De Reclame Code Commissie vindt de claim “100 procent composteerbaar” misleidend. Ze deed deze week uitspraak na een klacht van presentator Teun van de Keuken van televisieprogramma De Monitor.
De klacht gaat over de wegwerpkoffiebekers die bij de KRO-NCRV worden gebruikt. Die worden net als veel andere duurzame producten, aangeprezen met de claim “100 procent composteerbaar”. Uit onderzoek van De Monitor blijkt dat als een product of verpakking in theorie composteerbaar is, dat niet betekent dat het ook in de praktijk gecomposteerd wordt.
De gft-verwerkers halen deze ’composteerbare’ producten namelijk meestal uit het gft-afval en sturen ze naar de verbrandingscentrale. De overheid adviseert daarom om composteerbare producten, behalve zakken voor in de gft-bak, bij het restafval weg te gooien.
Koffiebeker voldoet aan norm, maar 100 procent mag niet
Mag je er dan wel mee adverteren? Dat is de vraag die Teun van de Keuken stelde aan de Reclame Code Commissie. De verkoper van de koffiebekers vindt van wel. Zij geeft aan dat de koffiebeker is getest en voldoet aan de Europese norm voor compostering.
Dit klopt, meent de Reclame Code Commissie. Maar het probleem zit in de toevoeging “100 procent”. Volgens de Commissie mag de verkoper “haar koffiebeker ‘composteerbaar’ noemen”, schrijft ze in de uitspraak. “Maar het rechtvaardigt niet de absolute toevoeging ‘100 procent’.”
‘Groter milieuvoordeel gesuggereerd dan kan worden waargemaakt’
Door deze toevoeging wordt immers de indruk gewekt dat de koffiebeker volledig zal composteren, terwijl dit niet kan worden aangetoond. De norm vermeldt namelijk een afbraak van minimaal 90 procent. Door de claim wordt volgens de Commissie daarmee “een groter milieuvoordeel gesuggereerd dan kan worden waargemaakt”.
Over het feit dat de koffiebekers in theorie composteerbaar zijn, maar in de praktijk vooral verbrand worden, laat de Commissie zich in de uitspraak niet uit.