de ervaren overlast weg te nemen. ‘We nemen de klachten en opmerkingen serieus en onderzoeken meerdere methoden. We hebben een product gebruikt om zetmeel beter te binden in het proces, maar dat was geen succesvolle test,’ zo legt hij uit. En ook een test met koude plasmatechniek (plasma heeft de eigenschap om bacteriën te doden en geurmoleculen af te breken) leverde volgens de directeur weinig op.
Essentiële olie als oplossing
De papierfabriek hoopt nu dat de oplossing ligt in het toevoegen van essentiële oliën aan het proces. Jolink legt uit hoe dat werkt: ‘Het is een product dat we doseren in de uitlaat van onze schoorsteen. Daar vormt het een reactie met de proceslucht waardoor deze wordt geneutraliseerd. We zijn nu aan het testen om te kijken welke hoeveelheden gedoseerd moeten worden om het tot een succes te brengen.’
Maar is dat alles wat de fabriek kan doen? En wat als dit niet werkt? De omwonenden ervaren nu – ook tijdens de tests met de essentiële olie - nog steeds overlast. ‘Dan gaan we op zoek naar andere maatregelen,’ belooft Jolink. ‘We zijn hier mee bezig omdat we denken dat dit een reële kans maakt om de geurimpact te verlagen. Daarnaast kijken we naar andere mogelijkheden, zoals een koolstoffilter of eventueel een hogere schoorsteen.‘
Goede verstandhouding met dorp belangrijk
Jolink realiseert zich dat hij nooit 100 procent van de omwonenden gelukkig gaat krijgen. ‘We zijn industrie en zitten naast een dorp,’ aldus Jolink. Toch benadrukt hij dat de relatie met de omwonenden belangrijk is. Ook voor de fabriek zelf. ‘We snappen dat als wij nog 106 jaar in Renkum willen blijven, we een goede verstandhouding moeten hebben met de omgeving.’
Hij zegt het vervelend te vinden dat bij sommige mensen de indruk bestaat dat de fabriek geen goede intenties heeft en niets doet. Maar hij heeft wel begrip voor de frustratie van de omwonenden. Toch roept hij hen op vertrouwen te hebben dat de inspanningen om de overlast terug te dringen uiteindelijk zijn vruchten zullen gaan afwerpen. ‘Wij zijn daarvan overtuigd,’ aldus de directeur van de papierfabriek.
Verplaatsen van de fabriek
Omdat volgens sommige omwonenden de overlast inmiddels ‘onacceptabele vormen’ aanneemt, riepen ze recent in een raadscommissievergadering juist op tot hardere maatregelen. Zo zegt tipgever Peter Jan Arens in die vergadering: ‘Gelet op de situatie waar we ons nu in bevinden is er maar één reële optie mogelijk. Dat is de kartonproductie verplaatsen naar een locatie elders. En als dat niet gebeurt dan moet ie maar stil komen te liggen. Tot het moment dat de fabriek aantoont karton te kunnen produceren pal tegen een oud, groen dorp aan zonder dat de omwonenden daar weggepest worden. En ik noem dat stankterreur, dat is iets anders dan geurbeleving.’
Volgens Jolink is het een interessante gedachte om de fabriek (deels) te verplaatsen, maar tevens een onmogelijke oplossing. ‘Als u kijkt naar de investeringen die gepaard gaan met dergelijke fabrieken dat loopt in de honderden miljoenen. Voor ons is het in ieder geval te duur.’