Starters in het Zuid-Limburgse dorp Mechelen besloten 5 jaar geleden samen ‘projectontwikkelaar’ te worden en zelf hun eigen starterswoningen te bouwen. Een voortvarend plan en ook een stuk grond is beschikbaar. Toch is 5 jaar later nog geen schop de grond in gegaan. Maar opgeven is geen optie.
Ze moeten wel, vindt Dorien Alberts (23). We spreken haar voor ons onderzoek 'Starter zoekt bouwgrond'. Want de woningnood onder starters is ook in Mechelen heel hoog. Er is nauwelijks aanbod, er wordt flink overboden en nieuwbouw is er niet. Net als de andere starters van de zelfbouwgroep, wil zij graag in het dorp blijven wonen. Dichtbij haar vrienden en familie.
Frustrerend is dat de schaarse woningen ook worden opgekocht als vakantiewoning: “Ze worden gekocht als tweede of derde woning waar mensen dan twee weekendjes in de maand komen, terwijl het verder leeg staat. Het blijft een beetje pijn doen dat starters die hier graag willen wonen, moeten vertrekken.”
5 jaar geleden nam de groep van achttien alleenstaanden, stellen en gezinnen zelf het heft in handen en richtte de CPO Mechelen op, wat staat voor collectief particulier opdrachtgeverschap. CPO’s zijn een veel gebruikte organisatievorm voor groepen mensen die als collectief zelf woningen willen bouwen.
Proces steeds vertraagd
Een perceel werd uiteindelijk gevonden aan de Hilleshagerweg, dankzij een stichting die zich het lot van de starters aantrekt. Met de eigenaar werd een grondovereenkomst gesloten: een intentieverklaring om de grond te verkopen als het plan definitief doorgaat. Een belangrijke stap, maar ondanks de welwillende opstelling van gemeente Gulpen-Wittem en de provincie Limburg, zijn de bouwplannen nog steeds onzeker. “Het gaat allemaal nog niet zo lekker. Je kan niet zomaar beginnen met bouwen.”
Het vinden van de bouwlocatie bleek nog maar het begin van een langdurig traject. Een uitgebreid grondonderzoek volgde. “We hebben verschillende dingen moeten doen, zoals een stikstofonderzoek en een bodemonderzoek”, vertelt Dorien. De groep starters wordt bij het project bijgestaan door bureau BIEB (Bouwen in eigen Beheer) die veel ervaring heeft met de zelfbouw van woningen.
Wie zelf met een groep mensen woningen wil bouwen moet al gauw rekenen op 5 á 6 jaar voordat het zover is. In Mechelen kan het nog wel eens een stuk langer gaan duren. Sowieso moet eerst het bestemmingsplan gewijzigd worden, want het beoogde perceel is nu landbouwgrond en heeft nog geen woonbestemming. “We lopen gewoon tegen heel veel dingen aan, waardoor het proces steeds wordt vertraagd.”
Natuurcompensatie
Een van die onvoorziene vertragingen is de ligging van het perceel. De startersgroep wist niet beter dan dat de grond binnen de dorpskern ligt, maar dat blijkt bij nader inzien niet te kloppen. “Omdat de dorpskern langs de straat loopt en niet dat stukje van het weiland meeneemt. Dat betekent dat wij in het buitengebied moeten bouwen en daar komen allemaal extra regels bij kijken zoals natuurcompensatie.” Een eis van de provincie Limburg is namelijk dat verlies aan natuur in de buitengebieden gecompenseerd moet worden. De vraag is hoe de provincie in dit geval oordeelt, omdat het perceel uit landbouwgrond bestaat en er geen natuur verloren gaat. De beoogde bouwgrond bestaat uit akkers die een gat vormen tussen de bestaande bebouwing aan de doorgaande weg.
Dat natuurcompensatie om een fors bedrag kan gaan is wel duidelijk. “Het kan om heel veel geld gaan, maar hoeveel durf ik niet te zeggen. De gemeente heeft nog geen bedrag genoemd.” De zelfbouwgroep heeft inmiddels verschillende scenario’s voorgelegd bij gemeente. “Een van die scenario’s zou kunnen zijn dat een deel van het perceel onbebouwd blijft en bomen worden aangeplant als natuurcompensatie.” Maar volgens Dorien is de vraag ook in hoeverre zij aan die natuurcompensatie moeten voldoen. “Het CPO vindt het maatschappelijk belang (bouw van starterswoningen, red.) minstens zo zwaar wegen als de compensatie van de natuur. In het huidige beleid, dat nog dateert van voor de huidige ‘woningcrisis’, wordt hier weinig aandacht aan besteed.”
Bezwaar omwonenden
Een andere flinke tegenvaller is dat bewoners op de valreep bezwaar maakten omdat de geplande huizen hun uitzicht op de natuur zullen belemmeren. Eén van de bewoners deed een voorstel om de woningen verder van de weg af te bouwen. “Voor ons een tegenvaller omdat we voor dat stuk grond aan de weg al die grondovereenkomst hadden.” De jongeren zijn bang dat zo'n rigoureuze wijziging van hun plan tot grote vertraging gaat leiden.
Bovendien zal de andere locatie extra kosten met zich meebrengen voor rioleringen en elektriciteit die doorgetrokken moeten worden en straten die moeten worden aangelegd. Dorien: “De vraag is: bij wie komen die kosten te liggen?” Extra complicatie is dat de nieuwe locatie, weliswaar gelegen op grond van dezelfde grondeigenaar, dichterbij een Natura 2000-gebied ligt, een zwaar beschermd natuurgebied. De vraag is of de provincie daarmee akkoord zal gaan.
Bal bij de provincie
Op dit moment is de provincie aan zet. De starters hebben voor beide bouwlocaties verschillende plannen ontwikkeld en aan de gemeente voorgelegd. En die liggen nu ter beoordeling bij de provincie. Spannend is dat wel. Dorien: “We wachten nu op wat de provincie daarvan vindt.” Gekeken wordt daarbij naar de ‘landschappelijke inpassing’ van de woningen in het buitengebied. Dorien: “Nieuwe ontwikkelingen moeten op een passende wijze in het landschap worden gerealiseerd. Begrijpelijk vanuit landschappelijk oogpunt.”
Voor de huizen er uiteindelijk staan, zal nog wel even duren. “Er zijn veel dingen die ons ontmoedigen. Zoveel hobbels op de weg en dingen waar we niet snel uitsluitsel over krijgen, maar elke keer dat we een stap vooruit zetten zijn we weer superblij.” Sommige keuzes in het beleid van de gemeente en provincie zijn volgens Dorien niet te begrijpen. Zo worden er in het buitengebied veel recreatiewoningen uit de grond gestampt, terwijl de woningnood voortduurt. “Dat kan op de een of andere manier wél en wij zitten nog steeds bij onze ouders of in een hele kleine huurwoning of we zijn genoodzaakt om naar een ander dorp te verhuizen.”