Jorrit telt zijn laatste dagen in het Centrum voor Psychotherapie, de zorgaanbieder wil de deuren van de ggz-kliniek deze week sluiten. Noodgedwongen moet hij zijn behandeling daar stoppen. De zorgaanbieder wil meer inzetten op behandelingen zonder verblijf. Jorrit heeft er weinig fiducie in: “Deze behandelingen zijn ontzettend waardevol, maar werkten niet voor mij.”
Lees hier deel 3 van het blog van Jorrit:
Volgende week gaat het Centrum voor Psychotherapie (CvP) te Lunteren de hoofdbehandeling afsluiten en daarmee gaat een klinisch behandelaanbod verloren. Ik wil graag stilstaan bij waarom het klinische en intensieve karakter van de behandeling mij geholpen heeft, door terug te blikken naar hoe ik verschillende vormen van behandeling heb ervaren.
Het probleem waar ik tegen aanloop, is dat ik dusdanig krampachtig vasthoud aan bepaalde, voor mij destructieve, manieren van omgaan met mijn emoties dat het mij niet lukt om daar alleen uit te komen, of om daar houdbare verandering in aan te brengen zonder hulp.
Dat is waar ik therapie voor volg, om hopelijke houdbare veranderingen aan te brengen die ervoor zorgen dat ik beter om kan gaan met emoties zoals zelfhaat, angst, verdriet, woede en somberheid.
Ik hoop natuurlijk ook om zo meer ruimte te creëren voor emoties zoals vreugde, vertrouwen, dankbaarheid en liefde. Om door die houdbare verandering daadwerkelijk te kunnen leven, in plaats van te overleven, en mee te kunnen doen met de maatschappij zodat ik kan geven wat ik te bieden heb.
Een uurtje therapie
Voordat ik mijn behandeling aan het CvP ben begonnen, heb ik verschillende vormen van therapie gevolgd, meestal in ambulante setting (vanuit de thuissituatie, red). Dat betekende voor mij een keer per week of om de week voor ongeveer een uur met een therapeut praten over een specifieke hulpvraag. Bijvoorbeeld: hoe ga ik gezonder om met stress van studeren en werken?
Deze behandelingen zijn ontzettend waardevol, maar werkten niet voor mij.
Leren in de kliniek
Dat heeft niks te maken met de kwaliteit van die behandeling, maar met de aard van mijn problematiek.
Geleidelijk aan kwam ik erachter dat stress voor mij niet alleen te maken had met studeren of werken, maar dat ik op bijna elk domein van mijn leven tegen dezelfde stress-gerelateerde dingen aanloop. De constant aanwezige nachtmerries zijn niet alleen funest zijn voor mijn slaap, maar ze hangen ook samen met een flinke angst voor mensen in het algemeen.
Ook kwam ik erachter dat de manier waarop ik bereid ben mijn hongergevoel ‘uit’ te zetten om vervolgens een paar dagen niks te eten, niet alleen voortkwam uit hoe ik reageer op stress, maar ook uit hoe ik naar mezelf kijk op een behoorlijk negatieve manier.
Wanneer je je realiseert dat de problemen waar je tegen aanloopt dusdanig vermengd zijn in bijna alle aspecten van je leven, dan is het werken aan die problemen bijna niet te doen.
Ik kan wel aan mijn stressmanagement werken, maar dan loop ik op een ander domein vast. Dat is een heel makkelijke cirkel om in terecht te raken en een behoorlijk moeilijke cirkel om te doorbreken.
Dat is de reden dat intensieve therapie in een kliniek voor mij nodig voelt. Wanneer ik meer therapie ontvang, gericht op het totaalplaatje, heb ik de tijd en de ruimte om al deze problemen met elkaar te combineren en zo mijn problematiek als geheel aan te pakken.
Wanneer ik mij in de ochtend versliep vanwege mijn nachtmerries, kon ik dat niet meer verstoppen
Maar misschien nog belangrijker is dat ik niet de kans krijg om mijn therapie te negeren. Wanneer ik een kort gesprek heb, is het voor mij kinderspel om dat gesprek naast me neer te leggen. Niet omdat ik het een nutteloos gesprek vond, maar omdat ik ook druk genoeg ben met het jongleren van al mijn andere problemen.
Met klinische therapie kom ik daar niet mee weg: de behandelaren weten namelijk hoe mijn problemen gelinkt zijn en wijzen mij erop als ik iets probeer te negeren. Ook bewaken ze het totaalplaatje, en helpen mij dat ook te doen.
Dit totaalplaatje is alleen te verkrijgen in een intensieve samenwerking. Intensieve, klinische therapie is een snelkookpan. Onder het motto ‘alles is therapie’ word ik continue geconfronteerd met mijn problemen, maar ook opgevangen met de boodschap dat het mogelijk is om deze problemen als geheel aan te pakken.
Kracht van de groep
In deze context is ook het klinisch milieu met alle groepsessies waardevol voor mij, want zo kan ik mijn therapeutisch proces niet meer scheiden van mijn leven buiten de behandeling.
Ik vind het te makkelijk om aan het einde van een therapie de sessie te parkeren, naar huis te gaan en verder te gaan met mijn leven. Immers, ik heb toch net een goed gekaderd gesprek gevoerd? Waarom zou ik dan buiten therapie daar verder mee gaan?
Dat is een denkfout waar ik erg snel in trap. Die denkfout is onmogelijk om vol te houden in een klinisch milieu: je bent namelijk altijd samen met dezelfde mensen die met jou meedoen in de sessies, en die er niet om zullen schromen om je aan te spreken wanneer je de belevingen van de dag compleet probeert te negeren.
Wanneer ik mij in de ochtend versliep omdat ik een gebroken nacht had vanwege mijn nachtmerries, kon ik dat niet meer verstoppen. Wanneer ik mijn eten amper aanraakte, viel dat meteen op. Wanneer ik mijn zelfzorg verwaarloosde omdat ik met mijn gedachten compleet ergens anders was, viel dat meteen op.
Wanneer ik in de avond druk aan het piekeren was en maar niet aan ontspannen toekwam, zag de groep dit meteen. Wanneer ik grip op mijn dagstructuur verloor, was dit iets dat groepsleden meteen aankaartten in plaats van dat ik dit kon verstoppen voor de buitenwereld.
En zo kwam ik mezelf tegen, kwam ik erachter dat ik het niet hoef te zien als een losstaand probleem dat te parkeren valt na therapie, maar als iets wat invloed heeft op alle aspecten van mijn leven. Dat is een cruciale les van acceptatie die ik geleerd heb uit de groepssessies bij het CvP.
In deze blogs vertelt Jorrit over de laatste dagen in de kliniek. Jorrit heeft een behandeling in het Centrum voor Psychotherapie in Lunteren. Zorgaanbieder Pro Persona heeft aangekondigd de deuren te willen sluiten van de gespecialiseerde GGZ-kliniek vanuit financieel oogpunt. Ook wil de zorginstelling meer inzetten op ambulante zorg vanuit huis. De klinische behandelingen zijn volgens hen namelijk niet altijd kostendekkend.
Voor ons onderzoek naar de geestelijke gezondheidszorg duiken we de komende weken dieper in de gespecialiseerde GGZ: hoe kan het dat sommige specialistische klinieken sluiten of er een flinke beddenafname is? En wat zijn de gevolgen voor de cliënten? Daarover berichten we de komende tijd op onze website. Onze radio en tv-uitzending staan gepland op zondagavond 4 september.